Er zijn geen specifieke nagelafwijkingen voor diabetes mellitus. De prevalentie van onychomycose is verhoogd (25 tot 35 procent), vooral bij oudere mannen.
De verwekkers zijn meestal dermatofyten (Trichophyton-soorten) maar bij diabetes komt een Candida-infectie vaker voor, ook aan de teennagels. Er is een verband met vasculaire afwijkingen.
Diabetische angiopathie kan ook leiden tot subunguale splinterbloedingen, onycholyse, onychodystrofie, en zelfs irreversibele destructie van de nagel. Ook gele teennagels, paronychia aan de vingernagels (zowel bacterieel als door Candida albicans) en bruine (streperige) verkleuring kunnen voorkomen bij patiënten met diabetes. Verdikte schimmelnagels kunnen sneller leiden tot drukulcera bij een slechte arteriële circulatie.
Onychomycose bij diabetes leidt vaker tot drukulcera bij een slechte arteriële circulatie.
De combinatie van diabetische angiopathie, neuropathie en mechanisch trauma speelt een belangrijke rol bij de pathogenese van het diabetisch voetsyndroom dat bij ongeveer 15 tot 25 procent van de diabetespatiënten voorkomt.
Polydactylie is de aanwezigheid van een of meer extra vingers of tenen. Dit kan variëren van een stompvormig aanhangsel zonder bot tot een partiële of totale duplicatie van een of meer digiti. Deze congenitale afwijking valt meestal direct na de geboorte op.
Moet de patiënt worden doorverwezen naar de dermatoloog of is een kleine chirurgische ingreep nodig? Praktische informatie over huidafwijkingen in de huisartsenpraktijk.