Onderzoek naar gezondheidsklachten bij siliconen implantaten
Een recent Nederlands onderzoek onder ruim 6.000 vrouwen toont aan dat siliconen borstimplantaten na borstkankerbehandeling geen verband houden met een toename van langdurige lichamelijke of psychische klachten. De studie werd geleid door het Antoni van Leeuwenhoek en gepubliceerd in het Journal of the National Cancer Institute.
Achtergrond
In Nederland hebben naar schatting 200.000 vrouwen borstimplantaten. Een aanzienlijk deel daarvan – circa 25% – heeft deze gekregen na een borstamputatie vanwege borstkanker of genetische aanleg. Hoewel sommige vrouwen gezondheidsklachten ervaren die worden geassocieerd met het zogenoemde Breast Implant Illness (BII), ontbreekt er tot op heden wetenschappelijke consensus over een directe oorzaak-gevolgrelatie.
Opzet van de studie
Onderzoekscohort
De onderzoekers selecteerden meer dan 10.000 vrouwen uit de Nederlandse Kankerregistratie die tussen 2000 en 2015 een borstkankerbehandeling ondergingen. Van deze groep vulden 6.091 vrouwen een uitgebreide gezondheidsvragenlijst in. Zij werden in verschillende behandelgroepen ingedeeld:
- Borstsparende chirurgie
- Borstamputatie zonder reconstructie
- Borstamputatie met reconstructie met lichaamseigen weefsel
- Borstamputatie met reconstructie met siliconen implantaten
De gemiddelde leeftijd van de deelnemers was 58 jaar. De implantaten die werden onderzocht waren van de merken Allergan en Eurosilicone.
Klachtenprofiel
De vragenlijst richtte zich op 18 verschillende klachten die regelmatig genoemd worden bij BII, waaronder:
- Vermoeidheid
- Geheugenproblemen
- Hoofdpijn
- Spier- en gewrichtspijn
- Slaapproblemen
- Somberheid en angst
- Haaruitval en huiduitslag
Ook klachten als tintelingen, hartkloppingen en maag-darmproblemen kwamen aan bod.
Resultaten en interpretatie
De analyse liet zien dat ongeveer één op de vijf vrouwen – ongeacht het soort behandeling – vier of meer van deze klachten rapporteerde. Er was géén statistisch verschil tussen vrouwen met of zonder siliconen implantaten. Ook na correctie voor leeftijd, stadium van de ziekte en aanvullende behandelingen zoals chemotherapie en radiotherapie, bleef dit resultaat onveranderd.
Toelichting vanuit de onderzoekers
Jonathan Spoor, arts-onderzoeker bij het Antoni van Leeuwenhoek:
“Vrouwen die overwegen een borstreconstructie te ondergaan, maken zich regelmatig zorgen over de mogelijke gevolgen van een siliconen implantaat. Onze bevindingen laten zien dat er geen verhoogd risico is op genoemde klachten na plaatsing van een implantaat.”
Tegelijkertijd benadrukken de onderzoekers dat klachten wel degelijk serieus genomen moeten worden, ongeacht de aanwezigheid van een implantaat. Er is begrip nodig voor patiënten die dergelijke symptomen ervaren, en waar nodig vervolgonderzoek naar mogelijke andere oorzaken.