De ziekte van Parkinson wordt doorgaans in verband gebracht met motorische symptomen, maar steeds vaker wordt ook gekeken naar psychologische en gedragsmatige factoren. Eén van de kenmerken die nu in beeld komt, is de neiging tot piekeren. Een langlopend onderzoek onder bijna een half miljoen deelnemers uit de UK Biobank onderzocht of er een samenhang bestaat tussen deze persoonlijkheidstrek en het ontstaan van Parkinson.
Belangrijkste bevindingen
Verhoogd risico bij piekeraars
Gedurende een gemiddelde follow-up van 13,5 jaar ontwikkelden 3.123 deelnemers (0,68%) Parkinson. De analyses toonden een duidelijk verhoogd risico op Parkinson bij deelnemers met een piekerende persoonlijkheid. In de volledig aangepaste modellen bleek het risico 27% hoger dan bij deelnemers zonder deze eigenschap.
Zelfs wanneer vroege gevallen van Parkinson (binnen vijf jaar na start) buiten beschouwing werden gelaten, bleef het verband aanwezig.
Leeftijd als bepalende factor
Bij een nadere uitsplitsing op leeftijd viel op dat het verband sterker leek bij deelnemers die vóór hun 60e Parkinson kregen in vergelijking met degenen bij wie de ziekte zich later ontwikkelde. Hoewel het verschil in sterkte van het verband tussen jongere en oudere patiënten niet spectaculair was, geeft het wel richting voor verdere observatie.
Mogelijke verklaringen
Hoewel het onderzoek geen directe oorzaak-gevolgrelatie aantoont, sluiten de bevindingen aan bij eerdere studies die wijzen op de rol van psychologische factoren in neurodegeneratieve processen. Langdurige psychologische stress kan mogelijk een negatieve invloed hebben op het zenuwstelsel, al zijn de exacte mechanismen nog onduidelijk.