Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Spoor slaapapneu sneller op en verbeter daarmee de behandeling voor hartritmestoornissen

Sigrid Starremans
Niet alle huisartsen zijn doordrongen van de nauwe relatie tussen atriumfibrilleren en slaapapneu. Huisarts Kasper Veldhuis pleit voor het gebruik van OSAsense, een screeningstool speciaal voor de 1e lijn ontwikkeld. ‘Het heeft mij enorm geholpen om bij veelvoorkomende klachten zoals moeheid, dyspnoe en hartkloppingen sneller een diagnose te stellen en gerichter te verwijzen.’

Kasper Veldhuis, huisarts in Arnhem, zocht zelf contact met de redactie van Huisartsgeneeskunde naar aanleiding van een artikel over boezemfibrilleren. Daarin wordt kort gesproken over de groeiende aandacht voor de rol van slaapapneu bij de ontwikkeling van boezemfibrilleren.

Veldhuis wil er graag, vanuit zijn interesse voor longaandoeningen en zijn jarenlange ervaring met de screeningstool OSAsense, meer over toelichten. Mensen met slaapapneu hebben een twee tot vier keer groter risico op het ontwikkelen van atriumfibrilleren. Tot 50% van de mensen met atriumfibrilleren heeft ook slaapapneu. Volgens Veldhuis leggen veel huisartsen de link niet tussen deze twee aandoeningen.

Te weinig gediagnosticeerd

Slaapapneu is een veel voorkomende aandoening die ernstige gevolgen kan hebben. Naast hartritmestoornissen hebben patiënten ook een verhoogd risico op een beroerte, diabetes en hypertensie. Toch wordt de aandoening te weinig gediagnosticeerd. In Nederland werden er in 2020 circa 300.000 mensen behandeld voor slaapapneu. Dat is naar schatting maar de helft van alle mensen die aan de aandoening lijden. Dit komt omdat het vaak lang duurt voordat de diagnose is gesteld. Zeven van de tien mensen met slaapapneu heeft al minstens vier jaar klachten voor het stellen van de diagnose, bij circa 40% duurt dat zelfs acht jaar of langer(bron: Cordial, 2022-01).

Veldhuis: ‘Neem de vrouw in de menopauze die klaagt over vermoeidheid en stemmingswisselingen. Dan denk je als huisarts al snel: dat is niet zo vreemd. Dat hoort waarschijnlijk bij de menopauze. Maar juist van deze vrouwen is bekend dat er sprake is van een forse onderdiagnostiek van slaapapneu.’

 

Relatie slaapapneu boezemfibrilleren

Het kenmerk van obstructief slaapapneu is dat de bovenste luchtwegen ’s nachts geheel of gedeeltelijk dichtvallen doordat de tong naar achteren zakt. Dat zorgt voor nachtelijke fluctuaties in het zuurstofgehalte in het bloed. ‘Elke keer als dit gebeurt komt het lichaam in een stresssituatie terecht,’ vertelt Veldhuis. ‘Mensen komen daardoor niet in diepe REM-slaap (herstelslaap) terecht. Daarnaast kan dat leiden tot vaatschade, hypertensie en remodelering van het hart. Door intrathoracale drukverschillen gaat het hart een beetje vervormen, waardoor het een andere plasticiteit krijgt en de prikkels anders verlopen. Die ontwikkeling kan een ritmestoornis, zoals atriumfibrilleren, uitlokken.’

 

Slechtere behandeling

Is bekend dat een patiënt lijdt aan atriumfibrilleren, maar niet dat hij ook slaapapneu heeft, dan slaat de behandeling voor atriumfibrilleren vaak minder goed aan. Behandel je de slaapapneu, dan kunnen hartritmestoornissen sterk verminderen of zelfs verdwijnen. Bovendien wordt de kans op het (opnieuw) krijgen van hartritmestoornissen daarmee sterk verlaagd. ‘Als de huisarts een patiënt op het spreekuur krijgt met klachten als hartkloppingen en slecht slapen, dan wordt al snel gedacht aan angst of paniek’ zegt Veldhuis. ‘Maar het kan dus ook een ritmestoornis zijn die kortdurend, paroxysmaal, tijdens de slaap ontstaat door slaapapneu. En als er dan overdag gemeten wordt bij de huisarts, dan komt dat niet aan het licht. Patiënten lopen er dan soms heel lang mee rond.’

 

OSAsense

Veldhuis pleit voor het gebruik van OSAsense, een screeningstool die speciaal voor de 1e lijn is ontwikkeld om slaapapneu en waarschijnlijk ook op korte termijn atriumfibrilleren (het onderzoek in het Ter Gooi Ziekenhuis op dit terrein is nog gaande) te diagnosticeren. OSAsense wordt nu vooral door huisartsen in het Oosten en Noorden van het land gebruikt. Veldhuis heeft er zo’n zes jaar ervaring mee en is er erg tevreden over. ‘Het is een makkelijke en laagdrempelige manier om patiënten te screenen. Het heeft mij enorm geholpen om bij veelvoorkomende aspecifieke klachten, als vermoeidheid, dyspnoe en hartkloppingen, slaapapneu uit te sluiten of juist  gericht te verwijzen.’

 

Hoe werkt het?

Patiënten krijgen een speciaal horloge mee naar huis en een slimme pleister (sensor) die ze ’s nachts aan hun ringvinger bevestigen. Daarmee worden tijdens de slaap zuurstofmetingen verricht. Ook vullen de patiënten thuis een gevalideerde vragenlijst in. Op basis van de metingen en de antwoorden op de vragen krijgt de huisarts via een beveiligde website van OSAsense de uitslag en een advies. ‘De huisarts kan alle waardes, zoals het zuurstofgehalte gedurende de nacht, zelf ook inzien’ licht Veldhuis toe. ‘Het kan zijn dat het advies is om door te verwijzen naar de longarts omdat er een grote kans is op slaapapneu. Of dat er juist geen aanwijzingen zijn gevonden voor slaapapneu. Tot slot kunnen bepaalde waardes in de metingen of specifieke antwoorden op de vragenlijst in de richting wijzen van een andere aandoening.’

 

Voordelen

Veldhuis is om een aantal redenen enthousiast over de screeningstool. ‘Mijn ervaring is dat het verwijzen van patiënten naar de tweede lijn lang duurt en duur is voor de patiënt omdat het eigen risico wordt aangesproken. Deze screening wordt volledig vergoed door de zorgverzekeraar, dus de patiënt heeft geen kosten. Bovendien worden patiënten voor wie dat niet nodig is, niet standaard meer doorverwezen. En tegelijkertijd komen er meer mensen bij de tweede lijn die anders gemist zouden worden.’

 

Kosten

Voor de huisarts is de investering voor de aanschaf van een horloge maximaal een paar honderd euro. De slimme pleister (sensor voor eenmalig gebruik) kost zo’n tien euro. Veldhuis: ‘Het is een investering voor de praktijk, maar per screening betaalt de zorgverzekeraar ongeveer zeventig euro uit. Bovendien kun je het consult gewoon declareren.’ De investering is daarmee snel terugverdiend en levert voor alle partijen (patiënt, huisarts, specialist en zorgverzekeraar) wat op, vindt hij. ‘Ik kan nu bij een verdenking op slaapapneu nog dezelfde dag besluiten om een screening in te zetten.  Daarmee is OSAsense een nuttige uitbreiding van mijn toolbox als huisarts.’

Tijdsbesparing

Veldhuis doet zo’n twintig screenings per jaar. Natuurlijk kost dat tijd. Toch vindt hij dat de toepassing uiteindelijk een tijdsbesparing oplevert. ‘Een doorverwijzing naar de longarts kost ook tijd.’ Veldhuis verwacht dat screening op slaapapneu, als (behandelbare) risicofactor voor hart- en vaatziekten, een belangrijk onderdeel zal gaan uitmaken van het cardiovasculair risicomanagement (CVRM) in de eerste lijn.