Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Zorg bij psychische klachten in de huisartsenpraktijk

fediverbeek
Hoe de huisarts en POH-GGZ samen werken aan optimale ondersteuning voor patiënten met psychische klachten.

In de huisartsenpraktijk speelt de huisarts, samen met de praktijkondersteuner geestelijke gezondheidszorg (POH-GGZ), een belangrijke rol bij de zorg voor patiënten met psychische klachten. Het eerste consult wordt doorgaans door de huisarts uitgevoerd, waarin hij of zij luistert naar de patiënt, de klachten inventariseert en risicofactoren beoordeelt zoals somatische oorzaken, medicatie- en middelengebruik. Hierna wordt samen met de patiënt bepaald welke verdere stappen nodig zijn: afwachten, ingrijpen of doorverwijzen.

Het uiteindelijke doel is een gezamenlijk begrip van de problematiek en de passende behandelaanpak. Voor sommige patiënten volstaat één gesprek, terwijl anderen meerdere consulten nodig hebben om de hulpvraag te verhelderen en tot een duidelijke probleemdefinitie te komen.

 

Vroege onderkenning en preventie

Psychische klachten presenteren zich vaak als lichamelijke symptomen. Daarom is het belangrijk om al in een vroeg stadium met de patiënt te bespreken dat fysieke klachten mogelijk veroorzaakt worden door psychologische factoren, zoals stress. Klachten als aanhoudende moeheid, slaapproblemen, prikkelbaarheid en spanningen kunnen wijzen op onderliggende psychische problemen.

Het herkennen van patronen zoals veranderingen in gedrag of verhoogd middelengebruik is essentieel om psychische problematiek vroegtijdig te signaleren en bespreekbaar te maken. Het gebruik van vragen zoals “Hoe gaat het nu echt met u?” kan helpen om de situatie beter te verhelderen.

 

Diagnostiek van psychische klachten

Anamnese en klachtenexploratie

Het diagnostisch proces bij psychische klachten start met een uitgebreide anamnese. Hierbij gaat het niet alleen om de aard en het ontstaan van de klachten, maar ook om de factoren die bijdragen aan het voortbestaan ervan. Er wordt samen met de patiënt onderzocht welke steunbronnen er zijn en welke factoren mogelijk verlichting kunnen bieden. Ook wordt gekeken naar eerder voorkomende klachten en wat toen heeft geholpen.

 

Vraagverheldering

Om een beter inzicht in de hulpvraag te krijgen, wordt samen met de patiënt verkend wat er als eerste zou moeten veranderen en hoe de patiënt deze verandering zelf zou willen aanpakken. Hierbij speelt de huisarts een ondersteunende en faciliterende rol.

 

Somatische en psychische comorbiditeit

Bij de diagnostiek wordt altijd rekening gehouden met eventuele somatische oorzaken en psychische comorbiditeit. Chronische lichamelijke aandoeningen kunnen namelijk een verhoogd risico op psychische klachten geven. Ook medicatie- en middelengebruik kunnen invloed hebben op de psychische gesteldheid van de patiënt.

 

Behandeling, begeleiding en terugvalpreventie

Psychische klachten zijn vaak van tijdelijke aard, waarbij de huisarts en POH-GGZ de patiënt ondersteunen om weer zelfstandig verder te kunnen. Het bespreken van dagelijkse gewoonten zoals slaap, voeding, beweging en ontspanning vormt een belangrijk onderdeel van de behandeling. De aanpak richt zich op herstel van een gezonde dagstructuur en verbetering van het zelfbeeld en de zelfredzaamheid van de patiënt.

 

Voorlichting en advies

De huisarts geeft de patiënt uitleg over de aard van de klachten en biedt informatie aan over beschikbare ondersteuningsmogelijkheden. Hierbij wordt bijvoorbeeld verwezen naar Thuisarts.nl voor betrouwbare informatie. Daarnaast worden adviezen gegeven over dagstructurering, werk, fysieke activiteit en ontspanning. Voor sommige patiënten kan het bijhouden van een dagboek of het doen van ontspanningsoefeningen helpen bij het verwerken van emoties en het verminderen van klachten.

 

Kortdurende psychologische behandelingen

Voor de behandeling van psychische klachten kunnen verschillende kortdurende psychologische behandelmethoden worden ingezet, zoals Problem Solving Treatment (PST), het KOP-model, oplossingsgerichte gesprekken en cognitieve gedragstherapeutische technieken. Welke behandeling het meest geschikt is, hangt af van de specifieke klachten en de voorkeuren van de patiënt, evenals de kennis en ervaring van de zorgverlener.

 

Problem Solving Treatment (PST)

PST is een korte psychologische behandeling gebaseerd op cognitieve gedragstherapie. Deze methode helpt patiënten hun zelfmanagementvaardigheden te versterken en hun copingstrategieën te verbeteren, door de nadruk te leggen op het aanpakken van onopgeloste problemen in het dagelijks leven. Het doel is om patiënten meer controle te geven, waardoor psychische klachten kunnen afnemen. Tijdens de behandeling helpt de huisarts of POH-GGZ de patiënt om problemen helder te definiëren en concrete doelen te formuleren. De nadruk ligt hierbij niet op het direct oplossen van problemen, maar op het versterken van het vermogen van de patiënt om actief aan zijn problemen te werken. Dit zorgt voor een grotere zelfredzaamheid en een meer oplossingsgerichte manier van denken.

 

Behandeling volgens het KOP-model

Het KOP-model is een kortdurend behandelmodel dat staat voor Klacht (K) = Omstandigheden (O) x Persoonlijke stijl (P). De behandeling verloopt volgens een vast patroon waarin het inzicht in de samenhang van klachten en omstandigheden centraal staat. Door de persoonlijke copingstijl te verbeteren, leren patiënten op een effectievere manier om te gaan met stressvolle gebeurtenissen. Gedragsexperimenten worden ingezet om nieuwe stijlen van reageren uit te proberen en zo betere copingvaardigheden te ontwikkelen.

 

Oplossingsgerichte gesprekken

Oplossingsgerichte gesprekken richten zich niet op het probleem zelf, maar op het vinden van oplossingen. Patiënten worden aangemoedigd om zich te concentreren op het heden en de toekomst en hun sterke kanten te benutten. De huisarts of POH-GGZ helpt de patiënt om uitzonderingen op het probleem te identificeren—momenten waarop het probleem zich niet voordoet—en deze uit te bouwen. De patiënt wordt gezien als expert van zijn eigen situatie, en de focus ligt op het versterken van positieve eigenschappen en vaardigheden.

 

Cognitieve gedragstherapeutische technieken

Hoewel in de huisartsenpraktijk vaak geen volledige cognitieve gedragstherapie (CGT) wordt toegepast, kunnen CGT-technieken zoals cognitieve herstructurering, gedragsexperimenten en het uitdagen van negatieve gedachten wel effectief zijn. Samen met de patiënt worden negatieve gedachten en bijbehorende gedragingen in kaart gebracht, waarna geprobeerd wordt deze te veranderen naar meer passende en helpende patronen.

 

Sociale begeleiding

Bij patiënten met sociale of materiële problemen kan verwijzing naar het maatschappelijk werk, vaak onderdeel van een wijkteam, een waardevolle aanvulling zijn. Dit geldt bijvoorbeeld bij problemen met huisvesting, financiën, opvoeding, dagbesteding, eenzaamheid of relatieproblemen.

 

Terugvalpreventie

Een belangrijk onderdeel van de behandeling is terugvalpreventie. Bespreek met de patiënt welke signalen kunnen wijzen op een terugval en stel een signaleringsplan op met concrete afspraken. Dit kan bijvoorbeeld bestaan uit het opnieuw oppakken van aangeleerde copingvaardigheden, het vasthouden aan een activiteitenplanning en, indien nodig, contact opnemen met de huisarts of POH-GGZ.

 

Monitoring en begeleiding van kinderen en naastbetrokkenen

Het actief volgen van de toestand van de patiënt, bijvoorbeeld door gebruik van de 4DKL, helpt om veranderingen in de psychische klachten goed in de gaten te houden. Speciale aandacht is er voor kinderen van patiënten met psychische klachten en andere naastbetrokkenen, die vaak een verhoogde belasting ervaren door de zorg die zij bieden. De huisarts kan passende ondersteuning bieden en risico’s, zoals huiselijk geweld of kindermishandeling, inventariseren en indien nodig verder actie ondernemen.

 

Herstel, participatie en re-integratie

Bij psychische klachten is het bevorderen van maatschappelijke participatie, waaronder werk, een belangrijke stap naar herstel. Passend werk kan bijdragen aan het welzijn van de patiënt. Het vermijden van werk of langdurig verzuim moet zoveel mogelijk worden voorkomen, omdat dit het herstel vaak vertraagt. De huisarts kan de patiënt helpen om, eventueel in aangepaste vorm, terug te keren naar werk en om in contact te komen met de bedrijfsarts voor verdere begeleiding.

 

Veelgestelde vragen

  1. Wat kan ik doen als de psychische klachten van mijn patiënt blijven aanhouden?
    Als de klachten aanhouden, kunt u overwegen om aanvullende diagnostiek te verrichten of de patiënt door te verwijzen naar een specialist. De POH-GGZ kan hierbij een belangrijke rol spelen in verdere behandeling. Ook het herzien van de probleemdefinitie of behandeldoelen kan helpen om een nieuwe richting te vinden.
  2. Hoe ga ik om met patiënten die hun klachten niet willen bespreken?
    Probeer een veilige omgeving te creëren en geef de patiënt de ruimte om zelf zijn of haar verhaal te vertellen. Stel open vragen en laat merken dat u er bent om te luisteren. Soms is geduld nodig voordat een patiënt zich comfortabel genoeg voelt om zijn of haar problemen te delen.
  3. Wat zijn goede manieren om psychische klachten bij migranten te bespreken?
    Bij migranten is het belangrijk om extra aandacht te besteden aan culturele verschillen en het referentiekader van de patiënt. Wees bewust van culturele normen, overtuigingen en eventuele taalbarrières. Vraag naar de invloed van culturele factoren op de klachten en betrek, indien mogelijk, familieleden of andere vertrouwde personen bij het gesprek.