De drug ‘tusi’ of ‘roze cocaïne’ wint aan bekendheid in Europa en Nederland. Hoewel de naam doet vermoeden dat het om cocaïne gaat, bevat het poeder doorgaans geen cocaïne maar een mix van stimulerende en hallucinogene middelen, zoals MDMA, ketamine, en soms nieuwe psychoactieve stoffen (NPS). Voor huisartsen is het belangrijk om bekend te zijn met deze drug vanwege de gevaren en de mogelijk onvoorspelbare effecten voor gebruikers.
Wat is tusi?
Tusi, ook bekend onder namen als ‘pink cocaine’, ‘pink lady’ en ‘tuci’, is een roze poeder dat oorspronkelijk uit Zuid-Amerika komt en daar populair werd als “elitedrug”. Het poeder wordt vaak voorzien van geur- en kleurstoffen om het aantrekkelijker te maken. In Europa zien we tusi nu steeds vaker, vooral in het uitgaansleven.
Samenstelling en werking
De precieze inhoud van tusi varieert sterk. Vaak bevat het MDMA, ketamine en cafeïne, en soms ook NPS zoals 3-MMC. Door de wisselende samenstelling kunnen gebruikers onvoorspelbare effecten ervaren. Het kan enerzijds verdovend werken door ketamine, terwijl MDMA zorgt voor euforie en verhoogde energie. Afhankelijk van de dosering en de specifieke inhoud, kunnen hallucinaties en black-outs optreden.
Gebruikers rapporteren uiteenlopende effecten, zoals:
- Euforie en sociale warmte
- Verdovend gevoel en duizeligheid
- Hallucinaties en verwarring
- Misselijkheid, braken en black-outs
Risico’s van gebruik
Een groot gevaar van tusi schuilt in de wisselende samenstelling en onvoorspelbare werking, wat het risico op overdosering en gevaarlijke bijwerkingen vergroot. Mogelijke gevolgen zijn onder meer:
- Hartklachten: Verhoogde hartslag, risico op hartaanvallen
- Mentale klachten: Angst, paranoia en depressie kunnen zich ontwikkelen of verergeren
- Fysieke schade: Door oververhitting en uitdroging, vooral bij gebruik tijdens feesten
- Bewustzijnsverlies: Gebruikers kunnen black-outs of ernstige desoriëntatie ervaren
Verslavingsrisico en behandeling
De aanwezigheid van verslavende stoffen zoals MDMA en ketamine verhoogt het risico op zowel fysieke als psychische afhankelijkheid van tusi. Behandelmethoden bij een tusi-verslaving zijn vergelijkbaar met die voor andere stimulerende middelen. Detoxificatie is de eerste stap, gevolgd door psychologische ondersteuning zoals cognitieve gedragstherapie om de onderliggende oorzaken van gebruik aan te pakken.
Relevantie voor huisartsen
Het gebruik van tusi in Nederland lijkt vooralsnog beperkt, maar het blijft essentieel om als huisarts op de hoogte te zijn van nieuwe trends op de drugsmarkt. Door alert te zijn op klachten die kunnen wijzen op drugsgebruik, zoals verwardheid, angstklachten of fysieke problemen als tachycardie en hypertensie, kan vroegtijdig hulp worden geboden.
Bij vermoeden van tusi-gebruik is het raadzaam om patiënten door te verwijzen naar een verslavingsspecialist en hen te informeren over de onvoorspelbare effecten en de gezondheidsrisico’s van deze drug. Zo kunnen huisartsen bijdragen aan het vroegsignaleren en behandelen van mogelijke drugsproblematiek, vooral bij jongeren die gevoelig kunnen zijn voor trends in het uitgaansleven.