Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Cholesterolopslag in levervetdruppels bevordert fibrose bij metabole leverziekten

fediverbeek
Nieuw onderzoek van Yale toont aan dat cholesterol in levervetdruppels rechtstreeks bijdraagt aan fibrose bij MASH, en biedt inzicht in nieuwe behandelrichtingen voor huisartsen.

Cholesterol als risicofactor binnen de lever

Hoewel cholesterol een bekende rol speelt in celstructuur en hormoonsynthese, blijkt uit recent onderzoek dat de locatie van cholesterolopslag in de lever bepalend kan zijn voor de ontwikkeling van leverfibrose bij patiënten met metabool geassocieerde leververvetting (MASLD) en steatohepatitis (MASH). Onderzoekers van de Yale School of Medicine hebben aangetoond dat cholesterol in vetdruppels in levercellen bijdraagt aan de verergering van deze aandoeningen.

 

Onderzoek naar MASH en fibrose

Doel van de studie

De studie, onder leiding van dr. Gerald I. Shulman, richtte zich op het identificeren van moleculaire aanjagers van fibrose bij MASH. Deze aandoening kenmerkt zich door opstapeling van vet, ontsteking en uiteindelijk littekenvorming in de lever.

Volgens Shulman is fibrose een belangrijke ommekeer in het ziekteverloop. Zodra deze fase bereikt is, is terugkeer naar een gezondere toestand beperkt mogelijk en neemt de kans op eindstadium-leverziekte aanzienlijk toe.

 

Cholesterol in vetdruppels als schadelijke factor

Plaats van cholesterolopslag is doorslaggevend

Een van de opvallende bevindingen was dat niet de totale hoeveelheid cholesterol in de lever, maar juist de opslag binnen vetdruppels de schade aanstuurt. Het blijkt dat cholesterol dat zich ophoopt in deze vetstructuren een ontstekingsreactie in gang zet, die leidt tot fibrose.

Dit proces werd eerst in proefdiermodellen vastgesteld en daarna bevestigd in humaan leverweefsel.

 

Mechanisme: ontstekingsreactie via lysosomen

De onderzoekers vermoeden dat cholesterol zich door het oppervlak van de vetdruppels dringt, waardoor het celinterne stressmechanismen activeert. Hierbij worden met name lysosomen geactiveerd, wat leidt tot het in werking treden van hepatische stellaatcellen. Deze cellen spelen een centrale rol bij de vorming van littekenweefsel in de lever.

 

Klinische implicaties en toekomstige benaderingen

Potentiële aangrijpingspunten voor behandeling

Door het ontrafelen van dit mechanisme ontstaan nieuwe mogelijkheden om leverfibrose en -ontsteking doelgericht aan te pakken. Er wordt momenteel onderzocht of remming van de cholesterolsynthese – eventueel in combinatie met andere middelen – niet alleen fibrose en ontsteking kan afremmen, maar ook verbetering kan brengen in insulineresistentie en vetophoping in de lever.

 

Relevantie voor de praktijk

Voor huisartsen die patiënten begeleiden met overgewicht, diabetes type 2 of verhoogde leverwaarden, biedt dit onderzoek waardevolle inzichten. Het benadrukt het belang van vroegtijdige detectie van leververvetting en monitoring van lipidenprofielen, waarbij niet alleen de hoeveelheid cholesterol, maar ook de metabole context van belang is.