Bij 1,5-lijnszorg is er een nauwe samenwerking tussen huisartsen en medisch specialisten. De 2e lijns-zorg wordt als het ware uit het ziekenhuis gehaald, en naar de 1e lijn gebracht. Voordelen hiervan zijn dat de wachttijden voor de patiënten worden verkort, dat specialistische zorg laagdrempeliger te bereiken is en het valt niet onder het eigen risico van de patiënt. “Het is daarmee een meer solidair systeem, want het is voor iedereen betaalbaar”, aldus huisarts Matthijs van der Poel.
Verschillende constructies voor 1,5-lijnszorg
De 1,5-lijnszorg kan via verschillende constructies opgezet worden. Een aantal voorbeelden zijn dat de medisch specialist spreekuur kan houden in de huisartsenpraktijk, een kaderhuisarts kan zich specialiseren of een huisarts kan meekijkconsulten organiseren. Ook declaratiesystemen en andere afspraken kunnen verschillen. Het is maar net afhankelijk van de mogelijkheden en wensen van de betrokken zorgverleners.
In de ruim opgezette praktijk van Van der Poel komen specialisten naar de praktijk toe. “Wij hebben nu een kinderarts die bij ons komt en een nurse practitioner voor vaatproblematiek”, vertelt Van der Poel. “Voor de kinderarts hebben we het zo geregeld dat zij een kamer van ons huurt, en de declaraties kunnen rechtstreeks naar de zorgverzekeraar. Bij de nurse practitioner werkt het weer anders. Zij komt via Mijn Kliniek en gebruikt weer een ander declaratiesysteem. Er zijn geen vaststaande routes, het kan bij iedere zorgverlener weer anders zijn.”
Voorwaarden voor 1,5-lijnszorg
Om goede 1,5-lijnszorg op te zetten zijn draagvlak, netwerk en tijd belangrijke voorwaarden. “Het is zeker in het begin veel werk”, vertelt Yolande Pleune, praktijkmanager bij Van der Poel. “Je moet contacten leggen met de specialist, uitzoeken hoe het met financiën en contracten zit en een goede manier van samenwerking vinden. Je moet een ruimte beschikbaar hebben met een inrichting waar ook dat specialisme goed zijn of haar werk kan doen. Apparatuur schaffen wij niet aan voor ze, dat nemen ze zelf mee als dat nodig is, maar we hebben wel bijvoorbeeld een extra grote ruimte zodat er eventueel ook kleine chirurgische verrichtingen kunnen plaatsvinden. We hebben ook twee kamers die meer ingericht zijn als zithoek dan als onderzoekskamer, omdat daar vraag naar was. Daarnaast zijn er natuurlijk de praktische zaken; er moet een bordje komen, de website moet aangepast. Dat moet in het begin allemaal geregeld. Maar als het eenmaal loopt, dan loopt het.”
Tevreden partijen
Zowel de specialisten als de huisartsen en de patiënten zijn heel tevreden over deze manier van zorg. “De specialisten kunnen hun werk doen in een andere, wat kleinschaligere setting dan het ziekenhuis”, legt Van der Poel uit. “Voor ons als huisartsen zijn ook die korte lijnen fijn, je weet bij wie je patiënt terecht komt en dat ze snel geholpen worden. Het helpt ons daarnaast de kosten te drukken van de huur van ons pand, omdat wij verschillende kamers onderverhuren voor de 1,5-lijnszorg. De patiënten vinden het fijn omdat de lijnen heel kort zijn, ze weten bij wie ze terecht komen en er is nauwelijks of geen wachtlijst. Bovendien valt 1,5-lijnszorg niet onder het eigen risico, waardoor het voor iedereen toegankelijk is.”
Kijk naar de knelpunten
Overweeg je als huisarts om 1,5-lijnszorg te bieden? “Kijk dan vooral naar waar de vraag ligt in jouw praktijk”, is het advies van Van der Poel. “Iedere praktijk heeft zijn eigen knelpunten. Wij kunnen bijvoorbeeld makkelijk en snel doorverwijzen op het gebied van KNO, dus daar hoeven wij niets extra’s voor te bieden. Maar op het gebied van kinderen en vaatproblematiek zaten wij wel met een vraagstuk. Daar hebben wij en de patiënten echt profijt van dat we dit in huis kunnen bieden. Wellicht breiden we dit in de toekomst ook nog uit naar andere specialismen.”