Sinds 2021 zijn de triagecriteria van de Nederlandse Triage Standaard (NTS) aangepast om de urgentie van klachten beter te kunnen beoordelen. Onderzoek van Nivel toont aan dat deze wijzigingen wisselende effecten hebben op de zorgverlening.
Gewenste verschuivingen
Bij bepaalde klachten, zoals “aanhoudend braken”, leidde de wijziging tot een lagere urgentie-inschatting door triagisten. Hierdoor werd minder vaak spoedzorg ingezet, wat de werkdruk op de huisartsenspoedposten verlichtte. Dit maakte de zorg efficiënter, vooral voor klachten die geen onmiddellijke medische interventie vereisen, zoals dehydratie zonder andere complicaties.
Ongewenste effecten
Er zijn echter ook ongewenste verschuivingen waargenomen. Zo werd “aanhoudend braken” soms ingeschaald als U3 in plaats van U5, wat leidde tot een onnodige verhoging van de urgentie. Dit resulteerde in een hogere werkdruk doordat patiënten sneller dan nodig werden doorverwezen naar spoedzorg. Deze foutieve urgentietoekenning vraagt om voortdurende aandacht van huisartsen om overschatting te voorkomen.
De “Spoed = Spoed”-maatregel
Sinds 2020 wordt daarnaast de “Spoed = Spoed”-maatregel steeds vaker toegepast. Deze maatregel verlaagt de werkdruk tijdens nachtelijke uren door klachten sneller te classificeren, zonder een uitgebreide anamnese. De ervaringen hiermee zijn gemengd; sommige triagisten zien het als een hulpmiddel om efficiënter te werken, terwijl anderen vrezen dat het ten koste gaat van de zorgvuldigheid bij urgentiebeoordeling.
Met de aanpassingen in de triagecriteria en de invoering van “Spoed = Spoed” blijft het voor huisartsen belangrijk om alert te zijn op de gevolgen van deze veranderingen in de dagelijkse praktijk.