Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Wat er in het brein gebeurt tijdens het lezen

fediverbeek
Onderzoek aan het Max Planck Instituut brengt gedetailleerd in kaart welke hersengebieden betrokken zijn bij het lezen van letters, woorden, zinnen en teksten. Een nuttig overzicht voor huisartsen met belangstelling voor cognitieve processen en taalverwerking.

Lezen is een vaardigheid die een fundamentele rol speelt in het dagelijks functioneren en de maatschappelijke participatie van mensen. Het stelt ons in staat om informatie te verwerken, te communiceren en nieuwe kennis op te doen. Onderzoek naar de hersenactiviteit die hiermee samenhangt, levert waardevolle inzichten op voor zowel de neurowetenschap als de klinische praktijk. Recente bevindingen van onderzoekers aan het Max Planck Instituut voor Cognitieve en Hersenwetenschappen bieden een gedetailleerd overzicht van hoe het brein verschillende vormen van geschreven taal verwerkt.

 

Analyse van hersenactiviteit tijdens lezen

Gegevens uit 163 studies

Het onderzoeksteam, onder leiding van Sabrina Turker en Beatrice Fumagalli, voerde een meta-analyse uit van 163 neuroimagingstudies. Daarbij werd gekeken naar hersenactiviteit tijdens het lezen van verschillende soorten taalmateriaal in alfabetische talen, zoals losse letters, betekenisloze pseudowoorden, woorden, zinnen en complete teksten. De gebruikte data waren afkomstig van functionele beeldvormingstechnieken, waaronder fMRI.

 

De rol van de linkerhersenhelft

Een belangrijke uitkomst van deze analyse is dat de linkerhersenhelft een centrale rol speelt bij alle vormen van lezen. Specifiek geactiveerde gebieden bevinden zich onder meer in het inferieure frontale gyrus en de temporo-occipitale cortex. Het lezen van alleen letters activeert vooral de linkeroctipitale regio, terwijl complexere taalvormen — zoals zinnen en teksten — een breder netwerk inschakelen.

 

Verschillen tussen leesvormen

Woorden versus pseudowoorden

Bij het lezen van bestaande woorden treden andere activatiepatronen op dan bij pseudowoorden. De verwerking van pseudowoorden vraagt andere subregio’s van de linker inferieure frontale gyrus. Dit wijst op een onderscheid in de manier waarop het brein bekende en onbekende taalelementen verwerkt.

 

Overt versus covert lezen

Het onderzoek maakt ook onderscheid tussen hardop lezen (overt) en stillezen (covert). Hardop lezen activeert hersengebieden die betrokken zijn bij motoriek en auditieve verwerking. Bij stillezen is er daarentegen meer activiteit zichtbaar in netwerken die verband houden met aandacht en cognitieve controle.

 

Expliciet en impliciet lezen

Verder blijkt dat stil lezen van woorden en pseudowoorden — omschreven als expliciet lezen — gepaard gaat met verhoogde activiteit in de orbitofrontale cortex, het cerebellum en de temporale gebieden. Bij taken die eerder berusten op woordherkenning zonder expliciete lezing (zoals lexical decision-taken), worden andere hersenstructuren aangesproken, met name in de frontale en insulaire regio’s.

 

Implicaties voor onderzoek en kliniek

Het overzicht biedt een bruikbaar raamwerk om verschillen in leesvaardigheid en -verwerking bij diverse doelgroepen beter te begrijpen. De beschreven hersennetwerken kunnen van belang zijn bij vervolgonderzoek naar leesproblemen, waaronder dyslexie. Daarnaast kunnen deze bevindingen bijdragen aan het ontwikkelen van gerichte ondersteuning voor mensen met taal- of leerstoornissen.