Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Waarom vrouwen gemiddeld een sneller hartritme hebben en mannen vaker hartritmestoornissen ontwikkelen

fediverbeek
Een studie van Ohio State University toont aan dat genetische verschillen in de sinusknoop bijdragen aan snellere hartslagen bij vrouwen en een verhoogde kans op hartritmestoornissen bij mannen.

Verschillende genetische profielen in de sinusknoop

Onderzoekers van het Ohio State University Wexner Medical Center hebben ontdekt dat de sinusknoop (sinoatriale knoop), het natuurlijke pacemakercentrum van het hart, genetisch verschilt tussen mannen en vrouwen. Deze bevinding biedt een verklaring voor het al langer bekende verschil in hartritmes tussen de seksen: vrouwen hebben doorgaans een hogere hartslag, terwijl mannen vaker te maken krijgen met ritmestoornissen zoals atriumfibrilleren (AF).

Het onderzoek is uitgevoerd aan de hand van menselijk hartweefsel dat beschikbaar werd gesteld door orgaandonoren via Lifeline of Ohio. De resultaten zijn gepubliceerd in het vakblad Circulation: Arrhythmia and Electrophysiology.

 

Hogere hartslag bij vrouwen verklaard door genactiviteit

De analyse toonde aan dat bepaalde genen die betrokken zijn bij het reguleren van de hartslag, sterker tot uiting komen in vrouwelijke harten. Zo werd een verhoogde activiteit van de genen TBX3 en HCN1 gevonden. Deze genen ondersteunen een snellere impulsgeleiding in de sinusknoop, wat bijdraagt aan een sneller hartritme.

Volgens dr. Ning Li, onderzoeksassistent aan de Ohio State University en medeauteur van het artikel, zijn deze genen bepalend voor het snellere hartritme dat vaak bij vrouwen wordt gemeten. Dit kan ook samenhangen met aandoeningen zoals ongepaste sinustachycardie, een ritmestoornis waarbij de hartslag abnormaal hoog is in rust.

 

Verhoogd risico op ritmestoornissen bij mannen

Bij mannen werden daarentegen andere genennetwerken geactiveerd, met name die verband houden met ontsteking en de productie van collageen. Deze processen kunnen leiden tot verstoringen in de elektrische geleiding van het hart en vergroten de kans op aandoeningen zoals atriumfibrilleren of geleidingsblokkades.

Professor Vadim Fedorov, hoofdonderzoeker en hoogleraar fysiologie aan de Ohio State University, legt uit dat deze genetische verschillen helpen verklaren waarom ritmestoornissen vaker voorkomen bij mannen. De verhoogde ontstekingsactiviteit en fibrose kunnen het elektrische netwerk in het hart verstoren en zo het risico op afwijkende hartritmes verhogen.

 

Implicaties voor de klinische praktijk

De studie benadrukt het belang van een geslachtsspecifieke benadering bij het diagnosticeren en behandelen van hartritmestoornissen. Door rekening te houden met genetische en biologische verschillen kunnen behandelmethoden beter afgestemd worden op het individuele risicoprofiel van patiënten.

Hoewel verdere studies nodig zijn om deze inzichten klinisch toe te passen, kan deze kennis bijdragen aan het verfijnen van therapieën – van medicatie tot pacemakerinstellingen – op basis van biologische kenmerken.

 

Tot slot

De genetische verschillen in de sinusknoop tussen mannen en vrouwen werpen nieuw licht op het ontstaan van hartritmeverschillen en -stoornissen. Deze bevindingen bieden aanknopingspunten voor een meer gepersonaliseerde benadering in de cardiologie, waarbij geslacht niet slechts een demografische factor is, maar een biologisch relevante variabele in de hartgezondheid.