Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Seksueel grensoverschrijdend gedrag in de zorg

fediverbeek
Steeds meer meldingen van seksueel grensoverschrijdend gedrag in de zorg onderstrepen de noodzaak voor structurele preventie en professioneel handelen door huisartsen en andere zorgverleners.

Seksueel grensoverschrijdend gedrag in de zorg: signalering en preventie

Seksueel grensoverschrijdend gedrag tussen zorgverleners en cliënten komt vaker voor dan de officiële cijfers doen vermoeden. In 2024 ontving de Inspectie Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) 330 meldingen van dergelijk gedrag, waarvan het overgrote deel fysiek van aard was. Toch is dit volgens het Wetenschappelijk Onderzoek- en Datacentrum (WODC) slechts een fractie van de werkelijke omvang.

 

Aantallen geven slechts een beperkt beeld

Hoewel het aantal meldingen bij de IGJ in 2024 stabiel bleef ten opzichte van 2023, vormen deze meldingen slechts een klein deel van de werkelijkheid. Het WODC becijferde dat ruim 11.000 mensen in Nederland in één jaar tijd slachtoffer waren van seksueel grensoverschrijdend gedrag door een zorgverlener. Ruim 9.000 van hen maakten offline seksuele intimidatie mee, bijna 3.000 werden online geïntimideerd en bijna 2.000 personen rapporteerden fysiek seksueel geweld.

De meldingen bij de IGJ betroffen vooral begeleiders, artsen, verpleegkundigen en fysiotherapeuten. Van de meldingen was 84% fysiek van aard, zoals onnodige aanrakingen of onderzoeken en seksuele handelingen. In 38% van de gevallen ging het om een eenmalig incident; in 34% vond het gedrag over langere tijd plaats, met name in de geestelijke gezondheidszorg.

 

Impact op de cliënt en het zorgproces

De vertrouwensrelatie tussen cliënt en zorgverlener is fundamenteel voor het leveren van goede zorg. Seksueel grensoverschrijdend gedrag schendt dit vertrouwen op een diep niveau. Cliënten raken vaak het vertrouwen in de gehele zorgsector kwijt, vermijden zorg, en kampen langdurig met psychische en lichamelijke klachten. Deze gevolgen maken dat vroegtijdige signalering en preventie vanuit de zorgverlener noodzakelijk zijn.

 

Preventie vraagt om structurele maatregelen

Veel zorgaanbieders reageren pas als er sprake is van een incident. In de gehandicaptenzorg zijn inmiddels richtlijnen ontwikkeld, maar in andere sectoren – zoals de geestelijke gezondheidszorg, verpleeghuiszorg en eerstelijnszorg – wordt nog gezocht naar werkzame preventiemaatregelen.

Voor huisartsen betekent dit onder meer:

  • Regelmatige intervisie waarin professioneel gedrag en grenzen in zorgrelaties worden besproken.
  • Transparante communicatie richting patiënten over het doel en de aard van lichamelijk onderzoek.
  • Bewustzijn van machtsverhoudingen in de behandelrelatie.
  • Alertheid bij collega’s of andere zorgverleners binnen of buiten de praktijk.
  • Actieve betrokkenheid bij het opstellen en handhaven van een meldbeleid binnen de praktijk of zorggroep.

Rol van praktijkhouders en bestuurders

Bestuurders van zorgorganisaties én zelfstandige zorgverleners dragen de gezamenlijke verantwoordelijkheid om preventiebeleid te ontwikkelen en een veilige meldcultuur te creëren. Het ontbreekt echter nog vaak aan structurele borging hiervan. Een zorgrelatie waarin seksueel grensoverschrijdend gedrag voorkomt, vraagt niet alleen om incidentmanagement, maar om fundamentele herziening van het beleid.

Voor praktijkhouders betekent dit:

  • Duidelijke gedragsnormen opnemen in de praktijkrichtlijnen.
  • Nieuwe medewerkers screenen op eerder gedrag.
  • Patiënten informeren over wat wel en niet hoort in de behandelrelatie.
  • Melden binnen de praktijk bespreekbaar maken en faciliteren.
  • Kennisdeling bevorderen via bij- en nascholing over professionele grenzen.

Beperkte meldingsbereidheid en juridische opvolging

Opvallend is dat in ruim 70% van de meldingen geen aangifte is gedaan bij de politie. Vaak komt de aangifte, als die er al komt, van de patiënt of cliënt zelf. Instellingen treden zelden op met tuchtklachten, ondanks de mogelijkheid om dit te doen bij zorgverleners die in het BIG-register staan. Dit draagt bij aan het blijven bestaan van risicovolle situaties.

 

Samen werken aan veilige zorg

Zorgprofessionals kunnen bijdragen aan een cultuur waarin onwenselijk gedrag sneller wordt herkend, besproken en aangepakt. Dat begint met zelfreflectie, intercollegiaal overleg en de bereidheid om ook binnen de eigen praktijk preventieve maatregelen te nemen. Alleen door gezamenlijk verantwoordelijkheid te nemen, kan seksueel grensoverschrijdend gedrag in de zorg structureel worden teruggedrongen.

 

Veelgestelde vragen

1. Hoe herken ik signalen van seksueel grensoverschrijdend gedrag bij een collega of andere zorgverlener?

Let op gedragingen zoals ongepaste opmerkingen, onduidelijkheid over het doel van lichamelijk onderzoek of opvallend veel privécontact met patiënten. Signalen van cliënten – zoals vermijding van zorg, plotselinge klachten over specifieke zorgverleners of lichamelijke stressreacties – kunnen ook wijzen op grensoverschrijding.

2. Wat moet ik doen als een patiënt mij vertelt dat hij of zij slachtoffer is van seksueel grensoverschrijdend gedrag door een andere zorgverlener?

Luister zonder oordeel, neem de melding serieus en bespreek samen vervolgstappen. Informeer over de mogelijkheden tot aangifte, melding bij de IGJ of een klacht bij een tuchtcollege. Bied zo nodig ondersteuning bij het zoeken van passende hulp, zoals contact met het Centrum Seksueel Geweld.

3. Wat kan ik binnen mijn eigen praktijk doen om seksueel grensoverschrijdend gedrag te voorkomen?

Zorg voor heldere gedragsregels en een veilig meldklimaat. Bespreek professioneel gedrag en grensbewaking regelmatig tijdens praktijkoverleggen of intervisie. Evalueer of patiënten voldoende geïnformeerd zijn over hun rechten binnen de behandelrelatie en maak afspraken over lichamelijk onderzoek altijd expliciet.