Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Organisatie ‘Buurtdokters’ zet in op vaste huisarts

Marjolein Streur-Kranenburg
Mensen die een vaste huisarts hebben leven langer, zijn gezonder en de zorg is goedkoper. Maar praktijkhouderschap vraagt meer dan alleen goede zorg. Er komt een hoop beleid en regelwerk bij kijken. Huisarts Sophie Brühl en zorgeconoom Bob Verhagen startten daarom in 2020 met Buurtdokters. Zij helpen met de zakelijke kant, en de dokter kan zich weer richten op de patiënten.
arts schudt handen - concept samenwerking buurtdokters
Cropped shot of a doctor shaking hands with a businessman *** Local Caption *** © Cecilie_Arcurs / Getty Images / iStock

Augustus 2022 was Buurtdokters groot in het nieuws. Inwoners van Lexmond wilden niet meer steeds een ander gezicht als ze bij de huisarts kwamen; ze hadden behoefte aan vaste huisartsen. Samen met Buurtdokters kregen ze dat voor elkaar. De inwoners zelf zorgden voor een lening zodat de praktijk overgenomen kon worden door twee nieuwe, vaste huisartsen, in samenwerking met Buurtdokters. De huisartsen konden zo een eigen praktijk draaien waarin ze vooral met de patiëntenzorg bezig konden zijn en de inwoners hadden weer hun vaste gezichten. Win-win voor beide partijen.

Behoefte aan vaste huisarts

Dit was een duidelijk voorbeeld van wat Bruhl en Verhagen al wisten; patiënten willen graag een vaste huisarts. Ook uit literatuur blijkt niet alleen dat patiënten een vaste huisarts prettiger vinden, maar ook dat het allerlei voordelen oplevert qua gezondheid en kosten. Een vaste huisarts kent de context en de geschiedenis. “Huisartsenzorg is levensloopgeneeskunde”, vertelt Brühl. “Je kent de mensen, je snapt wat iemand nodig heeft. Je wordt eerder geloofd, er is een groter vertrouwen en het vak is ook leuker als je die verbanden ziet. Dat is voor veel huisartsen de voornaamste reden om praktijkhouder te worden”.

Hulp op zakelijk gebied

Tegelijkertijd neemt het aantal praktijkhouders af. Dat komt onder meer omdat er een hoop komt kijken bij het worden van praktijkhouder. “Als praktijkhouder ben je ondernemer. Je krijgt dus managementtaken erbij, verzekeraars willen van alles en je moet denken op beleidsniveau. Dokters zijn fantastisch in het analyseren van problemen, maar meer op het gebied van geneeskunde dan op beleid. Wij willen die zorg beter maken, zodat praktijkhouderschap behapbaar en lonend is,” vertelt Brühl.

Buurtdokters helpt huisartsen op het zakelijke gebied. “Wij scheppen kaders en helpen bij de dingen die komen kijken bij het opzetten van een praktijk. Denk hierbij aan het implementeren van een patiëntenportaal, dagindeling maken, ruimte maken voor e-consults en nieuwe werkwijzes adapteren. We faciliteren het goede gesprek zodat duidelijk wordt wie wat wil doen. Maar we kunnen bijvoorbeeld ook helpen te zorgen dat er assistentes zijn en invallers in het geval van ziekte.”

Samen brainstormen

Hierbij richten ze zich op mensen die beginnen met een praktijk, maar ook mensen die al een praktijk hebben en ondersteuning nodig hebben. “Het voordeel is dat je het samen doet. Wij zijn een brainstormpartner en hebben inmiddels veel kennis en ervaring van hoe het in andere praktijken werkt. Je staat er als huisarts niet alleen voor en hoeft niet zelf het wiel uit te vinden. Dokters willen graag zorgen en zitten niet te wachten op de administratieve rompslomp, investeringen en dat soort geregel. Dat kunnen wij allemaal. We kunnen helpen een nieuw pand te vinden en een team te bouwen. We helpen artsen met vragen wat je wil, wie je bent, is je team op orde? Met elkaar kijken we hoe je dat het beste vorm kan geven.”

Niet de drukte en zwaarte

“Wij sluiten een maatschap met een praktijkhouder. Van de omzet trekken we huur, investering en collectieve inkoop af. De huisarts wordt betaald als waarnemer, dus je hebt een gegarandeerd inkomen. De winst die overblijft delen we door de helft. Je bent dus wel praktijkhouder, maar hebt niet de drukte en de zwaarte ervan. En je krijgt meer betaald dan een waarnemer. Zo hou je het behapbaar en lonend. Het praktijkhouderschap zoals het vaak is, vinden veel jonge dokters niet oké om in te stappen. De kikkers zijn gaargekookt. Maar het vak is wel de moeite waard, en als het bij je past, helpen wij uitdenken hoe het wel kan.”