Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Leefstijl versus medicatie bij overgewicht

fediverbeek
Leefstijl en medicatie bij overgewicht: wat is de rol van de huisarts? Dit artikel biedt een helder overzicht van behandelopties, indicaties en praktische handvatten voor de spreekkamer.

Overgewicht is een veelvoorkomend thema in de huisartsenpraktijk. De toegenomen belangstelling voor afslankmedicatie, zoals semaglutide en liraglutide, roept vragen op over de rol van de huisarts in de behandeling van patiënten met overgewicht. Tegelijkertijd is er groeiend bewijs dat leefstijlinterventies, mits goed begeleid, effectief kunnen zijn in het verlagen van gezondheidsrisico’s. Dit artikel biedt inzicht in de afweging tussen leefstijl en medicatie bij overgewicht en geeft handvatten voor een onderbouwd behandeladvies in de spreekkamer.

De rol van de huisarts bij het signaleren en behandelen van overgewicht

De huisarts is vaak het eerste aanspreekpunt voor mensen met overgewicht. Een belangrijke stap is het in kaart brengen van het gewichtsgerelateerde gezondheidsrisico (GGR), op basis van BMI, buikomvang en aanwezige comorbiditeit. Daarnaast is het relevant om te kijken naar onderliggende oorzaken, zoals psychische klachten, medicatiegebruik of hormonale disbalans.

Het behandeltraject start doorgaans met een persoonlijke risico-inventarisatie, gevolgd door het opstellen van een behandelplan dat rekening houdt met wat de patiënt zelf kan en welke ondersteuning nodig is. Diagnostiek, begeleiding en verwijzing maken onderdeel uit van de huisartsenzorg en worden vergoed vanuit het basispakket.

Leefstijl als eerste stap: GLI en andere interventies

Leefstijlbegeleiding vormt de hoeksteen van de behandeling bij overgewicht. De Gecombineerde Leefstijlinterventie (GLI) is sinds 2019 beschikbaar als een erkende interventie voor volwassenen met overgewicht of obesitas. GLI-programma’s bieden twee jaar begeleiding gericht op voeding, beweging en gedragsverandering.

Uit gegevens van het RIVM blijkt dat deelnemers gemiddeld 4,4% tot 5% gewichtsverlies behalen, ongeacht het gebruik van gewichtsverlagende medicatie. Daarnaast laat het programma verbetering zien in de ervaren kwaliteit van leven. GLI wordt onder voorwaarden vergoed en is geschikt voor mensen met een BMI van 30 of hoger, of vanaf een BMI van 25 met bijkomende risicofactoren.

Naast GLI blijven individuele leefstijladviezen door de huisarts, praktijkondersteuner of diëtist belangrijk. Hierbij is aandacht voor voeding, beweging, slaap, stress, dagritme en alcoholgebruik. De begeleiding richt zich op gedragsaanpassing en het vasthouden van gezonde gewoontes.

Medicatie bij overgewicht: wanneer en voor wie?

Medicatie is geen eerste behandelstap, maar kan een aanvullende optie zijn bij patiënten met ernstig overgewicht die onvoldoende resultaat boeken met leefstijlinterventies. In Nederland zijn op dit moment enkele middelen beschikbaar, waaronder liraglutide (Saxenda), naltrexon/bupropion (Mysimba) en semaglutide. Deze middelen zijn alleen onder voorwaarden beschikbaar voor vergoeding en meestal pas bij een BMI ≥ 35.

De werking van deze medicatie is gericht op verzadiging of het verminderen van eetlust. Het gewichtsverlies dat hiermee wordt bereikt varieert sterk, gemiddeld tussen de 5% en 15%, afhankelijk van het middel en de patiënt. Er is echter sprake van terugval in gewicht bij het stoppen van de behandeling. Langdurig gebruik is vaak nodig, wat vragen oproept over veiligheid, kosten en beschikbaarheid.

De combinatie van leefstijl en medicatie: aanvullend, niet vervangend

Medicatie werkt het beste in combinatie met leefstijlaanpassing. Patiënten die medicijnen gebruiken ondervinden vaak steun bij het realiseren van gedragsverandering, bijvoorbeeld doordat ze eerder verzadigd zijn of minder trek ervaren. Dit vergemakkelijkt het aanleren van nieuwe eetgewoontes.

Belangrijk is om te benadrukken dat medicatie een hulpmiddel is en geen vervanging voor leefstijlverandering. Zonder blijvende gedragsaanpassing is de kans op gewichtstoename bij het stoppen van de medicatie groot. De huisarts speelt hierin een rol door verwachtingen te bespreken en gedragsmatige begeleiding voort te zetten of te verwijzen.

Praktische overwegingen in de spreekkamer

Bij het bespreken van behandelmogelijkheden is het belangrijk om patiënten goed te informeren over de indicaties, effecten en beperkingen van zowel leefstijlinterventies als medicatie. De volgende punten kunnen helpen bij de besluitvorming:

  • Begin met leefstijlbegeleiding, al dan niet via GLI.

  • Inventariseer eerdere pogingen en motivatie van de patiënt.

  • Overweeg medicatie alleen als er sprake is van onvoldoende resultaat met GLI of individuele begeleiding.

  • Evalueer de medische geschiktheid en bespreek mogelijke bijwerkingen.

  • Werk samen met andere zorgverleners, zoals de diëtist of internist, bij twijfel of complexe casuïstiek.

Tot slot

Leefstijlverandering blijft de basis in de behandeling van overgewicht binnen de huisartsenpraktijk. Medicatie kan onder voorwaarden een waardevolle aanvulling zijn voor een beperkte groep patiënten, maar is geen alternatief voor gedragsaanpassing. De huisarts vervult een centrale rol in het vroegtijdig signaleren van overgewicht, het begeleiden van leefstijltrajecten en het zorgvuldig afwegen van medicamenteuze ondersteuning. Duidelijke communicatie en realistische doelen zijn hierbij onmisbaar.