Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Insomnie: slaapstoornissen in de eerstelijn

fediverbeek
Nachts liggen woelen en niet kunnen inslapen. Prikkelbaarheid en concentratieverlies overdag. Slaapstoornissen komen veel voor en kunnen heel divers van aard zijn. Mensen met psychiatrische aandoeningen hebben vaker dan gemiddeld te maken met slaapproblematiek. Toch wordt de aandoening niet altijd erkend en behandeld.

 

In dit artikel komen de volgende onderwerpen aan de orde:

  1. Wanneer spreek je van een slaapstoornis?
  2. Welke slaapstoornissen zijn er?
  3. Relatie slaapproblemen en psychische problematiek
  4. Cognitieve gedragstherapie (CGT) insomnie (slapeloosheid)
  5. Leefstijladviezen om beter te slapen
  6. Imaginatie en Rescripting Therapie (IRT) voor nachtmerries
  7. Slaapproblemen bij pubers
  8. De risico’s van slaapmedicatie
  9. Melatonine: geen huis-, tuin en keukenmiddel
  10. Onderbehandeling slaapproblematiek

 

Wanneer spreek je van een slaapstoornis?

Slapen is een periode van rust die we nodig hebben om lichamelijk en geestelijk te herstellen. De slaapbehoefte is per persoon verschillend.

Iedereen heeft wel eens een slechte nacht. Of een korte periode waardoor je, bijvoorbeeld door drukte op het werk, wat minder goed slaapt. Als de klachten lang aanhouden en leiden tot problemen bij het dagelijks functioneren, spreken we van een slaapstoornis.

Ongeveer 1 op de 10 volwassenen in Nederland slaapt slecht. Volgens diverse grote mondiale onderzoeken naar het bestaan van slaapstoornissen heeft zelfs 20% van de volwassenen een slechte nachtrust. Bij vrouwen ligt dat percentage twee keer zo hoog.

Slaapproblemen zijn divers. Mensen slapen niet of amper, hebben angstige dromen, denken dat ze stikken. Of ze schoppen zonder dat ze het willen met hun benen.

 

Gevolgen slecht slapen

Slecht slapen heeft, onder andere, negatieve effecten op een aantal cognitieve functies. Het wordt lastiger om de aandacht erbij te houden en de geheugenfunctie vermindert. Ook is het moeilijker om beslissingen te nemen en oplossingen voor problemen te bedenken. Vanwege onder meer de verstoorde stofwisseling ’s nachts, verhoogt een slaapstoornis de kans op het krijgen van lichamelijke aandoeningen als diabetes, hart- en vaatziektes en overgewicht.

Uit recent onderzoek blijkt dat mensen met chronische slapeloosheid niet zozeer korter maar vooral minder aangesloten slapen.

 

Welke slaapstoornissen zijn er?

Er zijn wel tachtig verschillende slaapstoornissen. De meest voorkomende aandoening is insomnie, chronische slapeloosheid. Bijna een op de tien Nederlanders heeft er last van. Bij mensen met een psychiatrische aandoening ligt dat percentage een stuk hoger. Er is sprake van insomnie als mensen minstens drie keer per week voor minimaal drie maanden problemen hebben met in- of doorslapen.

Slaapstoornissen worden meestal ingedeeld in zes groepen:

 

Risicofactoren voor het ontwikkelen van een slaapstoornis:

  • Lichamelijke aandoeningen (vooral als er pijn bij komt kijken)
  • Psychiatrische aandoeningen
  • Vrouw zijn, vooral in de overgang slapen vrouwen slechter vanwege de afname van de hormonen oestrogeen en progesteron.
  • Ouder worden vanwege het afnemen van melatoninespiegels.

 

Snel testen of iemand lijdt aan chronische slapeloosheid of een nachtmerriestoornis? Gebruik de test van de Universiteit van Amsterdam.

Relatie slaapstoornissen en psychische problematiek

Er is een sterke relatie tussen slaapproblemen en psychiatrie. Enkele uitspraken van professionals:

  • Bij 25% tot 40% van de mensen met slaapproblemen is ook sprake van psychiatrische problematiek. Het gaat dan vooral om angst, stemmings- en psychotische stoornissen en verslaving. [bron: Paul Seerden, psychiater bij GGZ Friesland]
  • Uit onderzoek blijkt dat 90% van de mensen met een depressie een verstoorde biologische klok heeft. Het risico op het ontwikkelen van een slaapstoornis is dan veel groter. [Bron: Dr. Judith Haffmans, klinisch farmacoloog en chronobioloog bij PsyQ]
  • Onze boodschap voor de ggz is dat slaap heel belangrijk is voor het ontstaan en instand houden van psychiatrische problematiek. Als je slapeloosheid niet mee behandelt, is er een grotere kans op terugval. [Inge Ensing, GZ- psycholoog en somnoloog bij Expertisecentrum Slaap en Psychiatrie]
  • Uit onderzoek blijkt dat insomnie de grootste risicofactor is voor het ontwikkelen van een depressie. [Bron Barbara Mulder, psycholoog en slaapexpert bij Slaapmakend]

 

Kip en ei

In de psychiatrie gaat het meestal om insomnie, chronische slapeloosheid. Leiden psychische klachten tot een slaapstoornis? Of veroorzaakt slapeloosheid psychische klachten? Beiden komen voor en dit kan ertoe leiden dat de patiënt in een vicieuze cirkel terecht komt. ‘Kunnen ontspannen is bijvoorbeeld essentieel om goed te kunnen slapen,’ verklaart Marsha Hamers, psycholoog en somnoloog  bij Centrum voor Slaapgeneeskunde Kempenhaeghe. ‘Dat is meestal al lastig voor mensen met psychiatrische problematiek.’

 

Zwarte bril

Bovendien maakt slecht slapen vermoeid, somber en prikkelbaar. ‘Het lijkt erop alsof langdurig slaaptekort je het leven door een zwarte bril laat zien’ zegt  Marike Lancel, somnoloog en senior onderzoeker in het Expertisecentrum Slaap en Psychiatrie van GGZ Drenthe en bijzonder hoogleraar slaap en psychopathologie aan de Rijksuniversiteit Groningen, in het GGZ College over slaap. ‘Je wordt ontvankelijker voor negatieve gebeurtenissen en bent minder gevoelig voor de leuke dingen. Mensen krijgen een slechtere stemming en worden angstiger. Dan is het begrijpelijk dat ze een hogere kans lopen op het krijgen van een aantal psychiatrische stoornissen.’

Bekijk het GGZ College over Het belang van goede slaap voor je psychische gezondheid van GGZ Friesland. Met Paul Seerden, psychiater, Marike Lancel, somnoloog en senior onderzoeker in het Expertisecentrum voor Slaap en Psychiatrie van GGZ Drenthe en Barbara Mulder, psycholoog en slaapexpert bij Slaapmakend.

 

Amygdala slaat op hol

Slaaptekort heeft een negatief effect op het brein. Psycholoog Mulder licht toe dat een goede nachtrust zorgt voor een gezonde verbinding tussen de prefrontale cortex en de amygdala. De amygdala is het deel van de hersenen dat het meest in verband wordt gebracht met angst(reacties).

Is de verbinding tussen deze twee hersengebieden goed, dan remt de prefrontale cortex de amygdala. ‘Een nachtje slecht slapen is niet erg’ zegt Mulder. ‘Het  sympathisch zenuwstelsel gaat over op een compensatiesysteem waardoor je de dag toch doorkomt. Maar duurt dat te lang, dan raak je overbelast. De amygdala wordt overactief waardoor iemand voortdurend valse alarmsignalen van gevaar en angst binnenkrijgt. Er is dan een grote kans op het ontwikkelen van een angststoornis of een depressie.’

 

Vertraagd herstel

Somnoloog en onderzoeker Lancel wijst erop dat slapeloosheid de ernst van de psychiatrische symptomen kan versterken. Iemand met ADHD wordt bijvoorbeeld nog drukker. Bovendien zit slapeloosheid psychisch herstel van bijvoorbeeld een depressie in de weg. Uit het onderzoek Member of Sleep 2008 bleken mensen met een depressie die slaaptherapie hadden gekregen twee keer zo snel te herstellen.

 

Versterkt suïcidaal gedrag

Ook verhoogt een slaapstoornis het risico op suïcidaal gedrag. Voor patiënten met schizofrenie is dat 13% hoger in vergelijking met patiënten zonder slaapstoornis. Voor mensen met een paniekstoornis, een depressie en PTSS is er een verhoogd risico van ongeveer 2%. [Malik at all, Systematic reviews 2014]

 

Overige slaapstoornissen

In de psychiatrie gaat het in veel gevallen om insomnie. Maar ook andere slaapstoornissen kunnen een link hebben met psychische problematiek. Zo kan sommige medicatie slaapproblemen veroorzaken of verergeren. Ensing, GZ-psycholoog en somnoloog: ‘Rusteloze benen kunnen bijvoorbeeld ontstaan of verergerd worden door medicatie, zoals quetiapine. Ook SSRI’s hebben een activerende werking en kunnen slapeloosheid verergeren als ze ’s avonds worden ingenomen. Onze advies is dan ook om ze ‘s ochtends in te nemen.’

Slaapapneu en depressie komen vaak gelijktijdig voor. ‘Dat kan samenhangen met overgewicht, medicatiegebruik en psychosociale problemen’ licht Ensing toe. ‘Medicatie en een ongezonde levensstijl kunnen overgewicht in de hand werken. En overgewicht is een risicofactor voor slaapapneu. In veel gevallen gaat het om een kluwen van problemen die wij proberen te ontwarren’ vervolgt ze. ‘Ook slaapstoornissen als nachtmerries en slaapwandelen kunnen samenhangen met of verergerd worden door leefgewoonten en slaaphygiëne.’

 

Kennis van slaapstoornissen belangrijk

Ook Sylvie Dujardin, neuroloog en somnoloog in Centrum voor Slaapgeneeskunde Kempenhaeghe, wijst op de link die er kan bestaan tussen psychiatrie en slaapproblematiek. Ze vindt het belangrijk dat professionals in de ggz op de hoogte zijn van de verschillende slaapstoornissen en ze meenemen in hun diagnostische overwegingen. Patiënten die een klacht hebben die lijkt op parasomnie, kunnen bijvoorbeeld ook een dissociatieve stoornis hebben. En naast rusteloze benen, ontwikkelen sommige patiënten onder invloed van psychiatrische medicatie slaapgerelateerde klachten als slapeloosheid of juist overmatige slaperigheid overdag.

In andere gevallen is de psychiatrische aandoening de trigger die de slaapstoornis uitlokt. ‘Zo hadden wij een patiënt die nachtmerries kreeg en begon te slaapwandelen na een ongeval waar hij PTTS aan had overgehouden. Met behandeling van de PTSS  verdwenen de nachtmerries maar niet het slaapwandelen. Met een slaaponderzoek hebben wij de diagnose diepe NREM parasomnie kunnen stellen.’

 

Genetische aanleg

Zijn er ook slaapstoornissen die puur lichamelijke oorzaken hebben? ‘Dat geldt zeker voor een groot aantal slaapstoornissen’ is het antwoord van Dujardin. ‘Wel is het precieze mechanisme in veel gevallen nog niet bekend. Narcolepsie is een voorbeeld waarbij dat wel het geval is. Deze patiënten hebben een tekort aan hypocretine, een stof in de hersenen die een belangrijke rol speelt bij de aansturing van het slaap- en waakritme.’

Bij veel slaapstoornissen is er sprake van een  genetische gevoeligheid. Klachten worden echter vaak getriggerd door omgevingsfactoren. Als voorbeeld noemt Dujardin een patiënt met diepe NREM parasomnie die lange tijd geen last had gehad van de aandoening. ‘Maar na de geboorte van haar eerste kind kwamen de symptomen terug. Ze werd meerdere malen per nacht wakker. Ze dacht dat haar kind tussen de lakens verstopt zat of onder het bed lag. Het waakzaam slapen en het slaaptekort door de zorg voor de baby was duidelijk een trigger voor het opspelen van de stoornis.’

Dujardin zet in deze situaties in eerste instantie cognitieve gedragstherapie in. ‘Ook bij andere slaapstoornissen spelen gedragsmatige factoren vaak een rol bij het ontstaan of verergeren van klachten. Gedragsmatige behandeling is daarom altijd van belang. Zo nodig als basis van de verdere behandeling met medicatie, die afhankelijk van de klacht gegeven kan worden. ’

Er zijn diverse behandelingen voor diverse slaapstoornissen. Lees de ervaringen van patiënten van Centrum voor Slaapgeneeskunde Kempenhaeghe

In december 2020 verscheen het boek Slaapstoornissen in de psychiatrie, onder redactie van de Marike Lancel, somnoloog en onderzoeker en de psychiaters Maaike van Veen en Jeanine Kamphuis.

Cognitieve gedragstherapie (CGT) insomnie

Cognitieve gedragstherapie is de (bewezen) meest effectieve behandelmethode tegen slapeloosheid op de lange termijn. Slapeloosheid hangt sterk samen met factoren als leefstijl en (onvoldoende) ontspanning. Barbara Mulder, psycholoog en slaapexpert bij Slaapmakend, ziet veel perfectionistische mensen in haar praktijk met een hoog verantwoordelijkheidsgevoel. ‘Dan ga je sneller over je grenzen heen. Bovendien willen deze mensen vaak dat het slapen ook perfect verloopt. Lukt dat niet, dan gaan ze erover piekeren waardoor ze nog slechter slapen en een vicieuze cirkel ontstaat.’

De aanpak bij Slaapmakend is gebaseerd op vijf pijlers. Meestal zijn er zes tot elf behandelingen nodig. Volgens Mulder is het essentieel voor het slagen van de therapie om op alle vijf de gebieden veranderingen door te voeren:

  1. Verkrijgen van zelfinzicht: mensen hebben niet altijd de juiste beleving van hun slaap(gedrag). Ze denken dat ze slecht slapen terwijl dat meevalt. Alleen al door deze gedachten kunnen ze gestrest raken en slaapproblemen ontwikkelen.
  2. Verbeteren van de leefstijl: onder meer voldoende beweging, voeding en buitenlucht.
  3. Verbeteren slaaphygiëne: bijvoorbeeld vaste tijden van opstaan en naar bed gaan, niet bijslapen en geen dutjes doen overdag.
  4. Bijstellen verkeerde cognities, overtuigingen: aannames over slaap die stress ( en slecht slapen) kunnen veroorzaken. Zoals het idee dat iedereen acht uur per nacht moet slapen en dat je ’s nachts niet wakker mag worden.
  5. Zorgen voor minder stress en meer ontspanning: het dagelijks leven wordt onder de loep genomen. Is het (te) druk? Zijn er (te)veel deadlines? Is er weinig mogelijkheid om tot rust te komen? Bekeken wordt hoe en op welke momenten meer ontspanning ingebouwd kan worden.

De psychologen van Slaapmakend geven ook niet-medicamenteuze behandelingen voor parasomnie zoals slaapwandelen en nachtmerries. Bij Centrum voor Slaapgeneeskunde Kempenhaeghe en het Expertisecentrum Slaap en Psychiatrie worden vergelijkbare therapieën aangeboden.

 

Zelf aan de slag met slaapproblemen? Lees het gratis te downloaden boek Overwin uw slaapproblemen van Prof. dr. Annemieke van Straten en Dr. Jaap Lancee. Met praktische adviezen en oefeningen. Er zijn ook online behandelingen beschikbaar.

Leefstijladviezen om beter te slapen

  • Ga regelmatig naar buiten. Daarmee stel je jezelf bloot aan zonlicht, dat vele malen sterker is dan binnenverlichting. Licht heeft een positief effect op de biologische klok en helpt om goed het verschil te voelen tussen dag en nacht. Hoe beter je lichaam dat verschil voelt, hoe beter je ’s nachts slaapt.
  • Sport regelmatig. En dan met name sporten die de hartslag verhogen. Het lichaam gaat dan compenseren om de kerntemperatuur naar beneden te brengen. Uit onderzoek blijkt dat deze wisselende kerntemperaturen een positief effect hebben op de slaapkwaliteit. Sport echter niet intensief te kort voor bedtijd.
  • Eet geen eiwitten en snelle koolhydraten voor het slapengaan. Eiwitten zijn lastig te verteren en kunnen je ’s nachts uit je slaap houden. Snelle koolhydraten zijn suikerrijk en geven een energieboost op korte termijn maar zorgen later voor een daling van de bloedsuikerspiegel. Kies voor langzame koolhydraten. Die helpen je om de nacht door te komen en voorkomen een hongerdip.
  • Zorg voor een regelmatig slaapritme. Ga iedere dag op ongeveer dezelfde tijd naar bed (mits je voldoende slaapdruk voelt) en sta op dezelfde tijd op. Haal geen slaap in door extra vroeg te gaan slapen en (vooral!) langer te blijven liggen als je een slechte nacht hebt gehad. De biologische klok is vrij rigide en wordt vooral beïnvloed door licht in de ochtend. Slaap je langer uit, dan raakt de biologische klok van slag. De kans is groter dat je (de volgende nacht) wakker ligt.
  • Kijk enkele uren voor het slapengaan niet meer op je mobiele telefoon en andere schermen die je dicht bij je ogen houdt. Het blauwe licht remt de aanmaak van melatonine. Dim het licht of gebruik een blauwlichtfilter als je ze wel gebruikt.
  • Niet in bed blijven als je lang wakker ligt. Zodoende bouw je een negatieve associatie op tussen slaapkamer, bed en slapen. Lig je lang wakker, sta dan op. Ga naar een andere ruimte en doe iets wat je op dat moment prettig vindt. Bijvoorbeeld een kop thee drinken, bij weinig licht een boek lezen of muziek luisteren. Ga pas terug naar de slaapkamer als je je slaperig voelt. Of wacht in elk geval een half uur.
  • Experimenteer met het inkorten van je bedtijden. Door het toenemen van de slaapdruk, is er een kans dat je beter in-en doorslaapt.

 

Er zijn diverse behandelingen voor (verschillende) slaapstoornissen. Lees de ervaringen van patiënten van Expertisecentrum Slaap en Psychiatrie:

Imaginatie en Rescripting Therapie (IRT) voor nachtmerries

Voor nachtmerries die niet op waarheid zijn gebaseerd, is IRT de gangbare behandeling. Een belangrijk onderdeel van de therapie is dat de cliënt de nachtmerrie letterlijk in geuren en kleuren herbeleeft en deze in detail opschrijft. ‘De negatieve emoties die opgeroepen worden door de nachtmerrie druk je overdag weg’ licht Marsha Hamers, psycholoog bij Centrum voor Slaapgeneeskunde Kempenhaeghe toe. ‘Daardoor worden ze extra in het geheugen gebrand. De kans dat je een nieuwe nachtmerrie krijgt, wordt groter.’

 

Einde herschrijven

Door de nachtmerrie naar het daglicht te halen, worden de negatieve emoties die ermee samenhangen, niet meer weggedrukt. Uiteindelijk herschrijft de cliënt het negatieve einde van de nachtmerrie naar een positief vervolg of een neutraler einde. Hamers. ‘Word je bijvoorbeeld altijd achtervolgd en doodgemaakt, dan zorg je er nu voor dat je ontsnapt. Daarmee overschrijf je de nachtmerrie. Het effect is vaak dat nachtmerries minder heftig worden en minder voorkomen.’

Belangrijk is wel dat mensen geloven dat wat er in de droom gebeurt ook een ander einde kan hebben, benadrukt ze. ‘Daarom kan deze therapie niet gegeven worden aan cliënten die nachtmerries hebben die gebaseerd zijn op gebeurtenissen die ze daadwerkelijk hebben meegemaakt.’

 

Meer bij mensen met psychische problematiek

Ook bij de behandeling van nachtmerries komt een stukje slaaphygiëne kijken. Slaapgebrek en heftige emoties kunnen uitlokkers zijn van nachtmerries. Ook nachtmerries komen vaker voor bij mensen met psychische problematiek. Hamers: ‘Ongeveer 30% van de cliënten met psychiatrische aandoeningen heeft nachtmerries. Ook PTTS, stemmingsstoornissen en persoonlijkheidsproblematiek komen vaker voor.’

Slaapproblemen bij pubers

In het Expertisecentrum Slaap en Psychiatrie worden ook pubers behandeld. Bij pubers verschuift de slaapfase naar achteren waardoor ze meer avondmensen worden. Dat geldt nog vaker voor jongens. En zeker als het gaat om jongeren met ADHD en autisme (ook bij volwassenen is er een relatie tussen slaapprobblematiek, ADHD en autisme).

De maatschappij is niet ingericht op mensen die laat (willen) opstaan. Ook pubers kunnen vaak hun eigen ritme niet volgen. ‘Wij proberen dan om de slaapfase naar voren te halen’ vertelt Inge Ensing,  GZ-psycholoog en somnoloog bij het Expertisecentrum. ‘De biologische klok is voor een belangrijk deel ingebakken. Toch kun je er zelf invloed op uitoefenen. Consequent structuur aanhouden, is belangrijk. Dat betekent onder meer vaste tijden voor maaltijden aanhouden, ’s avonds afbouwen qua licht en activiteit en ’s ochtends op een vaste tijd opstaan. In de therapie geven we de jongeren meestal een daglichtlamp om de biologische klok een extra boost te geven. Dat werkt goed. Soms schrijven we ook melatonine in de avond voor.’

De risico’s van slaapmedicatie

In sommige gevallen kan het goed zijn om patiënten (tijdelijk) slaapmedicatie voor te schrijven. ‘Patiënten kunnen zo uitgeput zijn dat ze eerst medicatie nodig hebben om bij te komen’ zegt Inge Ensing, GZ-psycholoog en somnoloog bij het Expertisecentrum Slaap en Psychiatrie. ‘Of slapen en het bed zijn zo geassocieerd geraakt met angst en falen dat er een middel nodig is om die vicieuze cirkel te doorbreken.’

Maar zeker als het om insomnie gaat, is de voorkeursbehandeling cognitieve gedragstherapie (CGT). Toch schrijven huisartsen en psychiaters in veel gevallen medicatie voor. ‘Dat gebeurt ook vaak uit onmacht’ weet Paul Seerden, psychiater bij GGZ Friesland. ‘Met name huisartsen hebben maar weinig tijd voor een consult. En een pilletje geven, is makkelijker dan praten.’ Volgens Barbara Mulder, psycholoog bij Slaapmakend, krijgen mensen die voor slaapproblemen naar de huisarts gaan in 60% van de gevallen medicatie voorgeschreven.

 

Niet langer dan twee weken

Seerden staat, evenals andere deskundigen, niet achter een farmacologische behandeling van slapeloosheid. Zeker niet als deze langdurig gegeven wordt. De benzodiazepines, de pammetjes in de volksmond,  is de meest gangbare medicatie die voorgeschreven wordt. Seerdens dringende advies is om deze medicatie niet langer dan twee weken te gebruiken. ‘Benzodiazepines werken op dezelfde manier in het brein als alcohol. Er treedt al snel tolerantie en afhankelijkheid op. Er is steeds meer nodig om hetzelfde effect te bereiken. Met als gevolg concentratiezwakte en vermoeidheid overdag. Bovendien kan het te lang stapelen van slaapmedicatie depressieve klachten verergeren.’

 

Geen diepe slaap meer

Verder verslechtert medicatie de kwaliteit van de slaap omdat er een mismatch is tussen een aantal slaapstadia. ‘Mensen slapen wel maar ze komen niet meer in een diepe slaap verduidelijkt’ Mulder. ‘En juist die diepe slaap is de fase die belangrijk is voor fysiek herstel. Bovendien pak je met medicatie niet de oorzaak aan. Het probleem blijft bestaan.’

Ensing is voorzichtiger. Ze erkent dat slaapmedicatie niet bevorderlijk is voor de slaapkwaliteit. Maar volgens haar is het niet iedere patiënt gegeven om het zonder te doen. ‘Soms zijn de slaap- en de psychiatrische problematiek zo ernstig dat het te veel gevraagd is om daar vanaf te komen.’

 

SSRI’s alleen bij depressie

Is het nodig om toch medicatie voor insomnie voor te schrijven? Kies dan alleen voor benzodiazepines, is het dringende advies van Seerden. Geef doxepine (het voorkeursmiddel vanwege de geringe bijwerkingen), mirtazapine, trazodon alleen als er een depressie naast de slaapstoornis bestaat. Schrijf ze ’s ochtend voor en niet vóór het slapengaan.

 

Antipsychotica alleen bij psychose!

Ook het toedienen van antipsychotica als antihistaminerg, antinoradrenerg en clozapine raadt Seerden beslist af voor patiënten die geen psychose hebben. ‘Ze worden veel voorgeschreven voor slaapproblemen door huisartsen, in ziekenhuizen en verpleeghuizen. Maar deze middelen zijn onvoldoende onderzocht bij niet- psychotische patiënten. En ze hebben veel bijwerkingen. Op de lange termijn kunnen ze, ook in lage doseringen, metabole syndromen initiëren en gewichtstoename en complicaties in het hart- en vaatgebied veroorzaken. De oude antipsychotica zoals Haloperidol (Haldol), Zuclupentixol (Cisordinol), kunnen tot parkinsonisme en ander soorten bewegingsstoornissen leiden die op den duur niet meer over gaan.’

Melatonine: geen huis- tuin en keukenmiddel

Melatonine is een lichaamseigen hormoon dat door de pijnappelklier wordt geproduceerd. Het hormoon heeft invloed op het slaap- en waakritme en zorgt ervoor dat mensen slaperig worden als het donker wordt. Gedurende het leven nemen de melatoninespiegels af. Melatonine is vrij verkrijgbaar bij de drogist. Veel mensen gebruiken het om (tijdelijk) beter te slapen.

Paul Seerden, psychiater bij GGZ- Friesland, is er niet blij mee dat melatonine zo makkelijk verkrijgbaar is. ‘Als je het niet goed toedient, kan het leiden tot een verergering van het probleem en een verstoring van het dag-  en nacht ritme. Het is geen huis- tuin- en keukenmiddel.’ Hij vindt dat alleen een arts, met kennis van het bioritme van de patiënt, het middel mag voorschrijven.

 

Lage dosering aanhouden

Dr. Judith Haffmans, klinisch farmacoloog en chronobioloog, is milder. Op de site van PsyQ zegt ze dat het niet erg is om melatonine tijdelijk te gebruiken om ’s nachts beter te slapen. Maar ook zij wijst op het risico van een verkeerd gebruik.

Het probleem met melatonine is, volgens Haffmans, dat het in drogisterijen verkocht wordt in hoge doseringen (16, 10 en 5mg). ‘Daardoor ga je over je eigen melatonineproductie heen. Dat versnelt of vertraagt de werking van de biologische klok. Je krijgt juist méér problemen, waar vermoeidheid er slechts één van is.’ Haar advies: gebruik melatonine in een lage dosering, 0,5 tot 1 mg. En neem het strikt op dezelfde tijd in. Bij volwassenen is rond 21.30 ’s avonds een goede tijd, als je een uurtje later naar bed gaat. Als je van plan bent om later te gaan slapen, omdat je bijvoorbeeld een feestje hebt, moet je dat pilletje tóch om 21.30 al nemen omdat anders je biologische klok verschuift. Vergeet je het een keer in te nemen, doe dat dan niet alsnog.

Onderbehandeling slaapproblemen

Slecht slapen heeft een enorme impact op onze fysieke en mentale gezondheid. Het is belangrijk om het probleem aan te pakken. Zeker als sprake is van psychische problematiek of lichamelijke aandoeningen. Toch gebeurt dat nog te weinig, volgens deskundigen.

 

Niet op netvlies

Marsha Hamers, psycholoog en somnoloog in Centrum voor Slaapgeneeskunde Kempenhaeghe, ziet dat de aandoening bij veel professionals niet echt op het netvlies staat. ‘Er wordt vaak gedacht dat slecht slapen bij de psychiatrische aandoening hoort en het slaapprobleem verholpen wordt met de behandeling. Dat is vaak niet zo. Professionals, zowel artsen in ziekenhuizen als ggz-professionals, vinden het in veel gevallen ook niet hun taak om slaapproblemen aan te pakken’ vervolgt ze. ‘Er is niet eens een aparte DBC voor. Slaaptherapie wordt alleen vergoed als er ook sprake is van een psychiatrische aandoening.’ Inge Ensing, psycholoog bij Expertisecentrum Slaap en Psychiatrie, sluit zich daarbij aan. ‘Het is onbegrijpelijk voor iedereen die met slaap werkt dat de behandelingen niet apart vergoed worden. Dat geeft wel aan hoezeer er overheen wordt gekeken.’

 

Wachtlijsten voor insomnie

Kempenhaeghe is een gespecialiseerd derde lijnscentrum waar patiënten met slaapproblemen en (medische) comorbiditeit worden behandeld. Toch  behandelen Marsha Hamers en haar collega zelf veel patiënten met insomnie en parasomnie. De patiënten staan vaker op een wachtlijst. Dat is niet nodig vindt Hamers, die zich liever bezig wil houden met een complexere patiëntengroep waarbij medische comorbiditeit speelt, cognitieve gedragstherapie onvoldoende resultaat heeft opgeleverd of meerdere slaapstoornissen tegelijk aan de orde zijn. ‘Het is belangrijk dat andere professionals dit stuk oppakken.’

 

Onderbrengen bij andere professionals

Op Kempenhaeghe worden twee keer per jaar nascholingen gegeven voor onder meer psychologen en POH’s. Hamers en haar collega’s proberen deze zorg ook bij de huisarts onder te brengen omdat de therapie dan via het basispakket vergoed wordt. Maar bepaalde onderdelen van deze zorg horen eigenlijk meer bij psychologen thuis, vindt ze. ‘Zoals het veranderen van hardnekkige negatieve gedachten over de slaap.’

Ook psychologen Barbara Mulder en Ensing vinden dat er veel sprake is van onderbehandeling. Ensing: ‘De aandacht voor slaapproblematiek is de afgelopen jaren gegroeid. Maar zeker in de psychiatrie zou er meer aandacht voor moeten zijn.’ Mulder: ‘Ernstige aandoeningen worden aangepakt zonder dat er aandacht aan de slaap wordt gegeven. Als je slaap preventief aanpakt, kun je veel andere problemen, zowel op psychisch als medisch gebied, voorkomen.’

 

Dit artikel is geschreven door Sigrid Starremans en is eerder gepubliceerd op GZ psychologie.nl.

Literatuur, publicaties en (lopend) onderzoek

Literatuur en publicaties

https://slaapcentrum.ggzdrenthe.nl/professionals/literatuur-en-publicaties

(Lopend) onderzoek
Cognitive–behavioral therapy for primary insomnia
https://www.sciencedirect.com/science/article/abs/pii/S0272735805000292?casa_token=bFM2Wrg9x3sAAAAA:IDjCLrnYBQlIOVfLCJqtrx1s6yMRLaQ9PPM7ElAyioHF5UR0br2WfRpUuILXMDKfm2yafxd8zP-D
https://www.tue.nl/nieuws/nieuwsoverzicht/10-12-2020-niet-de-slaapduur-maar-de-slaapkwaliteit-bepaalt-de-slaapperceptie/

https://slaapcentrum.ggzdrenthe.nl/professionals/wetenschappelijk-onderzoek

https://www.kempenhaeghe.nl/research/csg/
https://insomnie.nl/onderzoek-naar-slapeloosheidinsomnie/