Van de volwassen populatie vrouwen lijdt circa 18% aan migraine en 6% van de mannen. Ongeveer 80% van de mensen heeft episodische spanningshoofdpijn, ongeveer 3% van de volwassenen heeft last van chronische spanningshoofdpijn (meer dan 15 dagen per maand last) Clusterhoofdpijn per maand is zeldzamer (frequentie 0,05%). Hoofdpijn is zeker niet een probleem dat alleen bij volwassenen voorkomt, ook kinderen kunnen veel last van hoofdpijn hebben.
Tabel 1. Diagnostische criteria migraine/migraine aura en spanningshoofdpijn volgens de IHS (International Headache Society).
Migraine
|
IHS-criteria voor migraine zonder aura
– hoofdpijn 4–72 uur
– minstens twee van de volgende vier kenmerken:
– eenzijdig
– kloppend
– matige of heftige pijn
– verergering bij lichamelijke activiteit
– plus minstens een van de volgende twee kenmerken:
– misselijkheid
– foto- en fonofobie
|
IHS-criteria voor een migraine-aura
a er zijn minstens twee aura-aanvallen opgetreden die voldoen aan b
b minstens drie van de volgende vier kenmerken moeten aanwezig zijn:
– één of meer aurasymptomen die passen bij focale cerebrale corticale of hersenstamdisfunctie en die vervolgens volledig reversibel zijn
– minstens één van de aurasymptomen ontstaat geleidelijk in meer dan vier minuten, of aurasymptomen volgen elkaar achtereen op
– geen van de aurasymptomen duurt langer dan 60 minuten. Als meer dan één aurasymptoom optreedt, neemt de toegestane duur van de aurafase proportioneel toe
– de hoofdpijn volgt binnen één uur na de aura
|
IHS-criteria voor spanningshoofdpijn
|
Episodische vorm
– minstens tien episodes; < 6 maanden per jaar of < vijftien dagen per maand hoofdpijn
– hoofdpijnduur dertig minuten tot zeven dagen
– minstens twee van de volgende:
– drukkende pijn
– milde of matige pijn
– bilaterale pijn
– geen verergering bij bijvoorbeeld traplopen
– beide volgende:
– geen misselijkheid
– geen foto- en fonofobie (één van de twee mag wel)
– geen andere verklaring voor de hoofdpijn
|
Chronische vorm
– meer dan vijftien dagen per maand en minstens zes maanden hoofdpijn
– verder als episodische vorm
|
Tabel 2. Overzicht van enkele aanvalsgewijs optredende primaire hoofdpijnen.
Migraine
Zie tabel 1.
|
Clusterhoofdpijn
Zie tabel 4.
|
Paroxismale hemicrania
– 2-30 minuten
– frequentie hoog (tientallen/dag)
– vrouw >> man
– eenzijdig
– vegetatieve symptomen afwezig
– autonome verschijnselen sterk aanwezig
– opvallend goede reactie op indometacine (ook diagnostisch)
|
Primaire hoesthoofdpijn
– duur seconden tot minuten
– frequentie variabel
– dubbelzijdig
– geen vegetatieve of autonome verschijnselen
|
Hoofdpijn gerelateerd aan seksuele activiteit/inspanning
– duur minuten tot enkele uren
– frequentie variabel
– dubbelzijdig
– geen vegetatieve of autonome verschijnselen
– symptomatische hoofdpijn (SAB , sinustrombose ) uitsluiten indien heftig (donderslaghoofdpijn)
|
Tabel 3. Onderscheid symptomen trigeminusneuralgie en clusterhoofdpijn.
Trigeminusneuralgie
|
Clusterhoofdpijn
|
|
---|---|---|
aard
|
heftige elektrische scheuten
|
diepe, drukkende, bonzende pijn
|
lokalisatie
|
gelaat, meestal 2e en/of 3e tak n. V
|
in en rond een oog, trekkend naar slaap/kaak
|
begeleidende verschijnselen
|
triggerpoint
|
autonome verschijnselen
(rood oog, syndroom van Horner, tranenvloed, neusuitvloed), bewegingsdrang
|
duur aanvallen
|
enkele seconden, vaak langer (tot enkele minuten nasensatie)
|
15–180 minuten
|
frequentie
|
vele malen per dag
|
0–8 keer per etmaal
|
tijdstip van de dag
|
hele dag door
|
meestal ’s nachts
|
duur perioden
|
kan spontaan lange tijd (jaren) verdwijnen en vervolgens weer maanden tot jaren voortduren
|
enkele maanden, vaak seizoensgebonden, kan overgaan in chronische clusterhoofdpijn
|
uitlokkende factoren
|
kauwen, spreken, aanraken gelaat, koude windvlaag over gelaat
|
alcohol, slapen (vaak 1–2 uur na begin van de nachtslaap)
|
Uit: Leidraad neurologie, hoofdstuk 1 Hoofd- en aangezichtspijn
Beeld: Images / iStock