In het geval van organische mitralisklepinsufficiëntie is er sprake van een afwijking aan het klepapparaat zelf. Functionele mitralisklepinsufficiëntie ontstaat niet door een afwijking aan de klep zelf, maar door het afwijkend functioneren van de linkerkamer, bijvoorbeeld na ischemie. Daardoor kan regionale disfunctie ter plaatse van het subvalvulaire apparaat en eventueel ook verwijding van de klepring (annulusdilatatie) optreden, met mitralisklepinsufficiëntie tot gevolg. Ook chronisch boezemfibrilleren kan leiden tot annulusdilatatie en zodoende tot lekkage van de mitralisklep.
Tabel Auscultatiekenmerken bij mitralisklepinsufficiëntie.
Harttonen
|
zachte eerste harttoon (S1):
– onvolledige sluiting van de klep bij ernstige lekkage luide tweede component (IIp) van de tweede harttoon (S2):
– bij pulmonale hypertensie
derde harttoon (S3):
– bij een groot lekvolume ploft tijdens de vroege vullingsfase veel bloed uit de boezem in de kamer, hetgeen een S3 geeft |
Extra tonen
|
systolische klik:
|
Hartgeruis
|
holosystolisch (soms laatsystolisch), hoogfrequent, blazend en bandvormig, punctum maximum aan de apex:
|
Bron: Cardiovasculaire ziektebeelden, hoofdstuk 5 Hartfalen