Impact op de huisarts
Een tuchtklacht is een intense ervaring die bij iedere hulpverlener emoties teweeg brengt. Het is naast juridische hulp ook goed om persoonlijke steun te zoeken, bijvoorbeeld via Peer Support. Huisartsen krijgen ten opzichte van andere artsen meer klachten. Dat is ook verklaarbaar: een huisarts werkt veel samen met andere zorgverleners. Verder draagt de positie in de zorg daaraan bij. Als poortwachter en vertrouwenspersoon kan de patiënt een andere wens hebben over de zorg. Een huisarts werkt veelal op basis van een brede differentiaal diagnose, waarbij een classificerende diagnose nog niet altijd mogelijk is. Als achteraf sprake blijkt van een ernstige diagnose, dan is de aard van de huisartsenzorg gevoeliger voor het ontstaan van onvrede en een klacht. Via de site Overheid.nl worden uitspraken van het Tuchtcollege geanonimiseerd gepubliceerd.
Procedure
De procedure bij het tuchtcollege verloopt in eerste instantie schriftelijk, met een klaagschrift en een schriftelijke reactie daarop van de huisarts. De Wet BIG regelt de mogelijkheid om de klacht of de reactie mondeling toe te lichten en te onderzoeken of de klacht nog kan worden opgelost en ingetrokken. Het tuchtcollege bepaalt of een kwestie al dan niet op een openbare zitting wordt behandeld. Ga voor meer informatie naar Hoe ziet de procedure van een regionaal tuchtcollege er uit?
Gesprek mag altijd
Een huisarts mag altijd met de patiënt een gesprek aangaan, ook als er sprake is van een formele klacht of als u een (tucht)klacht verwacht, zie ook paragraaf 1 en 2.
Ontvangst van de klacht
Als er een tuchtklacht tegen u wordt ingediend, dan ontvangt u een brief van het tuchtcollege, met daarbij gevoegd het klaagschrift en eventuele bijlagen. Het tuchtcollege gaat uit van de adres gegevens zoals die bij het BIG-register bekend zijn. De woonplaats van de huisarts bepaalt welk college bevoegd is, maar de privé adres gegevens worden niet bekend gemaakt aan degene die klaagt. Sinds 1 april 2019 moet de klager griffiegeld betalen voor de klacht in behandeling wordt genomen. Zie voorbeeld klaagschrift.
Schriftelijke reactie
U krijgt vier weken de gelegenheid om schriftelijk op de klacht te reageren. Lukt dat niet, dan moet u schriftelijk en gemotiveerd om uitstel vragen. Vraag advies en ondersteuning om op de klacht te reageren. Een reactie op een klacht omvat zowel medische als juridische kanten, bijvoorbeeld wie er mag klagen. Ook passende empathie en inlevingsvermogen zijn relevant. De klacht gaat immers over uw beroepsmatig handelen. Er is daarom een goede afweging nodig: wat zegt u wel of niet over de patiënt, over andere hulpverleners en welke informatie voegt u toe ter ondersteuning van uw standpunt en als toelichting. Ga voor advies naar de KNMG Artseninfolijn advies over de richtlijnen artseninfolijn of raadpleeg de Juridische helpdesk van de VvAA.
Bevoegdheid om een klacht in te dienen
Een klager moet bevoegd zijn om te klagen. Als een ander dan de patiënt de klacht indient, moet de patiënt daarmee instemmen. Voor klachten van nabestaanden waren in de tuchtrechtelijke jurisprudentie regels ontwikkeld verwant aan de vertegenwoordigingsbevoegdheid uit de Behandelingsovereenkomst (WGBO) In de WGBO zijn nieuwe regels opgenomen over het recht op inzage in het dossier van een overledene. Als de gebeurtenis waarover wordt geklaagd meer dan tien jaar geleden is, is de klacht daarover verjaard.
De Inspectie voor de Gezondheidszorg en Jeugd (IGJ) is bevoegd om een klacht in te dienen. Dat kan de IGJ doen als zij over een situatie een normstellend kader nodig acht of als het beroepsmatig handelen dermate ernstig is dat een (tijdelijk) beroepsverbod naar het oordeel van de IGJ moet worden opgelegd, zoals bij seksueel grensoverschrijdend gedrag.
Toetsingskader
Het algemene adagium van het tuchtcollege is: “Mild waar het kan, streng waar nodig”. Het tuchtcollege toetst of de huisarts bij het beroepsmatig handelen is gebleven binnen de grenzen van een redelijk bekwame beroepsuitoefening. De Tuchtrechter oordeelt niet met de wetenschap van achteraf, maar moet vaststellen of u op dat moment, met wat u op dat moment wist of had moeten weten, hebt gehandeld zoals van een gemiddeld bekwame huisarts onder gelijke omstandigheden mocht worden verwacht.
Bij medische klachten toetst het Tuchtcollege aan beroepsnormen en richtlijnen die destijds geldend waren. Van de patiëntenrechten uit de WGBO en de Wet kwaliteit, klachten en geschillen zorg (Wkkgz) zijn het informed consent, dossiervoering en het behandelplan veel voorkomende onderwerpen. De KNMG-richtlijnen zijn belangrijke bronnen voor specifieke situaties, zoals bij huiselijk geweld en kindermishandeling, evenals de normen uit de NHG-standaarden.
Uw schriftelijke reactie is belangrijk
De eerste schriftelijke reactie geeft het Tuchtcollege een indruk van u, van uw attitude bij de gebeurtenissen waarover de klacht gaat en van uw attitude in de omgang met de klacht. In het verweer wordt een reflectieve houding verwacht en een open blik, ook als de klacht ongegrond is naar uw oordeel. In de schriftelijke reactie geeft u de toedracht weer. De weergave van de klager in het klaagschrift is mogelijk niet volledig of omvat niet alles wat u wel of juist niet bekend was. Daarna geeft u de duiding van die toedracht, zowel de medische als de juridische kant: wat was relevant en wat was daarbij voor uw afwegingen en klinisch redeneren van belang. Maak bij uw toelichting uw overwegingen inzichtelijk. Benoem bij een medische klacht uw klinisch redeneren. Bij een klacht over samenwerking of dossiervoering geeft u een persoonlijke toelichting, waarom u destijds hebt gehandeld zoals u dat hebt gedaan.
De schriftelijke reactie geeft uw visie weer: meent u dat u hebt gehandeld zoals van u mocht worden verwacht, of zijn er punten waarop u inderdaad anders had moeten handelen? Vanwege het persoonlijk karakter is een zekere mate van introspectie van belang. Als u bij uw reactie toelicht dat u de situatie geanonimiseerd hebt besproken in een intervisie, dan toont u daarmee uw zelfreflectie.
Het tuchtcollege mag en moet zich verdiepen in de casus, maar moet een oordeel geven over hetgeen waarover wordt geklaagd. In de reactie op de klacht benoemt u welke verwijten u in het klaagschrift leest. Per verwijt geeft u een reactie. De weergave van de gebeurtenissen kan worden gesteund door het medisch dossier, een richtlijn, een interne werkafspraak of protocol. Een verklaring van een medewerker, voorzien van datum en handtekening, kan als schriftelijke getuigenverklaring dienen. Een getuigenverklaring in persoon komt zelden voor, mede omdat een schriftelijke getuigenverklaring voldoende zeggingskracht heeft.
Mondeling vooronderzoek
Na uw schriftelijke reactie is het schriftelijk vooronderzoek afgerond. Het Tuchtcollege laat steeds per brief weten wat de volgende stap in de procedure is. Het mondeling vooronderzoek is niet verplicht. Klager en aangeklaagde hebben het recht ook mondeling een toelichting te geven op de klacht of het verweer. Tijdens dit mondeling vooronderzoek kan de vooronderzoeker ook proberen of het intrekken van de klacht mogelijk is. Als u al een gesprek met een patiënt hebt gehad, dan hebt u die mogelijkheid wellicht al verkend. U mag het Tuchtcollege laten weten hoe het eerdere gesprek is verlopen.
Van een mondeling vooronderzoek wordt een zakelijk verslag gemaakt. Dat proces verbaal wordt toegevoegd aan het dossier van het tuchtcollege. Klager en aangeklaagde ontvangen een afschrift.
Afronding vooronderzoek
Het Tuchtcollege laat weten of over de zaak in raadkamer wordt beraadslaagd op basis van de stukken of dat de zaak op een openbare terechtzitting zal worden besproken.
Behandeling ter zitting
Als de zaak op een openbare zitting wordt behandelt, stellen de leden van het Tuchtcollege vragen aan klager en aangeklaagde. De vragen zijn ter verduidelijking voor het Tuchtcollege of om door te vragen naar de overwegingen en beweegredenen.
Beoordeling van de klacht
Een klacht wordt geheel of gedeeltelijk ongegrond of gegrond verklaard. Sinds 1 april 2019 kan een gegrond verklaarde klacht ook zonder oplegging van een maatregel, dus zonder waarschuwing of berisping. De maatregelen worden niet (meer) automatisch gepubliceerd, maar zijn wel op te zoeken in het BIG-register.
Van alle ingediende klachten wordt een minderheid gegrond verklaard. In het jaarverslag van de tuchtcolleges is het overzicht van de klachten na te lezen. Zie ook actueel nieuws over tuchtcolleges op gezondheidszorg.nl
Hoger beroep: Centraal Tuchtcollege
Het instellen van hoger beroep moet plaatsvinden binnen zes weken, gerekend vanaf de dag van verzending van de beslissing van het regionaal tuchtcollege. De aangeklaagde kan na de beoordeling door het regionaal tuchtcollege de zaak altijd voorleggen aan het centraal tuchtcollege te Den Haag. De klager kan dat uitsluitend doen voor zover de klacht is afgewezen of voor zover de klager niet ontvankelijk is verklaard in zijn klacht. Als beroepsinstantie overweegt het centraal tuchtcollege of de beslissing van het regionaal tuchtcollege in stand blijft of moet worden herzien.
Bron: Praktijkvoering in de huisartsgeneeskunde
Beeld: © Gina Sanders / stock.adobe.com