Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

‘Dokter, waarom laten jullie mijn vader sterven?’ Palliatieve zorg voor moslimpatiënten

Sigrid Starremans
Het gebruik van morfine, palliatieve sedatie en reanimatie, het kan frictie oproepen in de zorg voor moslimpatiënten. Dr. Hassan Bakir licht op het congres cultuursensitieve zorg toe hoe zorgverleners  goede palliatieve zorg kunnen geven aan deze doelgroep. ‘Hoe eerder je het gesprek over het levenseinde voert, hoe beter. Maar wees voorzichtig en geef medische informatie op maat.’

Op de ochtend van dit interview werd Hassan Bakir gebeld door een christelijke collega in een ander ziekenhuis. Bakir is onder meer geestelijk verzorger en consulent bij het Centrum voor Consultatie & Expertise (CCE). De collega vroeg Bakir om advies omdat er problemen waren met een Marokkaanse familie. ‘De vader was boven de tachtig, dementerend en terminaal’ licht hij toe. ‘De familie wilde de sondevoeding continueren maar de artsen waren van mening dat dat geen zin meer had omdat de man stervende was. Dat leidde tot een confrontatie met het behandelteam omdat de familie op haar standpunt bleef staan.’

 

Preventief werken

De eerste reactie van Bakir was dat de collega erg laat handelde. Eigenlijk had hij preventief moeten werken en in eerder stadium moeten proberen om een vertrouwensband met de familie op te bouwen. ‘Dan is het later makkelijker om dit soort situaties te bespreken. Het is cruciaal dat het behandelteam de familie het gevoel heeft gegeven dat er alles aan is gedaan om de vader of moeder te redden’ benadrukt Bakir. ‘Als de familie het idee heeft dat de artsen hun best hebben gedaan, zullen ze moeilijke scenario’s later makkelijker accepteren.’

 

Wantrouwen

Meestal draait het in de kern om wantrouwen als het om botsingen met deze doelgroep gaat, meent Bakir. ‘Mensen met een migratie-achtergrond hebben soms vooroordelen over het Nederlandse zorgsysteem. Zo kunnen ze denken: ik word toch gediscrimineerd omdat ik Turks of Marokkaans ben. Of: Nederland is een land van vrijheid, daar is alles mogelijk, ook euthanasie. Of ze denken dat hun vader niet doorbehandeld wordt omdat in Nederland zorgvuldig naar de zorgkosten wordt gekeken en behandeling te duur wordt gevonden. Dat zijn allemaal factoren die een negatieve invloed kunnen uitoefenen op de zorgrelatie.’

 

Patiënt leren kennen

Hoe bouw je een goede relatie op? Willen niet alle artsen in principe een vertrouwensband met de patiënt en hun naasten opbouwen? Een arts is er op gefocust om een diagnose te stellen, zegt Bakir. Hij bekijkt het probleem en gaat na welke behandeling het meest passend is. Bakir beseft dat hij in een andere positie zit als hij zegt dat hij altijd probeert om iemand goed te leren kennen. ‘Wat is de achtergrond van de patiënt? Wat zijn zijn behoeften en hoe kan ik daaraan tegemoet komen?’ Bakir erkent dat een arts deze taak niet alleen kan oppakken. ‘Dit is echt teamwerk. Artsen die open staan voor spiritualiteit en culturele en religieuze aspecten kunnen op dit vlak heel goed samenwerken met professionals als een geestelijk verzorger, een maatschappelijk werker of een psycholoog.’

Over de dood praten

Over de dood praten met patiënten is meestal niet makkelijk. Voor mensen met een migratie-achtergrond is dat in vele gevallen nog lastiger dan voor patiënten met een Nederlandse achtergrond. Bakir is van mening dat je het onderwerp toch moet aansnijden als dat aan de orde is. Maar wel op een voorzichtige manier. ‘ Nederlanders zijn vaak te direct en open in hun communicatie. Sommige mensen willen niet weten welke diagnose ze hebben. Maar dan kun je wel met de familie in gesprek gaan over het levenseinde?’ Doen zorgverleners dat niet op tijd, dan kan er ook binnen de familie zelf onenigheid ontstaan over de behandeling en het levenseinde. ‘Wat ik zie, is dat familie op het laatste moment van alles gaat bespreken, als een ouder bijvoorbeeld terminaal is. En dan wil de een de patiënt naar huis brengen en de ander hem in het verpleeghuis laten of in het ziekenhuis laten opnemen. En je kunt het de patiënt zelf vaak niet meer vragen omdat hij niet meer bewust aanwezig is. Dit soort conflicten binnen de familie maken de zorgrelatie met het behandelteam ook lastig.’

 

Meer autoriteit

Nederlandse zorgverleners zijn opgeleid om patiënten mee te nemen in het behandelproces en indien mogelijk mee te laten beslissen. Maar ook die aspecten kunnen verwarrend en moeilijk zijn voor mensen met een migratie-achtergrond. In bijvoorbeeld Turkije of Marokko heeft de arts vaak veel meer autoriteit,  is de verklaring van Bakir. ‘Als de arts dan vraagt of de familie het eens is met het starten van palliatieve sedatie dan kan die denken: dat zou ik zelf nooit doen. In sommige situaties is het dan beter om de arts de beslissing te laten nemen omdat hij als de deskundige wordt gezien.’