Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Geen vaste limiet meer op vochtinname bij stabiel hartfalen

fediverbeek
Nieuwe inzichten tonen aan dat een vochtbeperking tot 1,5 liter per dag bij stabiel chronisch hartfalen geen aantoonbare gezondheidswinst oplevert. Huisartsen kunnen hun advies daarop aanpassen.

Bij patiënten met chronisch hartfalen wordt regelmatig geadviseerd om de dagelijkse vochtinname te beperken. Die aanbeveling is vaak ingegeven door het idee dat minder drinken leidt tot minder vochtretentie en daarmee minder klachten. Een recent onderzoek van het Radboudumc en zes andere Nederlandse ziekenhuizen – gepubliceerd in Nature Medicine – zet vraagtekens bij deze praktijk. Het onderzoek wijst erop dat patiënten met stabiel hartfalen geen gezondheidsvoordeel ondervinden van vochtbeperking en juist hinder kunnen ervaren, zoals dorst en sociale beperkingen.

 

Onderzoek: wat is er precies onderzocht?

Populatie en opzet

De FRESH-UP-studie includeerde 504 stabiele patiënten met chronisch hartfalen (NYHA-klasse II of III). De helft kreeg het advies hun vochtinname te beperken tot maximaal 1.500 ml per dag. De andere helft kreeg geen beperkingen opgelegd. De primaire uitkomstmaat was het zelfgerapporteerde gezondheidsgevoel, gemeten met de Kansas City Cardiomyopathy Questionnaire (KCCQ).

 

Wat bleek?

Na drie maanden was er geen significant verschil in gezondheidsstatus tussen beide groepen. Het enige consistente verschil was dat patiënten met een vochtbeperking vaker dorst ervoeren. Deze dorst leidde niet tot medische complicaties, maar werd door veel patiënten als belastend ervaren.

 

Praktische implicaties voor de huisarts

Consultvoering: vraag naar dorst en dagelijkse praktijk

Dorst blijkt voor veel patiënten meer te zijn dan een klein ongemak. Het confronteert hen dagelijks met hun ziekte, en dwingt tot voortdurende afwegingen in sociale situaties. Denk aan vragen als: “Kan ik nu nog iets drinken als ik straks een afspraak heb?” Deze stress draagt mogelijk bij aan verminderde kwaliteit van leven. In de anamnese is het daarom zinvol om gericht naar dorstbeleving en belemmeringen in het dagelijks functioneren te vragen.

 

Doorverwijzing en medebehandeling

Voor patiënten die ondanks adequate behandeling klachten blijven houden, blijft overleg met de cardioloog zinvol. Deze studie verandert niets aan de indicaties voor verwijzing bij verslechtering van klachten of instabiele kliniek. Wel kan de huisarts op basis van deze nieuwe inzichten bijdragen aan het wegnemen van onnodige beperkingen in het dagelijks leven van stabiele patiënten.

 

Medicatie en monitoring

Het onderzoek laat zien dat liberalere vochtinname niet leidde tot meer ziekenhuisopnames, gewichtstoename of aanpassing van medicatie. Huisartsen kunnen daarom gerust zijn dat het loslaten van de standaard vochtlimiet niet tot extra risico leidt bij goed ingestelde patiënten.

 

Patiëntenervaringen en therapietrouw

Bijna 90% van de patiënten met een vochtbeperking gaf aan zich aan het advies te houden, maar slechts 56% had dit daadwerkelijk op meer dan vijf dagen per week gedaan. Dit verschil wijst op de praktische moeilijkheid om dagelijks onder een strikte limiet te blijven. In tegenstelling tot wat vaak wordt gedacht, leidde het niet strikt naleven van de beperking niet tot slechtere uitkomsten.

 

Maatschappelijke en psychosociale kant van dorst

Zoals cardioloog Roland van Kimmenade het verwoordde: “Dorst leidt tot stress.” Het meten en beperken van vochtinname wordt door veel patiënten als belastend ervaren. Het herinnert hen voortdurend aan hun aandoening, wat kan bijdragen aan verminderde mentale veerkracht. Ook speelt er een sociale component: de beperkingen zijn niet altijd goed te combineren met normale sociale interactie zoals koffiedrinken met anderen. Dit onderstreept het belang van een leefstijladvies dat aansluit bij het dagelijks leven van de patiënt.

 

Veelgestelde vragen

1. Moet ik het advies over vochtbeperking aanpassen bij stabiel hartfalen?

Ja. De FRESH-UP-studie ondersteunt het loslaten van de standaardlimiet van 1,5 liter per dag bij stabiele patiënten met hartfalen. Een op maat gemaakt advies, waarbij dorst en kwaliteit van leven worden meegewogen, is gepaster.

2. Wanneer is vochtbeperking wél aangewezen?

De bevindingen van de studie gelden niet voor patiënten met instabiel hartfalen, recente ziekenhuisopname, hyponatriëmie of ernstige nierfunctiestoornissen. In die situaties kan vochtbeperking nog steeds een rol spelen. Overleg met de behandelend cardioloog blijft dan aangewezen.

3. Hoe monitor ik veilig een patiënt die zijn vochtinname niet meer beperkt?

Let op signalen van decompensatie zoals gewichtstoename, toename van oedeem, dyspneu of verminderd inspanningsvermogen. Het reguliere hartfalenbeleid (inclusief controle op nierfunctie en natrium) blijft leidend. Extra controles zijn niet noodzakelijk bij stabiele patiënten.