De inzet van digitale zorg bij digitaal vaardige patiënten zorgt ook niet dat er extra tijd vrijkomt of besteed wordt aan digitaal minder vaardige patiënten. Het onderzoek werd uitgevoerd in opdracht van VWS, NHG, LHV en InEen.
Zorgverleners positief
De meerderheid van de zorgverleners staat wel positief tegenover digitale zorg in de huisartsenpraktijk. Wel is het daarbij belangrijk dat een arts en patiënt al een behandelrelatie hebben.
Vier toepassingen
In het onderzoek werden vier digitale zorgtoepassingen onderzocht: e-consult, videoconsult, telemonitoring en digitale zelftriage. Niet alle vormen van digitale zorgtoepassingen zijn onderzocht. Onder andere het telefonisch consult, een persoonlijke gezondheidsomgeving en bijvoorbeeld digitale informatie over gezondheid zoals Thuisarts.nl vielen buiten het onderzoek.
Geen specifieke rapporten
Er is tot nu toe maar beperkt onderzoek gedaan naar de kwaliteit van verschillende digitale toepassingen in de huisartsenzorg. De jaarlijkse E-healthmonitor geeft weinig inzicht over de het gebruik en de effectiviteit van digitale zorgtoepassingen specifiek bij de huisarts. Ook het rapport ‘Digitalisering in de gezondheidszorg nader beschouwd’ geeft weinig uitkomsten specifiek voor de huisartsenzorg.
Personeelstekorten
Uit het onderzoek blijkt dat de onderzochte vormen van digitale zorg niet helpen om personeelstekorten in de huisartsenzorg te verminderen of de werkdruk van huisartsen te verlagen. Daarnaast is weinig bekend over het effect op de werkdruk of werkplezier. Dit is ook afhankelijk van het enthousiasme van de huisarts over digitale zorg en hoe goed zorgtoepassingen in de praktijk zijn geïmplementeerd.
Taalbarrière
Het e-consult kan gebruikt worden bij veel patiëntengroepen en kan helpen om taalbarrières te overbruggen. Dat geldt ook voor het videoconsult, met name voor patiënten die niet makkelijk naar de praktijk kunnen komen en waarbij een het belangrijk is dat een zorgverlener de patiënt kan zien.
Een e-consult helpt ook bij risicoschattingen in de praktijk en op de huisartsenpost, of bij psychische klachten zoals bij de follow-up van de praktijkondersteuner ggz. Nadeel bij het e-consult is dat richtlijnen over omgangsregels tussen zorgverlener en patiënt ontbreken. Ook is er geen bewijs voor kosteneffectiviteit. Het e-consult lijkt vooral geschikt voor chronische aandoeningen en terugkerende of niet-urgente klachten.
Telemonitoring
Voor chronische aandoeningen, met name voor diabetes, is telemonitoring een effectief hulpmiddel. Zorgverleners maken zich daarbij wel zorgen over de patiëntveiligheid en verantwoordelijkheid bij spoedeisende metingen. Een betere integratie van meetinstrumenten met het Huisarts Informatie Systemen kan daarbij helpen. Verder vinden zorgverleners telemonitoring minder geschikt voor patiënten met weinig digitale- en gezondheidsvaardigheden. De vier digitale zorgtoepassingen uit het onderzoek worden bijvoorbeeld vooral gebruikt door digitaal vaardige patiënten.
Zelftriage
Digitale zelftriage is geen bruikbare, effectieve of tijdbesparende aanvulling is in de huisartsenzorg. Huisartsen en andere gebruikers zien voor digitale zelftriage weinig meerwaarde in de praktijk. De meerwaarde lijkt vooral te liggen bij inzet bij eenvoudige en enkelvoudige klachten op de huisartsenpost.
Aanbevelingen
Er is meer wetenschappelijk onderzoek nodig, specifiek gericht op de huisartsenzorg, om een beter beeld te krijgen van digitale zorg in de huisartsenpraktijk, stellen de onderzoekers. Digitale zorg moet op maat zijn en passen bij de patiënt. Het lijkt erop dat de onderzochte vormen van digitalisering niet bij iedereen voor betere kwaliteit zorgen. Het kan zelfs de gezondheidsverschillen tussen patiëntgroepen vergroten. De huisarts zal per patiënt moeten afwegen of digitale zorg meerwaarde heeft.
Dit bericht is geschreven door en verscheen eerder op Skipr