Ontdek de vier fasen van palliatieve zorg en hoe deze zorg wordt toegepast in verschillende stadia van een ongeneeslijke aandoening. Lees meer over het belang van diagnose, behandeling en nazorg.
Palliatieve zorg is een belangrijk onderdeel van de medische zorgverlening, gericht op mensen met een ongeneeslijke ziekte. Het identificeren van het juiste moment om palliatieve zorg te starten en het herkennen van de vier fasen binnen deze zorg, is essentieel voor huisartsen. Hieronder bespreken we de verschillende fasen en de toepassing ervan in de praktijk.
Wanneer start palliatieve zorg?
Het exacte begin van palliatieve zorg kan variëren, maar vaak start deze wanneer het duidelijk wordt dat genezing niet meer mogelijk is. Een veelgebruikte methode om dit moment te bepalen is de zogenaamde ‘surprise question’: “Zou het mij verbazen als deze patiënt binnen een jaar overlijdt?”. Als het antwoord nee is, kan dit een aanwijzing zijn dat de palliatieve fase begint. Het is belangrijk om te beseffen dat palliatieve zorg meer omvat dan enkel zorg in de stervensfase. Het doel is in alle stadia het bevorderen van de kwaliteit van leven.
De vier fasen van palliatieve zorg
1. Ziektegerichte palliatie
In deze fase wordt de onderliggende ziekte behandeld zonder dat volledige genezing mogelijk is. Denk hierbij aan behandelingen die gericht zijn op het vertragen van de ziekte of het verlichten van klachten. Voor huisartsen is het belangrijk om in overleg met specialisten en de patiënt een behandelplan op te stellen dat aansluit bij de wensen van de patiënt.
2. Symptoomgerichte palliatie
De nadruk in deze fase ligt op het verlichten en beheersen van symptomen. Naarmate de ziekte vordert, verzwakt de patiënt en kunnen nieuwe klachten ontstaan. Symptomen zoals pijn, benauwdheid en vermoeidheid vragen om regelmatige evaluatie en aanpassing van de behandeling. In deze fase wordt vaak gesproken over beslissingen rondom het levenseinde, zoals:
- Het al dan niet toepassen van levensverlengende behandelingen.
- Reanimatiebeleid.
- Behandeling bij acute complicaties.
Het is belangrijk te benadrukken dat ziektegerichte en symptoomgerichte palliatie vaak samenlopen. Het doel blijft het behouden van de hoogst mogelijke kwaliteit van leven.
3. Palliatie in de stervensfase
In de stervensfase, die meestal enkele dagen duurt, verschuift de focus van kwaliteit van leven naar kwaliteit van sterven. Symptoomcontrole, comfort en het ondersteunen van de patiënt en diens naasten staan centraal. Voor huisartsen is het cruciaal om duidelijke communicatie te waarborgen en te anticiperen op mogelijke complicaties, zoals terminale onrust of pijn.
4. Nazorg
Na het overlijden van de patiënt is er aandacht nodig voor de naasten. Dit kan variëren van praktische ondersteuning tot emotionele begeleiding. Huisartsen spelen een belangrijke rol bij het herkennen van rouwreacties en het bieden van nazorg, zoals:
- Het aanbieden van een nagesprek.
- Het doorverwijzen naar gespecialiseerde rouwbegeleiding indien nodig.
Verschillende ziektebeelden en het verloop van de palliatieve fase
De palliatieve fase kan zich op verschillende manieren ontwikkelen, afhankelijk van de aandoening:
- Kanker: Vaak een relatief snelle achteruitgang aan het einde van de ziekte.
- Hartfalen en COPD: Perioden van terugval met onverwacht overlijden.
- Dementie: Een geleidelijk en langdurig proces van achteruitgang.
Het begrijpen van deze verschillen helpt huisartsen om passende zorg te bieden en het verloop van de ziekte te anticiperen.
Veelgestelde vragen
1. Hoe bepaal ik wanneer palliatieve zorg moet starten?
Het gebruik van de ‘surprise question’ is een handige manier om het begin van de palliatieve fase in te schatten. Daarnaast kan een multidisciplinair overleg waardevol zijn om te bepalen welke zorg het beste aansluit bij de situatie van de patiënt.
2. Hoe bespreek ik beslissingen rondom het levenseinde?
Zorg voor een open en respectvolle communicatie. Bespreek tijdig de wensen en verwachtingen van de patiënt en diens naasten. Het kan helpen om duidelijke informatie te geven over de mogelijkheden en beperkingen van behandelingen.
3. Wat is mijn rol in de nazorg?
Als huisarts heeft u een belangrijke rol in de nazorg voor de naasten. Dit omvat zowel praktische ondersteuning, zoals het regelen van administratieve zaken, als emotionele begeleiding. Zorg ervoor dat naasten weten dat ze bij u terechtkunnen met vragen of voor extra ondersteuning.