Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Zeven tips om overeind te blijven als vrouwelijke (huis)arts | Interview met Marga Gooren

De werkdruk voor vrouwelijke (huis)artsen wordt steeds hoger. Er steeds meer taken en verantwoordelijkheden bij, ze moeten aan steeds meer kwaliteits- en nascholingseisen voldoen en daarnaast wordt verwacht dat ze thuis de kinderen helpen met huiswerk, een bruisend sociaal leven hebben, gezond zijn en er goed uitzien. Marga Gooren, Coach & Trainer voor vrouwelijke artsen en huisarts n.p., ontmoet in haar praktijk veel vrouwelijke artsen die last hebben van stress. Marga Gooren coacht deze vrouwen om weer grip te krijgen op hun leven als werkende vrouw, collega, moeder, echtgenoot en vriendin.

 

 

  1. Alle mensen zijn hetzelfde
  2. Sommige mensen zijn hetzelfde
  3. Niemand is hetzelfde

Uitspraken van cultureel antropoloog Clyde Kluckhohn*

 

Iedereen is uniek

Marga Gooren: “Mijn uitspraken over vrouwelijke artsen zijn gegeneraliseerd en gelden niet voor elke vrouwelijke arts. Uiteindelijk is iedereen uniek. En er zijn wel wat ‘typische’ patronen te herkennen. Deze uit wetenschappelijk onderzoek bekende verschillen tussen mannen en vrouwen benoemen, helpt ons duidelijk te maken waar we als groep, als vrouwen/vrouwelijke artsen tegenaan lopen en mee te maken hebben in ons dagelijkse leven. De dagelijkse werkelijkheid is echt anders dan die van je mannelijke collega.”

Hoe gaan vrouwen over het algemeen om met druk/stress? Zijn vrouwen daarin anders dan mannen?

“Vrouwen reageren over het algemeen emotioneler op druk en stress dan mannen en internaliseren hun problemen. Zij geven zichzelf dus eerder de schuld, denken dat het aan henzelf ligt. Mannen externaliseren meer en geven de schuld makkelijker aan anderen of de omstandigheden. Bij vrouwen houdt de stressreactie ook langer aan, vooral naar aanleiding van sociale afwijzing en conflicten, bij mannen vooral na prestatie-uitdagingen. Vrouwen hebben een emotiegerichte copingstijl: ze proberen te vermijden of ze zoeken juist steun bij anderen. Mannen zijn meer oplossingsgericht.”

Is dit probleem universeel voor alle (werkende) vrouwen, of nemen vrouwelijke artsen een andere positie in?

“Dit probleem geldt in beginsel voor alle vrouwen. Werkende vrouwen zitten als het ware klem tussen hun verwachte genderrol als vrouw/moeder: zorgzaam, begripvol, zichzelf wegcijferend en hun verwachte rol als ‘ideale’ werknemer: stelt het werk centraal, is altijd beschikbaar en heeft een altijd functionerend fit lijf (en dat is niet altijd zo, denk aan de natuurlijke, biologische fenomenen van menstruatie, zwangerschap, overgang).
Voor vrouwen in ‘zorg’beroepen (zoals de gezondheidszorg en het onderwijs) geldt dat zij vaker onder ongunstige omstandigheden werken: hoge werkdruk gecombineerd met hoge emotionele taakeisen en minder autonomie. Vrouwelijke artsen werken daarbij nog eens in een ‘masculiene’ medische cultuur die er als het ware nog een schepje bovenop doet: de patiënt komt op de eerste plaats en je mag nooit je zwakte tonen.”

Wat zijn de belangrijkste (eerste) symptomen waaraan vrouwelijke artsen zouden kunnen merken dat de spanning te hoog oploopt?

“Signalen dat de spanning oploopt zijn zoals bij iedereen: gebrek aan energie, slechter slapen, korter lontje, moeilijker kunnen concentreren, piekeren, enzovoort. Vrouwelijke artsen hebben ook vaak de neiging om als de druk toeneemt steeds harder te gaan werken, meer te willen controleren (Heb ik die labuitslag nou wel gezien?; Heeft de assistente die patiënt nu al teruggebeld?; Heeft manlief die tandartsafspraak nou voor de oudste gemaakt?) en slechter voor zichzelf te gaan zorgen — de yogales of afspraken met vriendinnen worden afgezegd, ‘s avonds en in het weekend nog even doorwerken om post te lezen of de poli voor te bereiden.”

Wat zijn de zeven voornaamste oorzaken van stress bij vrouwelijke artsen?

  • Er is teveel te doen. Het leven in onze hectische westerse maatschappij is gewoon te druk. Op het werk komen er steeds meer taken en verantwoordelijkheden bij. We moeten aan steeds meer kwaliteits- en nascholingseisen voldoen. Daarnaast wordt verwacht dat we onze kinderen helpen met huiswerk, dat we als ouder een steentje bijdragen op school. En we moeten een bruisend sociaal leven hebben, gezond zijn en er goed uitzien. Dat past allemaal niet in de 24 uur op een dag die we hebben. Je zag ook in de corona-tijd, zeker in het begin, dat veel vrouwen zich opgelucht voelden, dat ze even ‘niet zo veel hoefden’.
  • We willen het allemaal goed doen. Vrouwen leggen de lat hoog voor zichzelf (en soms ook elkaar). Als er al teveel te doen is en je wilt het ook nog perfect doen dan veroorzaakt dat veel (extra) stress.
  •  We voelen ons verantwoordelijk voor het welzijn van de ander. Vrouwen zijn empatisch, betrokken en zorgzaam. We schieten dan soms door in ons verantwoordelijkheidsgevoel. Voor onze patiënten, collega’s en ons gezin. We regelen nog iets voor een patiënt op onze vrije dag, nemen toch maar een dienst van een collega over terwijl we eigenlijk uitgeput zijn, en we zorgen dat het thuis op rolletjes loopt. Naast ons werk (first shift) besteden we meer vrije tijd aan huishouden en kinderen (second shift) en ongemerkt ook aan het emotionele welzijn van partner en kinderen (third shift).
  • We hebben last van tegenstrijdige verwachtingen. Aan de ene kant worden we geacht een hardwerkende, verantwoordelijke, rationele dokter te zijn, aan de andere kant moeten we een vriendelijke, zorgzame en aantrekkelijke vrouw zijn. Patiënten verwachten van een vrouwelijke arts meer emotionele betrokkenheid en begrip. Consulten duren daarom vaak langer en vrouwelijke artsen zien meer patiënten met complexe problemen.
  • We werken als vrouw in een masculiene omgeving. De medische cultuur in Nederland is nog steeds masculien: rationeel, competitief, actie- en prestatiegericht, sterk zijn / geen zwakte tonen, waardering voor kennis en feiten. Terwijl vrouwen vaak behoefte hebben aan verbondenheid, aandacht voor de mens, luisteren, vriendelijkheid, samenwerken, gevoelens delen. Dat kan botsen. Aan de ene kant zijn we bang als te soft of ‘zwak’ te worden gezien. Aan de andere kant, als we ons net als een man gedragen, zijn we bang als onaardig of een ‘bitch’ te worden bekeken. Daarnaast is er sprake van bias en discriminatie: uit het boek Veerkracht voor vrouwelijke artsen blijkt dat 47 tot 77% van de vrouwelijke artsen discriminatie ervaart op basis van sekse en gender, dus omdat ze vrouw zijn. Onderzoek laat zien dat discriminatie plaatsvindt op alle niveaus, door mannen en vrouwen, in iedere fase en op elk gebied: tijdens opleiding, en op het werk, bij sollicitatie, aanbevelingen en promotie. En bij evaluatie en beloning. Er worden hogere eisen aan vrouwelijke artsen gesteld en ze worden als minder competent gezien.
  • In het verlengde hiervan hebben vrouwelijke artsen meer last van de ontwikkelingen in de zorg. Marktwerking, toenemende kwaliteitseisen en de daarbij behorende hoeveelheid administratieve taken en de druk om ‘productie te draaien’ hebben de autonomie van de dokter aangetast en de hoeveelheid tijd voor de patiënt doen afnemen. Vrouwen hebben naast de fysieke vaak meer aandacht voor de emotionele, mentale en sociale aspecten van een klacht. Zij ervaren vaker het belang van een meer integrale, holistische en preventieve benadering en hebben er last van dat ze daar geen tijd of ruimte voor hebben.
  • We vinden onszelf niet belangrijk genoeg. Door onze opvoeding en socialisering als vrouw en als arts staan we als vrouwelijke artsen klaar voor een ander en maken we onszelf soms zelfs ondergeschikt daaraan. We willen graag aardig gevonden worden en passen onszelf makkelijk aan. Wat wij ten diepste zelf willen en nodig hebben om een gezond, plezierig en vooral zinvol leven te leiden komt zo in de verdrukking. En dat eist zijn tol.

Wat kun je doen als je voelt dat je tijd tekort komt | Zeven tips om balans te vinden/overeind te blijven als vrouwelijke arts

  1. S.T.O.P.! Dat staat voor:
    a. Stop: letterlijk even stoppen met waar je mee bezig bent.
    b. Take a breath: haal adem. Dat helpt om vanuit de sympatische stress-stand in de kalmere parasympatische rust-stand te komen
    c. Observe: kijk vanuit een helicopterview naar je situatie. Wat gebeurt hier nu eigenlijk?
    d. Proceed: neem actie (zie de volgende tips)
  2. Wees je bewust van je omstandigheden. Besef dat het bijna onmogelijk is om niet gestrest te zijn in onze drukke westerse maatschappij met al haar (vaak tegenstrijdige) eisen en verwachtingen. En dat in een vak waar de lat enorm hoog ligt en de druk toeneemt. Het ligt niet aan jou! En je bent dus niet de enige.
  3. Weet wat je wil. Waar gaat het jou om in het leven? Waar ben je goed in? Waar word je blij van? Bepaal aan de hand van je antwoorden je prioriteiten.
  4. Je bent even belangrijk als een ander. Je mag je eigen weg gaan, je mag een andere mening hebben, je mag voor jezelf opkomen, je mag goed voor jezelf zorgen. Je hoeft niet perfect te zijn. Je bent helemaal goed zoals je bent. Je mag gewoon jezelf zijn.
  5. Maak keuzes. Probeer niet alles te doen en alles te zijn voor iedereen. Het is gewoon teveel. Doe datgene wat bij jou en je omstandigheden past en zeg nee tegen de rest.
  6. ‘Feel the fear and do it anyway’. Nee zeggen, grenzen stellen, voor jezelf opkomen, je eigen keuzes maken, anderen teleurstellen is eng. Sta jezelf toe de angst er te laten zijn (die gaat toch niet weg) en doe toch wat je van plan bent. Wat is het ergste dat kan gebeuren?
  7. Denk groot, begin (heel) klein. Vrouwelijke artsen zijn gewend de schouders eronder te zetten, de lat voor elk plan hoog te leggen en zich helemaal alleen verantwoordelijk te voelen voor het resultaat. De kans op mislukking is dan erg groot. Het is goed om een ‘lonkend perspectief’ te hebben, maar begin met een klein stapje. Wil je vaker op tijd thuis zijn? Begin met een dag in de week in plaats van alle dagen. Wil je het hardlopen weer oppakken om je weer fit en gezond te voelen? Begin met een loopje van 10 minuten.
  8. Bonustip: Doe het niet alleen! Vraag hulp aan je partner, kinderen, collega’s, vriendinnen. Laat je hulp een paar uur extra komen en vraag je buurmeisje 1x per week op te komen passen.

 

Een voorbeeld van een vrouwelijke huisarts uit de praktijk

“Ik laat je graag kennismaken met Inge. Inge is inmiddels 43 jaar en 11 jaar huisarts. Vijf jaar geleden kwam ze bij me, omdat ze het gevoel had vast te zitten en er zelf niet meer uit te kunnen komen. Ze werkte op dat moment ruim drie jaar, drie dagen per week als vaste waarnemer in een fijne praktijk. Daarnaast deed ze nog een á twee dagen losse waarnemingen. De directe aanleiding voor het coachtraject was het feit dat haar werkgever haar had gevraagd om met haar te associëren. Plots stond ze voor een grote keuze, waar ze enorm tegenop zag.

Samen gingen we op zoek naar wat er nu allemaal speelde, wat maakte dat ze klem zat.

Inge kwam erachter dat ze eigenlijk helemaal geen eigen praktijk wilde als huisarts. Een deel van haar vond dat ze dat eigenlijk moest willen, ‘zo hoort dat toch als je huisarts bent’ (en dat ze toch ook minimaal vier dagen moest werken). Een ander deel zag op tegen alle taken en verantwoordelijkheden die daarbij komen kijken. Zeker omdat haar middelste zoon zeer slechthorend geboren is en extra hulp en aandacht nodig heeft. Ze voelt zich heel verantwoordelijk voor de mensen om haar heen: de kwetsbare patiënten in de achterstandswijk, haar collega met borstkanker, haar zoon. Maar ook haar oudste en jongste dochter die door hun broertje toch wat aandacht tekort komen en haar man die een drukke baan heeft en veel reist. Aan haar favoriete hobby hardlopen komt ze niet meer toe. Eigenlijk is het haar allemaal teveel en voelt ze zich best eenzaam.
We staan stil bij het patroon dat erin is geslopen: Inge is de grote regelaar geworden. Thuis, maar eigenlijk ook op de praktijk. Daar moet verandering in komen. De taken en verantwoordelijkheden moeten anders worden verdeeld zodat er ook tijd en ruimte komt voor Inge zelf. Daar is ze in het coachtraject, met vallen en opstaan, mee aan de slag gegaan.

Inge heeft uiteindelijk nee gezegd tegen associatie en heeft met pijn in haar hart afscheid genomen van de praktijk. Ze is waarnemer af en werkt nu met veel plezier drie dagen in een gezondheidscentrum. Het moeilijkst was nog om de taken met haar man anders te verdelen. Om hem in te laten zien dat ze samen zorg moeten dragen voor het gezin en dat het niet alleen op haar neer kan komen. Hij heeft inmiddels een andere baan, waarvoor hij niet hoeft te reizen en hij is veel meer thuis. Inge liep een jaar later haar eerste marathon…”

 

Voelen vrouwen zich over het algemeen meer schuldig dan hun mannelijke collega’s als ze te weinig tijd hebben voor het gezin?

“Vrouwelijke artsen voelen zich inderdaad vaker schuldig als ze te weinig tijd hebben voor het gezin. Zeker de oudere mannelijke collega’s hebben/hadden vaker een partner die niet of nauwelijks werkte en die thuis alles regelde. De socialisatie in de vrouwelijke genderrol speelt hier denk ik een grotere rol dan de masculiene medische cultuur. Je ‘hoort’ er als moeder voor je kind te zijn. Het alles goed willen doen en je verantwoordelijk voelen voor anderen maken het gevoel van tekortschieten en schuldgevoel nog sterker.”

Hoe kun je als vrouwelijke arts plezier houden in je werk?

“Dat vraagt bewustzijn en bewuste keuzes maken, vanuit vriendelijkheid en zorg voor jezelf. Bewustzijn van het krachtenveld waarin je werkt en leeft, maar ook van wat jou plezier en zin geeft, wat jij belangrijk vindt. En vervolgens de keuzes durven maken die daarbij passen. Dat betekent meer doen van dat wat je plezier en zin geeft en waar mogelijk minder van dat wat je niet aanspreekt of waar je niet goed in bent. Als jij goed in je vel zit en geniet van wat je doet, functioneer je beter en kun je er vanuit een gezonde basis echt zijn voor anderen.”

Kan veerkracht (eenvoudig) worden ontwikkeld/aangeleerd — Is het een techniek/methode die je zelf kunt toepassen?

“We hebben allemaal veerkracht. We hebben allemaal al genoeg lastige situaties en nare dingen in het leven meegemaakt. Anders was je niet gekomen waar je nu bent. Je hebt een pittige studie en opleiding afgemaakt. En het gewone leven biedt genoeg ‘oefenmateriaal’. Kijk maar naar Covid-19 en de wereld waarin we ons nu bevinden. Met de juiste uitleg, aanwijzingen en oefeningen kun je het wel verder ontwikkelen en makkelijker inzetten als het nodig is. Lees daarvoor mijn boek!”

Kunt u een voorbeeld geven van een eenvoudige oefening die de lezer zelf kan doen?

“Dit is een goede start om even stil te staan, de balans op te maken en weer wat grip te krijgen op je leven. Ik vul zelf het Wheel of life minimaal twee keer per jaar in.”

Oefening Jouw Wheel of life

“In het Wheel of life zie je de diverse deelgebieden in je leven. Voel je vrij om de gebieden aan jouw situatie aan te passen of iets toe te voegen. Misschien is dat voor jou vrijwilligerswerk, geloof, natuur en milieu of creativiteit.”

  • Vul als eerste voor elk deelgebied in welk cijfer het nu heeft. Hoe tevreden ben je over hoe het nu gaat op dit gebied?
  • Vervolgens geef je voor elk gebied aan welk cijfer je zou willen dat het is. Hoe belangrijk en waardevol is het voor jou? Misschien krijgt je gezin een 9 en je vrienden een 8. Misschien vind je financiën niet zo belangrijk, maar wel je persoonlijke ontwikkeling. Of andersom. Wat valt je op?
  • Hoe is het met jouw leven op dit moment gesteld?
  • Welke deelgebieden vragen aandacht?
  • Op welk deelgebied zou een verbetering het grootste verschil maken? Wat heeft nu prioriteit?

 

Veerkracht voor vrouwelijke artsen

Binnenkort verschijnt het nieuwe boek van Marga Gooren: Veerkracht voor vrouwelijke artsen. Het boek begint met de drie uitspraken van cultureel antropoloog Clyde Kluckhohn*. Gooren: “Alle drie de uitspraken zijn waar: we zijn allemaal mensen met een menselijk lichaam en brein die door de evolutie zijn gevormd. Daarnaast zijn er groepen met vergelijkbare kenmerken, zoals kinderen en volwassenen, mannen en vrouwen, hoogopgeleide en laagopgeleide mensen, artsen en niet-artsen, stadsmensen en dorpsmensen. En uiteindelijk zijn we allemaal uniek. Ieder heeft zijn eigen, persoonlijke mix van genen, opvoeding, cultuur, opleiding, levensgebeurtenissen, keuzes, behoeften en verlangens. Het boek Veerkracht voor vrouwelijke artsen besteedt aandacht aan alle drie de facetten. We kijken naar hoe we als mens in elkaar zitten, wat er specifiek is voor artsen en vrouwen en je gaat op zoek naar jouw eigen unieke mix. Alle (werkende) vrouwen kunnen informatie en tips uit dit boek halen.”

*Kluckhohn C, Murray HA. Personality formation: the determinants. In: Kluckhohn C, Murray HA, editors. Personality: In nature, society and culture. New York City: Knopf; 1948. pp. 35-48.

Beeld: © adrian_ilie825 / stock.adobe.com


Tip

Het nieuwe boek Veerkracht voor vrouwelijke artsen van Marga Gooren verschijnt binnenkort bij uitgeverij Bohn Stafleu van Loghum.