Onderzoek toont aan dat veel jonge vrouwen met baarmoederhalskanker niet gevaccineerd zijn tegen HPV. Wat betekent dit voor de preventie en behandeling? Lees meer over de rol van vaccinatie en vroegtijdige screening.
Lage vaccinatiegraad onder jonge vrouwen met baarmoederhalskanker
Uit een recent onderzoek van Amsterdam UMC, gebaseerd op data van de Nederlandse Kankerregistratie van het Integraal Kankercentrum Nederland (IKNL), blijkt dat slechts 15 procent van de vrouwen onder de dertig jaar met baarmoederhalskanker gevaccineerd is tegen HPV. In de algemene populatie ligt dit percentage op ten minste 55 procent. Dit betekent dat 85 procent van de onderzochte vrouwen niet gevaccineerd was.
Redenen voor lage vaccinatiegraad
Uit eerder onderzoek van het RIVM blijkt dat verschillende factoren een rol spelen bij de keuze om zich niet te laten vaccineren:
- Zorgen over veiligheid en bijwerkingen: Sommige mensen twijfelen aan de veiligheid van het vaccin en vrezen mogelijke neveneffecten.
- Twijfel over effectiviteit: Niet iedereen is overtuigd van de beschermende werking van het vaccin tegen baarmoederhalskanker.
- Gebrek aan kennis: Veel mensen zijn zich niet bewust van de risico’s van een HPV-infectie en de mate van bescherming die het vaccin biedt.
- Gebrek aan urgentie: Sommige vrouwen zien het vaccin niet als noodzakelijk of maken deel uit van een sociale omgeving waarin vaccinatie minder gebruikelijk is.
Impact op behandeling en vruchtbaarheid
Gynaecoloog-oncoloog Luc van Lonkhuijzen van het Amsterdam UMC signaleert dat de gevolgen van een HPV-infectie ernstig kunnen zijn. “We zien steeds meer jonge vrouwen met baarmoederhalskanker die niet gevaccineerd zijn. Het besef dat hun ziekte mogelijk te voorkomen was, is confronterend.”
Uit het onderzoek blijkt dat 58 procent van de onderzochte vrouwen een behandeling onderging die leidde tot onvruchtbaarheid. Dit onderstreept het belang van preventie, zodat dergelijke ingrijpende behandelingen kunnen worden voorkomen.
Belang van vroegtijdige opsporing
Naast vaccinatie blijft ook deelname aan het bevolkingsonderzoek baarmoederhalskanker essentieel. Momenteel laat slechts de helft van de vrouwen boven de dertig jaar zich testen. Vroege opsporing kan bijdragen aan minder ingrijpende behandelingen en een grotere kans op vruchtbaarheidsbehoud.
Veelgestelde vragen
1. Hoe kan ik patiënten overtuigen van het belang van HPV-vaccinatie?
Veel patiënten hebben vragen over de veiligheid en effectiviteit van het HPV-vaccin. Als huisarts kunt u benadrukken dat het vaccin uitgebreid is onderzocht en bewezen effectief is in het verminderen van baarmoederhalskanker. Informeer patiënten over de risico’s van HPV en de voordelen van vaccinatie, zonder dwang uit te oefenen.
2. Welke rol speelt het bevolkingsonderzoek bij preventie?
Het bevolkingsonderzoek naar baarmoederhalskanker is bedoeld om de ziekte in een vroeg stadium op te sporen. Vrouwen vanaf 30 jaar krijgen eens in de vijf jaar een uitnodiging. Bespreek met patiënten het belang van deelname, vooral als zij niet gevaccineerd zijn.
3. Wat zijn de behandelmogelijkheden bij jonge vrouwen met baarmoederhalskanker?
Afhankelijk van het stadium van de ziekte zijn er verschillende behandelingen, zoals chirurgie, chemotherapie en radiotherapie. In sommige gevallen leidt de behandeling tot onvruchtbaarheid. Daarom is het belangrijk om patiënten goed te informeren over hun opties en eventuele mogelijkheden tot fertiliteitspreservatie te bespreken.