Ontdek hoe triage in de huisartsenpraktijk en op de spoedeisende hulp wordt toegepast. Lees over urgentiebepaling, diagnostiek en doorverwijzing met behulp van de Nederlandse Triage Standaard (NTS) en de ABCDE-methodiek.
Wat is triage?
Triage is een methode om de urgentie van een hulpvraag te beoordelen en te bepalen welke zorgverlener de patiënt het beste kan helpen. Dit proces vindt zowel telefonisch als fysiek plaats en wordt uitgevoerd door geschoolde triagisten, verpleegkundigen of huisartsen. Het doel is om zorgbehoevenden snel en efficiënt de juiste zorg te bieden zonder onnodige wachttijden.
Triage in de huisartsenpraktijk
In de huisartsenpraktijk wordt triage toegepast om patiënten op de juiste manier te verwijzen. Dit gebeurt bijvoorbeeld bij GGZ-vragen, waarbij lichte klachten door een praktijkondersteuner GGZ (POH-GGZ) worden opgepakt en ernstigere problematiek naar een specialist wordt doorverwezen. Door middel van triagetools en verwijscriteria kan de huisarts objectief bepalen welke zorgroute het meest passend is.
Hoe werkt het triageproces op de spoedeisende hulp?
Bij binnenkomst op de spoedeisende hulp (SEH) beoordeelt een triageverpleegkundige de ernst van de klachten en kent een urgentiecode toe. Deze code bepaalt hoe snel een patiënt door een arts gezien moet worden.
Urgentieniveaus en wachttijden
De SEH hanteert een kleurcode-systeem om de urgentie van een patiënt te bepalen:
- Rood (U1): Levensbedreigend – direct een arts.
- Oranje (U2): Spoed – binnen 10 minuten een arts.
- Geel (U3): Dringend – binnen een uur een arts.
- Groen (U4): Niet dringend – binnen twee uur een arts.
- Blauw (U5): Geen spoed, zelfzorgadvies mogelijk.
Naast de urgentiecode beïnvloeden ook andere factoren, zoals de beschikbaarheid van een arts en behandelruimtes, de wachttijd.
De Nederlandse Triage Standaard (NTS)
De Nederlandse Triage Standaard (NTS) is een richtlijn die wordt gebruikt bij triage in de acute zorg, zoals huisartsenposten, meldkamers en spoedeisende hulpafdelingen. Dit systeem helpt zorgverleners binnen enkele minuten een inschatting te maken van de benodigde zorg. De NTS ondersteunt de professional bij het bepalen van urgentie en vervolgacties, waardoor patiënten snel op de juiste plek terechtkomen.
Klinisch redeneren en de ABCDE-methodiek
Wat is klinisch redeneren?
Klinisch redeneren is het proces waarbij een zorgverlener op basis van observaties en medische kennis tot een diagnose en behandelplan komt. Dit speelt een belangrijke rol bij triage, omdat het helpt bij het herkennen van levensbedreigende situaties en het bepalen van de juiste vervolgstappen.
De ABCDE-methodiek
De ABCDE-systematiek wordt toegepast om de gezondheidstoestand van een patiënt systematisch te beoordelen. Dit model zorgt voor een gestructureerde aanpak bij acute zorgsituaties:
- Airway (Ademweg): Is de luchtweg vrij? Zijn er tekenen van obstructie?
- Breathing (Ademhaling): Werkt de ademhaling naar behoren? Is er sprake van ademnood?
- Circulation (Circulatie): Hoe is de bloedsomloop? Is er sprake van bloedingen of een shocktoestand?
- Disability (Bewustzijn): Wat is de neurologische status van de patiënt?
- Exposure (Omgeving): Zijn er andere omgevingsfactoren of letsels die aandacht behoeven?
Door deze stappen te volgen, kunnen zorgverleners snel en effectief handelen in spoedeisende situaties.
Triage en verwijzing binnen de GGZ
Bij psychische klachten kan triage helpen om te bepalen welke zorg nodig is. Huisartsen verwijzen patiënten vaak door op basis van specifieke criteria:
- Vermoeden van een DSM-5 gediagnosticeerde stoornis.
- Hoge mate van complexiteit (comorbiditeit of meerdere klachten).
- Ernstige problematiek die intensieve behandeling vereist.
- Risico voor de patiënt of omgeving.
- Langdurige of instabiele klachten.
Dankzij triagetools kunnen huisartsen en praktijkondersteuners GGZ gerichter verwijzen en onnodige doorverwijzingen voorkomen.
Veelgestelde Vragen over triage
1. Hoe bepaal ik de urgentie bij telefonische triage?
Bij telefonische triage is het belangrijk om gerichte vragen te stellen volgens een vast protocol, zoals de NTS. Door goed door te vragen naar symptomen, duur van de klachten en eventuele alarmsignalen, kan de urgentie beter worden ingeschat.
2. Wanneer verwijs ik een patiënt met psychische klachten door?
Een verwijzing is nodig als er sprake is van ernstige of langdurige problematiek, comorbiditeit of een risico voor de patiënt of omgeving. Gebruik triagetools om een objectieve beoordeling te maken en juiste informatie mee te geven aan de specialist.
3. Hoe pas ik de ABCDE-methodiek toe in de huisartsenpraktijk?
De ABCDE-methodiek kan in acute situaties worden gebruikt om systematisch de vitale functies van een patiënt te beoordelen. Dit helpt om snel de ernst van de situatie te bepalen en passende vervolgstappen te nemen, zoals directe behandeling of verwijzing naar de spoedeisende hulp.