Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Tokofobie – Intense angst voor de bevalling

fediverbeek
Tokofobie, de extreme angst voor de bevalling, komt vaker voor dan men denkt en kan verregaande gevolgen hebben. Dit artikel bespreekt de verschillende vormen, oorzaken, en behandelopties van tokofobie.

Wat is tokofobie?

Een zekere mate van spanning of zorgen rondom een bevalling is normaal. Maar wanneer deze angst dusdanig toeneemt dat de bevalling vermeden wordt of dat een vrouw zelfs probeert niet zwanger te raken, spreken we van tokofobie (tokos = geboorte, phobos = angst). Tokofobie is een erkend probleem, dat naar schatting 6-10% van de vrouwen treft.

Tokofobie kent verschillende vormen:

  • Primaire tokofobie: Angst voor bevalling die al aanwezig is vóór een zwangerschap.
  • Secundaire tokofobie: Angst die ontstaat na een traumatische bevalling.
  • Tertiaire tokofobie: Angst voortkomend uit depressieve gevoelens tijdens de zwangerschap, waarbij bevallingsangst een neveneffect kan zijn.

Risicofactoren voor tokofobie

Er zijn meerdere factoren die het risico op tokofobie vergroten:

  • Angst voor verlies van controle en pijn tijdens de bevalling.
  • Bezorgdheid over het seksuele leven na de bevalling.
  • Slechte ervaringen of angst voor onvriendelijk medisch personeel.
  • Fysieke angsten zoals bloed, naalden of medische interventies.
  • Eerdere traumatische bevallingen of negatieve ziekenhuiservaringen.
  • Voorgeschiedenis van depressie, angststoornissen of seksueel misbruik.
  • Invloeden uit cultuur of omgeving die geboorte medicaliseren.
  • Zorgen over het ouderschap en eigen zelfbeeld.

 

Anamnese van tokofobie

De anamnese van tokofobie richt zich op het in kaart brengen van de specifieke angsten en eerdere ervaringen rondom zwangerschap, bevalling en medische ingrepen. Hierbij is het belangrijk om een veilige, niet-oordelende omgeving te creëren waarin de vrouw zich gehoord en begrepen voelt. De volgende elementen kunnen in de anamnese naar voren komen:

  1. Ervaring met angst en trauma
    Vraag naar eerdere ervaringen met zwangerschap, bevalling of medische ingrepen. Probeer te achterhalen of er sprake is geweest van traumatische gebeurtenissen, zoals een moeilijke bevalling, eerdere medische complicaties, of negatieve ervaringen met zorgverleners.
  2. Specifieke angsten
    Tokofobie kan verschillende vormen aannemen, zoals angst voor pijn, verlies van controle, medische interventies (zoals een keizersnede, episiotomie of vacuümextractie), of angst voor het ziekenhuis zelf. Het kan ook zijn dat er sprake is van specifieke fobieën, bijvoorbeeld voor bloed of naalden, die de bevallingsangst versterken.
  3. Psychische achtergrond
    Achterhaal of de vrouw eerder gediagnosticeerd is met angststoornissen, depressie, of posttraumatische stressstoornis (PTSS). Ook een voorgeschiedenis van depressieve of angstige episodes kan bijdragen aan tokofobie, zeker als deze tijdens de zwangerschap of na een vorige bevalling zijn ontstaan.
  4. Sociale en culturele invloeden
    Sociale en culturele factoren, zoals familie- of gemeenschapsopvattingen over bevalling, medische ingrepen en ouderschap, kunnen een rol spelen in de ontwikkeling van tokofobie. Vraag of de vrouw deze invloeden herkent en in hoeverre deze haar beeld van bevallen beïnvloeden.
  5. Levensstijl en ondersteuning
    Bespreek de mate van ondersteuning vanuit haar sociale kring, inclusief partner en familie. De beschikbaarheid van ondersteuning en de mate waarin de vrouw zich gesteund voelt kan van invloed zijn op de mate van angst die zij ervaart.
  6. Verwachtingen en kennis over bevalling
    Tokofobie kan ontstaan door een gebrek aan kennis of onrealistische verwachtingen over de bevalling. Vraag naar haar verwachtingen, misvattingen, en kijk of er behoefte is aan meer informatie of begeleiding over het bevallingsproces. Het kan ook helpen om eventuele “horrorverhalen” die ze heeft gehoord, en die haar angst mogelijk versterken, bespreekbaar te maken.

Diagnosticeren van tokofobie

De diagnose tokofobie, de intense angst voor bevalling, kan gesteld worden door zorgverleners op basis van een combinatie van anamnese, klinische beoordeling en soms aanvullende vragenlijsten. Hieronder worden de belangrijkste stappen beschreven voor het stellen van de diagnose:

1. Anamnese

  • Informatie vergaren: Begin met een grondige anamnese waarbij de vrouw haar angsten en eerdere ervaringen met zwangerschap en bevalling kan delen. Dit omvat het identificeren van eventuele traumatische bevallingen, eerdere angst- of paniekstoornissen, en sociale of culturele invloeden die haar angsten kunnen hebben beïnvloed.
  • Specifieke angsten: Vraag naar de specifieke angsten die zij ervaart, zoals angst voor pijn, controleverlies, medische ingrepen, of negatieve ervaringen met zorgverleners. Het is belangrijk om de ernst van deze angsten in kaart te brengen.

2. Klinische beoordeling

  • Beoordeling van symptomen: Kijk naar de symptomen die gepaard gaan met de angst, zoals verhoogde hartslag, zweten, of paniekaanvallen bij het denken aan de bevalling. Deze symptomen kunnen helpen om de diagnose te onderbouwen.
  • Impact op leven: Evalueer in hoeverre deze angsten het dagelijks leven van de vrouw beïnvloeden, bijvoorbeeld haar beslissingen over zwangerschap, het vermijden van medische zorg, of het ervaren van significante stress tijdens de zwangerschap.

3. Gebruik van vragenlijsten

  • Gestandaardiseerde vragenlijsten: In sommige gevallen kunnen zorgverleners gestandaardiseerde vragenlijsten of screeningsinstrumenten gebruiken om de ernst van de angst en de impact op de kwaliteit van leven te meten. Voorbeelden zijn de “Fear of Birth Scale” of andere angstgerelateerde schalen die specifiek zijn ontwikkeld voor zwangere vrouwen.

4. Uitsluiting van andere aandoeningen

  • Differentiële diagnose: Het is belangrijk om andere mogelijke oorzaken van angst uit te sluiten, zoals algemene angststoornissen, posttraumatische stressstoornis (PTSS), of andere psychische aandoeningen. Dit kan door het stellen van aanvullende vragen en het uitvoeren van een klinische evaluatie.

5. Interdisciplinaire samenwerking

  • Verwijzing naar specialisten: In gevallen waar de diagnose moeilijk te stellen is of waar de symptomen ernstig zijn, kan het nuttig zijn om de vrouw door te verwijzen naar een psycholoog of psychiater die gespecialiseerd is in angststoornissen of perinatale gezondheidszorg.

Door een combinatie van deze stappen kan een zorgverlener een diagnose van tokofobie stellen. Dit is cruciaal voor het opstellen van een behandelplan dat de specifieke behoeften van de vrouw in aanmerking neemt. Het kan ook helpen om een ondersteunend netwerk op te bouwen en realistische verwachtingen te scheppen rondom de bevalling.

 

Gevolgen van tokofobie

Vrouwen met tokofobie lopen een groter risico op bevallingscomplicaties zoals vroeggeboorte, spoedkeizersnede en postpartum angstklachten. Tokofobie kan ertoe leiden dat vrouwen kiezen voor een keizersnede zonder medische noodzaak of in ernstige gevallen zelfs zwangerschap vermijden of beëindigen.

Daarnaast kan de stress die deze angst met zich meebrengt een negatieve invloed hebben op de ontwikkeling van het ongeboren kind. Kinderen van moeders met tokofobie hebben een verhoogde kans op angst- en stemmingsstoornissen later in het leven.

 

Behandelopties bij tokofobie

Er zijn verschillende manieren om tokofobie te behandelen. De keuze van behandeling hangt af van de aard en ernst van de angst en wordt in overleg met een zorgverlener bepaald.

 

Voorlichting en psycho-educatie

Voorlichting is een belangrijke eerste stap, waarin realistische verwachtingen rondom de bevalling worden besproken. Hierin kunnen ook eerdere bevallingen en eventuele misverstanden of zorgen over de bevalling aan bod komen. Een kennismaking met de verloskamers en het zorgteam kan helpen om angst te verminderen.

 

CenteringPregnancy

Dit model vervangt de individuele controle door groepsbijeenkomsten waar vrouwen hun zorgen en ervaringen delen. Door deze gezamenlijke ondersteuning voelen vrouwen zich gesterkt en kunnen zij hun angst beter beheersen.

 

Continue Ondersteuning (Doula)

Een doula of andere zorgverlener kan de aanstaande moeder tijdens de bevalling continu ondersteunen, zodat de vrouw zich veiliger en beter begeleid voelt. Deze continue ondersteuning kan helpen om uit de cirkel van angst en spanning te komen.

 

Hypnobirthing

Bij hypnobirthing leert een vrouw tijdens de zwangerschap ontspannings- en ademhalingstechnieken, soms ondersteund door hypnose, die helpen de angst voor de bevalling te verminderen.

 

Mindfulness-based Childbirth

Deze aanpak richt zich op het accepteren en loslaten waar mogelijk, en controle houden waar nodig. Vrouwen krijgen praktische oefeningen om zich goed voor te bereiden op de bevalling.

 

Psychologische en psychiatrische behandelingen

Psychologische behandelingen, zoals EMDR, kunnen na een traumatische bevalling worden ingezet. Hierbij wordt de herinnering aan de bevalling ontladen van haar emotionele lading door middel van afleidende stimuli. In sommige gevallen kan psychiatrische behandeling met medicatie of psychotherapie noodzakelijk zijn.

 

Briefing en geboorteplan

Een briefing na een eerdere traumatische bevalling kan secundaire tokofobie voorkomen, door onzekerheden en misverstanden weg te nemen. Daarnaast biedt het opstellen van een geboorteplan vrouwen de mogelijkheid om betrokken te zijn bij beslissingen, wat helpt de angst te verminderen.

 

Veelgestelde vragen

1. Hoe kan ik herkennen of een patiënt tokofobie heeft?
Tokofobie kan zich uiten in extreme angsten rondom de zwangerschap of bevalling. Let op symptomen zoals het vermijden van zwangerschap, overmatige bezorgdheid, eerdere traumatische ervaringen en angst voor verlies van controle.

2. Welke behandelingen kan ik als huisarts aanbevelen voor vrouwen met tokofobie?
Afhankelijk van de ernst kan worden gekozen voor voorlichting, psycho-educatie, CenteringPregnancy of mindfulness-training. Bij zwaardere gevallen kunnen doorverwijzingen naar psychologische of psychiatrische ondersteuning noodzakelijk zijn.

3. Zijn er risico’s voor het ongeboren kind als de angst niet behandeld wordt?
Ja, onbehandelde tokofobie kan de ontwikkeling van het kind negatief beïnvloeden en kan later in het leven leiden tot een verhoogd risico op angststoornissen en depressies.