Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Schimmelinfecties

fediverbeek
Een uitgebreid en professioneel overzicht van schimmelinfecties, waarin de pathogenese, diagnostiek, doorverwijzing, anamnese, medicamenteuze behandeling en levensstijladviezen worden besproken voor de huisarts.

Schimmelinfecties vormen een terugkerend onderwerp in de huisartsenpraktijk. Zowel de vaak voorkomende oppervlakkige infecties van huid, nagels en slijmvliezen als de minder frequent voorkomende, maar zwaardere invasieve vormen vragen om een doordachte benadering. Dit artikel biedt een overzicht van de pathogenese, diagnostische overwegingen en behandelingsmogelijkheden van schimmelinfecties en bespreekt de rol van consult en doorverwijzing, alsmede het belang van een gedegen anamnese en passend medicijngebruik.

Schimmelinfecties worden veroorzaakt door diverse soorten schimmels die van nature in de omgeving en op ons lichaam voorkomen. In een gezond individu zorgen deze micro-organismen meestal voor geen problemen. Echter, onder omstandigheden waarbij de balans tussen “goede” en “minder wenselijke” soorten verstoord raakt, kunnen schimmels de overhand krijgen. Dit kan resulteren in infecties die variëren van lokale huidlaesies tot systemische infecties met betrokkenheid van inwendige organen.

Definitie en achtergrond

Wat is een schimmelinfectie?

Een schimmelinfectie, medisch aangeduid als mycose, ontstaat wanneer schimmels zich ongecontroleerd vermenigvuldigen en weefselschade veroorzaken. De schimmelsporen bevinden zich continu in de lucht, op oppervlakken en zelfs op de huid. Normaal gesproken maakt een beperkte aanwezigheid van deze micro-organismen deel uit van de natuurlijke microflora en draagt dit bij aan de darmwerking en het immuunsysteem. Wanneer de omstandigheden veranderen – door ziekte, het gebruik van bepaalde medicatie of andere factoren – kan een schimmel de kans krijgen om in weefsels door te dringen en een infectie te veroorzaken.

Veelvoorkomende soorten schimmels

Een bekende veroorzaker van schimmelinfecties is de gistachtige schimmel Candida albicans. Deze schimmel floreert in warme en vochtige omgevingen en komt vaak voor op huidplooien, rondom nagels en op slijmvliezen zoals in de mond, slokdarm, vagina en darmen. Bij gezonde personen veroorzaakt Candida albicans meestal geen klachten, maar een overmatige groei kan leiden tot lokale infecties zoals spruw of vaginale candidiasis.

Naast Candida zijn schimmelsoorten als Aspergillus en Cryptococcus verantwoordelijk voor zowel oppervlakkige als inwendige infecties. Zo kan Aspergillus fumigatus bijvoorbeeld leiden tot een invasieve infectie, die met name bij patiënten met een verzwakt immuunsysteem voorkomt.

Verschijningsvormen van schimmelinfecties

Oppervlakkelijke infecties

Huid- en nagelinfecties

De huid, als grootste orgaan van het lichaam, is vaak het toneel van schimmelinfecties. Voorbeelden hiervan zijn:

  • Zwemmerseczeem (voetschimmel): Vaak aangetroffen in zwembaden of sportkleedkamers, ontstaat door schimmels die tussen de tenen en op de voetzolen gedijen.
  • Kalknagels: Deze infectie tast de nagels aan, waardoor deze dikker en brozer worden.
  • Ringworm: Ondanks de naam betreft het geen worminfectie, maar een schimmelinfectie die zich kenmerkt door ronde, schilferende plakkaten op de huid.

Vaginale schimmelinfecties

Vrouwelijke patiënten ervaren vaak vaginale schimmelinfecties, waarbij Candida albicans in 85 tot 90 procent van de gevallen de oorzaak is. Naast de vaginale vorm komt ook Candida glabrata in een kleiner deel van de gevallen voor. Deze infecties gaan vaak gepaard met jeuk en witte afscheiding.

Mond- en slokdarminfecties

Spruw, een candida-infectie in de mond, komt met name voor bij zuigelingen en mensen met een verzwakt immuunsysteem. Hoewel de symptomen lokaal blijven, kan de infectie in specifieke omstandigheden verder uitbreiden.

Invasieve schimmelinfecties

Onder bepaalde omstandigheden dringen schimmels via de slijmvliezen het lichaam binnen. Deze invasieve vormen komen zelden voor, maar kunnen een bedreiging vormen voor patiënten met een verlaagde weerstand, zoals mensen die behandeld worden voor kanker of HIV-infectie. Antibioticagebruik kan eveneens leiden tot een verstoorde microflora en daarmee het risico verhogen. Wanneer schimmels eenmaal in het lichaam aanwezig zijn, kunnen ze organen als de longen, lever, nieren en zelfs de hersenen aantasten. Een voorbeeld hiervan is de invasieve aspergillose, die bij een deel van de IC-patiënten met ernstige griep of COVID-19 wordt gezien.

Risicofactoren en pathogenese

Risicofactoren voor schimmelinfecties

Diverse factoren kunnen bijdragen aan de kans op het ontwikkelen van een schimmelinfectie:

  • Verzwakt immuunsysteem: Patiënten met leukemie, HIV of andere immunosuppressieve aandoeningen lopen een verhoogd risico.
  • Antibioticagebruik: Langdurig gebruik van antibiotica kan de balans van de microflora verstoren.
  • Chronische aandoeningen: Diabetes mellitus en andere stofwisselingsstoornissen kunnen de gevoeligheid voor infecties verhogen.
  • Lange-termijn gebruik van immunosuppressiva: Vooral na orgaantransplantaties of bij auto-immuunziekten.
  • Omgevingsfactoren: Vochtige en warme omgevingen bevorderen de groei van schimmels.

Pathogenese

Schimmels en gisten onderscheiden zich van bacteriën doordat zij een celkern bezitten. De ontwikkeling van een schimmelinfectie ontstaat vaak wanneer de natuurlijke barrières van de huid of slijmvliezen verzwakt zijn. Veranderingen in de huidomgeving, zoals een verhoogde vochtigheid of overtollig talg, maken het voor schimmels mogelijk om zich te vermenigvuldigen. De besmetting kan via direct contact plaatsvinden, bijvoorbeeld door het delen van handdoeken of door contact met besmette oppervlakken in publieke doucheruimtes en kleedkamers.

Diagnostiek en behandeloverwegingen

Consult en anamnese

Bij het vermoeden van een schimmelinfectie is een gedetailleerde anamnese van belang. Het gesprek met de patiënt dient gericht te zijn op:

  • De locatie en aard van de klachten.
  • Eerdere episodes van schimmelinfecties.
  • Gebruik van medicatie zoals antibiotica of immunosuppressiva.
  • Aanwezigheid van risicofactoren zoals diabetes of recent verblijf in een vochtige omgeving.

Op basis van de anamnese en lichamelijk onderzoek kan de huisarts een eerste diagnose stellen. Bij twijfel of bij aanhoudende klachten kan doorverwijzing naar een dermatoloog of infectioloog overwogen worden.

Diagnostische testen

Naast het klinisch onderzoek kunnen aanvullende testen worden ingezet, zoals:

  • Kweekonderzoek: Om de specifieke schimmelsoort vast te stellen.
  • Microscopisch onderzoek: Met behulp van een KOH-preparaat om schimmelstructuren te visualiseren.
  • Biopsie: In uitzonderlijke gevallen wanneer een invasieve infectie wordt vermoed.

Medicamenteuze behandeling

Voor de behandeling van lokale schimmelinfecties wordt vaak gestart met antischimmelcrèmes of -zalven. Bij uitgebreidere of hardnekkige infecties kan de huisarts besluiten tot systemische therapie. De keuze voor een bepaald antischimmelmiddel is afhankelijk van de locatie van de infectie, de vermoedelijke verwekker en de gevoeligheid voor resistentie.

Bij invasieve schimmelinfecties is de behandeling complexer. Systemische antischimmelmiddelen, die via de bloedbaan de aangetaste weefsels bereiken, worden in deze situaties ingezet. Hierbij is nauw overleg met specialisten van belang, zeker wanneer patiënten bijkomende comorbiditeiten vertonen.

Levensstijlaanpassingen en preventie

Naast de farmacologische behandeling speelt advies over levensstijl een rol in het voorkomen van herhaalde infecties. Aanbevelingen kunnen onder meer bestaan uit:

  • Hygiëne: Regelmatig wassen en goed drogen van de huid, met bijzondere aandacht voor huidplooien.
  • Omgevingshygiëne: Vermijden van langdurige blootstelling aan vochtige omstandigheden.
  • Persoonlijke verzorging: Het niet delen van handdoeken of kleding om verspreiding te voorkomen.

Onderscheid met andere huidaandoeningen

Het is van belang dat de huisarts aandacht besteedt aan de differentiële diagnose. Diverse huidaandoeningen kunnen er op het eerste gezicht op lijken, zoals:

  • Atopisch en nummulair eczeem: Deze aandoeningen vertonen soms ringvormige laesies die verward kunnen worden met ringworm.
  • Psoriasis van de nagels: De veranderingen in de nagels kunnen op schimmelnagels lijken, maar vereisen een andere aanpak.
  • Smetplekken: Aanvankelijk niet door schimmels veroorzaakt, maar bij aanhoudende klachten kan er secundair een schimmelinfectie optreden.

Doorverwijzing en samenwerking met specialisten

Wanneer een patiënt herhaaldelijk last heeft van schimmelinfecties of wanneer er aanwijzingen zijn voor een invasieve infectie, is overleg met een specialist noodzakelijk. Het consult met een dermatoloog of infectioloog biedt de mogelijkheid voor aanvullende diagnostiek en een aangepast behandelplan. Hierbij wordt niet alleen gekeken naar de keuze van antischimmelmiddelen, maar ook naar de mogelijke aanwezigheid van resistentie tegen bepaalde medicaties.

Tot slot

Schimmelinfecties komen in verschillende vormen voor en vereisen een nauwkeurige beoordeling in de huisartsenpraktijk. Een gedegen anamnese en lichamelijk onderzoek vormen de basis voor het stellen van een diagnose. Afhankelijk van de presentatie en het risico op invasie kan de behandeling variëren van lokaal aangebrachte crèmes tot systemische antischimmeltherapie. Daarnaast is advies over hygiëne en levensstijl een belangrijk onderdeel van het voorkomen van herhalende infecties. Samenwerking met specialisten en het gericht inzetten van diagnostische testen helpt om een passende behandeling op te starten en eventuele complicaties te voorkomen.

Veelgestelde vragen

1. Welke diagnostische stappen worden ondernomen bij een vermoeden van een schimmelinfectie?

De huisarts start doorgaans met een grondige anamnese en lichamelijk onderzoek. Indien nodig kunnen aanvullende testen zoals kweekonderzoek, microscopisch onderzoek (bijvoorbeeld met een KOH-preparaat) of, in uitzonderlijke gevallen, een biopsie worden uitgevoerd om de specifieke schimmelsoort vast te stellen.

2. Wanneer is doorverwijzing naar een specialist aan te bevelen?

Doorverwijzing wordt overwogen wanneer er sprake is van terugkerende infecties, atypische presentatie of aanwijzingen voor een invasieve infectie. Ook bij vermoeden van resistentie tegen standaard antischimmelmiddelen kan een consult met een dermatoloog of infectioloog nuttig zijn.

3. Hoe kan ik als huisarts patiënten adviseren over hygiëne en levensstijl om herhaalde schimmelinfecties te voorkomen?

Patiënten kunnen baat hebben bij advies over het goed drogen van de huid, het vermijden van langdurige blootstelling aan vochtige omgevingen en het niet delen van persoonlijke items zoals handdoeken of kleding. Daarnaast kan het nuttig zijn om bij risicopatiënten regelmatig de huid te controleren en tijdig bij klachten contact op te nemen voor een consult.