Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Roken, alcohol en overgewicht in de spreekkamer

fediverbeek
Het rook- en alcoholgebruik onder Nederlandse volwassenen daalt, maar overgewicht blijft een hardnekkig probleem. Dit artikel belicht de nieuwste cijfers, gezondheidsdoelen en wat huisartsen kunnen betekenen in consult, diagnose en begeleiding.

Gezondheidstrends in Nederland: Minder roken en alcohol, maar overgewicht blijft

De afgelopen tien jaar is er een duidelijke daling zichtbaar in het aantal volwassen Nederlanders dat rookt of overmatig alcohol gebruikt. Tegelijkertijd blijft het percentage mensen met overgewicht al jaren nagenoeg gelijk. Deze trends vragen aandacht van huisartsen, zeker bij het bespreken van leefstijl tijdens consulten.

 

Roken neemt af, maar doelstelling nog ver weg

In 2014 rookte 26 procent van de volwassen bevolking. In 2024 is dat gedaald naar 18 procent, volgens cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS). Hoewel deze afname bemoedigend is, blijft het streven voor 2040 – maximaal 5 procent rokers – voorlopig buiten bereik. Volgens het Trimbos Instituut gebruikte in 2023 zo’n 4 procent van de volwassen regelmatig een e-sigaret.

Voor huisartsen betekent dit dat stoppen met roken nog steeds een actueel gespreksonderwerp is in de spreekkamer. Bij de anamnese kan rookgedrag actief worden uitgevraagd, gevolgd door gerichte doorverwijzing naar stoppen-met-roken-programma’s of gedragsinterventies. Medicamenteuze ondersteuning kan, afhankelijk van de situatie, worden overwogen.

 

Alcoholgebruik daalt wel richting doel

Overmatig alcoholgebruik is in dezelfde periode gedaald van 10 procent naar 6 procent. Hiermee komt het gestelde doel voor 2040 – eveneens 5 procent – in zicht. Mannen vallen onder de definitie van overmatige drinkers bij meer dan 21 glazen alcohol per week, vrouwen bij meer dan 14 glazen.

Bij signalering van overmatig gebruik kunnen huisartsen het gesprek aangaan vanuit de medische voorgeschiedenis of bij afwijkende bloedwaarden. Diagnostiek via anamnese, eventueel ondersteund met labonderzoek, en vervolggesprekken over motivatie tot verandering zijn hierbij van belang. Kortdurende interventies in de huisartsenpraktijk kunnen al verschil maken.

 

Overgewicht: Een stabiel, maar hardnekkig probleem

Waar rook- en alcoholgebruik dalen, blijft overgewicht een structureel probleem. Al tien jaar ligt het percentage volwassenen met overgewicht rond de 50 procent. Ernstig overgewicht is zelfs toegenomen: van 13 procent in 2014 naar 16 procent in 2024.

De doelstellingen van de overheid – 38 procent overgewicht en 7 procent ernstig overgewicht in 2040 – lijken voorlopig niet haalbaar. Volgens schattingen van het RIVM zal het aantal mensen met overgewicht zelfs blijven stijgen tot 2050.

 

Diagnose en begeleiding bij overgewicht

Voor huisartsen is het van belang overgewicht tijdig te signaleren en bespreekbaar te maken, ook wanneer patiënten hier zelf niet direct mee komen. Bij consulten rondom vermoeidheid, pijnklachten of cardiovasculaire risico’s kan BMI-bepaling en buikomvang een waardevolle aanvulling zijn.

De behandeling begint vaak met voorlichting over voeding en beweging. In sommige gevallen is verwijzing naar een diëtist, leefstijlcoach of deelname aan gecombineerde leefstijlinterventies (GLI) passend. Medicamenteuze behandeling of chirurgische ingrepen zijn bij ernstig overgewicht een optie na zorgvuldige beoordeling.

 

Sociaaleconomische verschillen in leefstijlgedrag

Opvallend is dat roken en overgewicht vaker voorkomen bij mensen met een lager inkomen en opleidingsniveau. Zo heeft 62 procent van de mensen met alleen basisonderwijs of vmbo overgewicht, tegenover 43 procent van mensen met hbo- of universitaire opleiding. Roken komt eveneens vaker voor bij lager opgeleiden: 24 procent tegenover 12 procent bij hoger opgeleiden.

Volgens internist Robin Peeters speelt bestaansonzekerheid hierin een belangrijke rol. Wie dagelijks worstelt met financiële of relationele problemen, heeft vaak minder ruimte om gezonde keuzes te maken. Voor huisartsen is het belangrijk dit maatschappelijke perspectief mee te nemen in consultvoering. Bejegening zonder oordeel en realistische doelen helpen om verandering in gang te zetten.

 

De rol van beleid en preventie

De daling in roken en alcoholgebruik is mede toe te schrijven aan preventief beleid, waaronder accijnsverhogingen en publiekscampagnes. Dergelijke maatregelen blijken effectief en zorgen voor bewustwording en gedragsverandering.

Peeters wijst erop dat vergelijkbaar beleid rond voeding vaak op weerstand stuit, omdat het ervaren wordt als betuttelend. Tegelijkertijd worden mensen via marketing juist voortdurend blootgesteld aan ongezonde verleidingen. In dit spanningsveld kunnen huisartsen een gidsende rol spelen bij het maken van gezondere keuzes.

 

Wat kunnen huisartsen doen?

1. Vroegtijdige signalering

Een gerichte anamnese kan rookgedrag, alcoholgebruik en overgewicht vroegtijdig aan het licht brengen, ook bij consulten die ogenschijnlijk een andere insteek hebben.

2. Laagdrempelige begeleiding

Een kort advies of motiverend gesprek kan voldoende zijn om verandering in gang te zetten. Bij terugkerende consulten kunnen vorderingen gevolgd en bijgestuurd worden.

3. Samenwerking met het sociale domein

Verwijzing naar leefstijlprogramma’s, diëtisten, psychologen of het sociaal wijkteam kan nodig zijn bij complexe casussen waarin medische en sociale factoren samenkomen.

 

Veelgestelde vragen

1. Hoe kan ik roken bespreekbaar maken zonder weerstand op te roepen?

Begin met een open vraag zoals: “Heeft u ooit overwogen om te stoppen met roken?” Erken dat stoppen moeilijk is, en bied hulp aan zonder te forceren. Het helpt om kleine stapjes te benoemen en verschillende ondersteuningsopties toe te lichten.

2. Wat is een praktische aanpak bij patiënten met overgewicht die weinig motivatie tonen?

Gebruik motiverende gespreksvoering. Vraag naar wat hen eventueel zou helpen of wat hen in de weg zit. Zoek samen naar haalbare veranderingen, zoals minder frisdrank drinken of dagelijkse wandelmomenten, en benadruk de voordelen op korte termijn, zoals beter slapen of minder gewrichtsklachten.

3. Wanneer is doorverwijzing naar een GLI-programma passend?

Bij patiënten met overgewicht (BMI >25) en bijkomende gezondheidsrisico’s is een GLI een zinvolle optie. Het programma combineert beweging, voeding en gedragsverandering. De meeste GLI’s zijn toegankelijk via de basisverzekering, waardoor financiële drempels beperkt zijn.