Pfizer beëindigt onderzoek naar orale obesitasbehandeling
De Amerikaanse farmaceut Pfizer heeft aangekondigd te stoppen met de ontwikkeling van de orale obesitasbehandeling danuglipron. Dit besluit volgt op onderzoeksresultaten die wijzen op mogelijke schade aan de lever bij een deelnemer. Voor huisartsen is dit relevant in het kader van medicatiekeuze, consultvoering en begeleiding van patiënten met obesitas.
Reden voor stopzetting: zorgen om leverfunctie
Tijdens een klinische studie werd bij een proefpersoon levergerelateerde afwijkingen vastgesteld. Hoewel de causaliteit niet definitief is vastgesteld, heeft Pfizer besloten het ontwikkeltraject van danuglipron niet voort te zetten naar de laatste fase van klinisch onderzoek.
De mogelijke leverbijwerkingen zijn niet de eerste veiligheidsproblemen rondom deze behandeling. Eerder moest Pfizer al stoppen met een tweemaaldaagse variant van het middel, nadat proefpersonen misselijkheid en braken rapporteerden, wat leidde tot voortijdige uitval uit het onderzoek.
Voorgeschiedenis van danuglipron
Danuglipron is een GLP-1-receptoragonist in tabletvorm. De injecteerbare varianten van dit type geneesmiddel, zoals semaglutide (Ozempic) van Novo Nordisk, worden momenteel breed toegepast in de behandeling van obesitas en type 2-diabetes. Pfizer hoopte met een orale vorm een toegankelijker alternatief te bieden. De pil zou bedoeld zijn voor patiënten met obesitas die moeite hebben met injecties of behoefte hebben aan een minder invasieve behandelmethode.
Marktpositie en bredere context
Pfizer zag de obesitasmarkt als een belangrijk onderdeel van de strategie na het wegvallen van de hoge omzet uit COVID-19-vaccins. Analisten voorspellen dat de wereldwijde markt voor obesitasbehandelingen tegen 2030 een waarde van 130 miljard dollar kan bereiken. Het staken van danuglipron is daarmee een forse tegenslag in een concurrerende markt waar bedrijven als Novo Nordisk en Eli Lilly nu domineren.
Eerdere tegenslagen
Niet alleen danuglipron kende tegenslag. Pfizer moest al eerder een andere orale GLP-1-remmer uit het ontwikkeltraject halen vanwege vergelijkbare leverproblemen tijdens vroege testfases. Dit wijst op bredere uitdagingen bij de ontwikkeling van veilige orale alternatieven voor injecteerbare obesitasmedicatie.
Wat betekent dit voor de huisarts?
Consult en anamnese
Voor huisartsen betekent deze ontwikkeling dat er voorlopig geen nieuwe orale GLP-1-alternatieven aan het arsenaal worden toegevoegd. Dit is belangrijk om te bespreken met patiënten die vragen hebben over alternatieven voor injecteerbare middelen.
Tijdens de anamnese blijft het van belang om zorgvuldig door te vragen naar motivatie, eerdere afslankpogingen, medicatiegebruik en comorbiditeit. Met het wegvallen van danuglipron blijft de keuze voor GLP-1-agonisten voorlopig beperkt tot injecteerbare varianten.
Doorverwijzing en behandeling
Bij patiënten met ernstig overgewicht en onvoldoende resultaat van leefstijlaanpassingen, kan verwijzing naar een internist of obesitaskliniek worden overwogen. Hier worden injecteerbare GLP-1-agonisten vaak als onderdeel van een breder behandelplan toegepast.
Houd bij doorverwijzing rekening met wachtlijsten en verwijs alleen wanneer er voldoende begeleiding en motivatie aanwezig is.
Medicatie en monitoring
Voor GLP-1-medicatie is het zinvol om leverwaarden voorafgaand aan en tijdens de behandeling te monitoren. Hoewel de injecteerbare varianten over het algemeen goed worden verdragen, blijven bijwerkingen zoals misselijkheid en braken frequent. Patiënten moeten hierover goed geïnformeerd worden.
Ook bij terugkerende vragen over orale alternatieven kan het zinvol zijn om patiënten te informeren dat dergelijke behandelingen momenteel niet beschikbaar of onvoldoende onderzocht zijn.
Toekomstige ontwikkelingen
Hoewel Pfizer stopt met danuglipron, blijft het bedrijf actief in de ontwikkeling van obesitasbehandelingen. De focus zal daarbij komen te liggen op vroege stadia van obesitas. De nadruk ligt op onderzoek naar middelen die preventief of bij milde obesitas ingezet kunnen worden.
Voor huisartsen blijft het belangrijk om op de hoogte te blijven van lopend medicatieonderzoek, mede om vragen van patiënten adequaat te kunnen beantwoorden en behandeldoelen realistisch te houden.
Veelgestelde vragen
1. Moet ik als huisarts alert zijn op leverklachten bij patiënten die GLP-1-agonisten gebruiken?
Bij injecteerbare GLP-1-agonisten zoals semaglutide is leverschade zelden gemeld. Toch is het verstandig om voorafgaand aan de start van de behandeling leverwaarden te controleren, zeker bij patiënten met een verhoogd risico (zoals bestaande leveraandoeningen). Regelmatige monitoring kan overwogen worden bij langdurig gebruik.
2. Bestaan er momenteel veilige orale alternatieven voor GLP-1-injecties?
Op dit moment zijn er geen breed beschikbare orale GLP-1-alternatieven die voldoende klinisch zijn onderbouwd en goedgekeurd voor gebruik bij obesitas. Onderzoek naar tabletten zoals danuglipron is om veiligheidsredenen stopgezet. De behandelmogelijkheden blijven voorlopig beperkt tot injecteerbare vormen.
3. Hoe ga ik om met patiënten die weigeren injecties te gebruiken voor obesitas?
Wanneer een patiënt injecties afwijst, is het belangrijk om dit bespreekbaar te maken tijdens het consult. Bespreek andere behandelopties, zoals leefstijlbegeleiding, diëtetiek, gedragsinterventies en eventueel verwijzing naar een gecombineerde leefstijlinterventie (GLI). Zet in op realistische doelen en motiveer de patiënt tot heroverweging als de injectie op termijn toch noodzakelijk wordt.