De huisartsopleiding is al jaren een populaire opleiding: zo’n 1 op de 3 aios kiest voor de huisartsopleiding. De instroom in de acht huisartsopleidingen groeit al jaren. In 2010 waren er nog 620 opleidingsplekken en in 2021 was dat al gegroeid naar 820 plekken. Het plan van het Capaciteitsorgaan is dat dat in 2024 nog verder moet stijgen naar 1.190, om aan de stijgende zorgvraag te voldoen. De vraag is in hoeverre daaraan voldaan kan worden, aangezien het een hele grote groei in een korte periode is en in 2022 al niet alle beschikbare opleidingsplekken gevuld waren.
Schouders eronder
“We groeien al jaren met kleine stapjes”, vertelt Matthijs Limpens, hoofd van de huisartsenopleiding in Maastricht. “Dit is plots een grote stap. Nu is het nog een advies van het capaciteitsorgaan, en pas rond de zomer besluit VWS over het definitieve aantal opleidingsplekken in 2024. Maar als dat advies overgenomen wordt door VWS, en er is dus maatschappelijk een vraag, dan zetten wij onze schouders eronder en gaan wij die mensen opleiden. We hebben nu alleen wel wat zorg op welke termijn we dit kunnen waarmaken .Volgend jaar kunnen we zoveel plaatsen in ieder geval nog niet bewerkstelligen.”
Knelpunten voor verdere groei
Er zijn verschillende factoren waarvan afhankelijk is of er zoveel huisartsen opgeleid kunnen worden. “We hebben meer opleiders nodig, meer stagebegeleiders en meer locaties”, legt Limpens uit. “Dat zal een uitdaging worden, maar uitdagingen zijn er om opgelost te worden. Waar wel knelpunten liggen zijn ten eerste de aanmeldingen. Alle aanmeldingen van basisartsen in vervolgopleidingen blijven wat achter de laatste jaren. Bij huisartsgeneeskunde dus ook. De vraag is dus: zijn er genoeg basisartsen die de opleiding tot huisarts willen volgen? Ten tweede is een zorg dat als we zo snel moeten groeien, dat er ook iets aan de financieringsstructuur moet veranderen.”
Financiering
Eerst de financieringsstructuur. “We worden betaald per aios”, vertelt Limpens. “Als wij meer plekken creëren hebben we meer ruimtes nodig, moeten we meer opleiders opleiden, er zijn meer docenten nodig. Maar als we niet voldoende aios hebben, dan krijgen we daar niet voor betaald. Dat systeem moet veranderen. Daarover moeten we in overleg met VWS, of ze ons daarbij kunnen helpen. Want binnen de huidige financieringsstructuur kunnen wij dit niet bieden.”
Aantal aanmeldingen
Een grotere zorg is misschien wel het tweede: Hoeveel basisartsen zijn er die huisarts zouden willen worden? “Niemand weet hoeveel mensen er beschikbaar zijn voor de opleiding tot huisarts. We weten hoeveel mensen de basisopleiding volgen. We weten hoeveel aios er zijn, en grotendeels hoeveel anios er in het ziekenhuis zijn. Maar niet iedereen die de basisopleiding doet wordt aios of anios. Waar die mensen heen gaan, is toch een black box. We hebben geen gegevens over hoeveel basisartsen nu zoekende zijn naar wat ze willen. ”
“Vroeger konden we dat via het BIG-register inzien”, gaat Limpens verder, “maar nu zijn die gegevens door de AVG niet meer beschikbaar. Daar moeten we dus onderzoek naar doen. Wat doen ze nu, wat willen ze, wat zoeken ze in een specialisme, welke keuzes maken ze en waarom? Willen ze wel in het artsenvak werken? Misschien zitten ze nu wel in functies die wij niet meetellen en voor ons niet zichtbaar zijn. Als de basisartsen willen specialiseren en we kunnen ze bereiken, dan komt het wel goed. Maar als ze er niet zijn of we kunnen ze niet bereiken, dan hebben we een hele grote zorg. Dan moeten we de basisopleiding geneeskunde verruimen, maar dan duurt het jaren voordat er voldoende huisartsen zijn.”
Voorbereiding en werving
Naast onderzoek doen waar de basisartsen zijn, zet de Huisartsopleiding Nederland ook al jaren in op wervingscampagne. ‘We blijven het belang en de aantrekkelijke kanten van het huisartsenvak onder de aandacht brengen’, staat in het persbericht van Huisartsopleiding Nederland. ‘De universitaire huisartsenvakgroepen proberen in de basisopleiding geneeskunde meer en eerder aandacht te creëren voor het huisartsenvak. Met een landelijke en regionale wervingscampagne proberen we de instroom te bevorderen en de opleidingsplekken verspreid over het land goed te benutten.’
Kansen zoeken
“We hebben tijd nodig om het voor te bereiden”, stelt Limpens. “We hebben financiering en ondersteuning nodig om het op te tuigen. Open het BIG-register zodat we de basisartsen kunnen vinden en benaderen. Dan weten we wat we kunnen veranderen. We weten wat er van ons gevraagd wordt. Het gaat energie kosten, maar daar gaan we voor. We gaan zoeken waar de kansen liggen.”
Foto: Pim van der Maden