Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Het onderscheid tussen fibrine en gele necrose in wondzorg

fediverbeek

Fibrine en gele necrose zijn beide gele structuren in een wond, maar verschillen wezenlijk van elkaar. Lees hoe een huisarts deze onderscheidt en behandelt.

Bij de beoordeling van wonden is het belangrijk om onderscheid te maken tussen verschillende typen weefsel. Gele structuren in een wond kunnen wijzen op fibrine of gele necrose. Hoewel ze op het eerste gezicht op elkaar lijken, verschillen ze in samenstelling, functie en behandeling. In dit artikel bespreken we de kenmerken, diagnostiek en behandelopties voor fibrine en gele necrose, met aandacht voor de rol van de huisarts.

Wat is fibrine?

Fibrine is een eiwit dat een cruciale rol speelt in de bloedstolling en wondgenezing. Het ontstaat uit fibrinogeen onder invloed van het enzym trombine. Dit proces resulteert in een netwerk van fibrinedraden, waarin bloedplaatjes worden gevangen om een stolsel te vormen en het wondherstel te bevorderen. Fibrine is stevig verankerd in het wondbed en kan niet eenvoudig worden verwijderd.

 

Fibrinogeen en de rol in bloedstolling

Fibrinogeen, geproduceerd door de lever, is een belangrijke factor in de bloedstolling. Wanneer een wond ontstaat, wordt fibrinogeen omgezet in fibrine om bloedverlies te minimaliseren en wondgenezing te ondersteunen. De normale concentratie van fibrinogeen in het bloed varieert tussen de 2,0 en 4,0 g/L. Afwijkende waarden kunnen duiden op stollingsstoornissen of onderliggende aandoeningen zoals leverziekte of ontstekingsprocessen.

 

Fibrinebeslag in wonden

In bepaalde situaties, zoals bij veneuze ulcera, kan zich een dikke laag fibrine vormen, ook wel fibrinebeslag genoemd. Dit ontstaat door lekkage van fibrinogeen uit de bloedvaten als gevolg van verhoogde veneuze druk. Fibrinebeslag kan de genezing vertragen en moet in veel gevallen mechanisch worden verwijderd om het herstel te bevorderen.

 

Wat is gele necrose?

Gele necrose is een vorm van weefselversterf dat optreedt bij een verminderde bloedtoevoer of een infectie. Dit dode weefsel is niet langer functioneel en bevindt zich losliggend op het wondoppervlak. In tegenstelling tot fibrine voelt necrotisch weefsel zachter en minder gestructureerd aan.

 

Hoe onderscheid je fibrine van gele necrose?

Een eenvoudige manier om fibrine en gele necrose van elkaar te onderscheiden, is door palpatie met een gaasje:

  • Fibrine zit vast aan het wondbed en kan niet worden weggeveegd.
  • Gele necrose beweegt los in de wond en kan gemakkelijker worden verwijderd.

Het klinisch belang van dit onderscheid is beperkt, aangezien beide typen niet-vitaal weefsel moeten worden verwijderd om de wondgenezing te optimaliseren.

 

Behandelstrategieën voor fibrine en gele necrose

Debridement

Het verwijderen van niet-vitaal weefsel, oftewel debrideren, is essentieel voor een goede wondgenezing. De aanpak verschilt per type weefsel:

  • Fibrinebeslag kan autolytisch worden verwijderd met hydrocolloïden of mechanisch met nat-droog verbandwisselingen.
  • Gele necrose wordt doorgaans scherp gedehydrateerd met een mesje, pincet of curette.

Gebruik van wondbedekkers

De keuze voor een wondbedekker hangt af van de kenmerken van de wond:

  • Hydrogels zijn geschikt voor droge wonden en bevorderen een vochtig wondmilieu.
  • Schuimverbanden beschermen tegen druk en voorkomen uitdroging.
  • Zilververbanden hebben een antibacteriële werking en kunnen nuttig zijn bij geïnfecteerde wonden.

Antiseptische behandeling

Bij geïnfecteerde wonden kunnen antiseptische middelen zoals EUSOL, chloorhexidine en furacine worden gebruikt. In ernstige gevallen kan systemische antibiotica noodzakelijk zijn. Bij tekenen van infectie, zoals roodheid, zwelling of een onaangename geur, is verdere diagnostiek en behandeling vereist.

Veelgestelde vragen

1. Hoe bepaal ik als huisarts of een wond gele necrose of fibrine bevat?

Het onderscheid kan worden gemaakt door palpatie met een steriel gaasje. Fibrine zit stevig vast in de wond en laat zich niet verwijderen, terwijl gele necrose los op de wond ligt en beweegt bij manipulatie. Indien twijfel bestaat, kan verwijzing naar een wondzorgspecialist overwogen worden.

2. Wat is de eerste keuze behandeling bij een wond met fibrinebeslag?

Bij fibrinebeslag is een mechanische reiniging vaak noodzakelijk. Dit kan door middel van nat-droog verbandwisselingen met NaCl 0,9% of curettage onder lokale verdoving. Bij veneuze ulcera kan een compressietherapie nodig zijn om de onderliggende oorzaak aan te pakken.

3. Wanneer moet ik antibiotica overwegen bij een wond met gele necrose?

Antibiotica zijn geïndiceerd bij tekenen van infectie, zoals roodheid, warmte, pusvorming, zwelling of systemische symptomen zoals koorts. Bij twijfel kan een wondkweek of CRP-bepaling helpen om een bacteriële infectie te bevestigen.