Eenzaamheid is überhaupt een belangrijk thema als het gaat om ouderen in Nederland. Hanan Nhass is adviseur, journalist en religiewetenschapper. In haar onderzoek Tussen verveling en vereenzaming richtte ze zich specifiek op hoe ouderen met een Marokkaanse achtergrond eenzaamheid en ouder worden in Nederland beleven. Uit eerdere studies was al bekend dat gevoelens van eenzaamheid vaker voorkomen bij deze ouderen. Maar Nhass wil vooral het verhaal achter de cijfers laten horen.
De familiebanden bij ouderen met een migratieachtergrond zijn toch hechter? Je zou verwachten dat ze zich juist minder eenzaam voelen dan Nederlandse ouderen.
Dat is een goede vraag, dat was ook mijn eerste gedachte. Want de familiebanden zijn inderdaad hecht en er is frequenter contact.
Maar eenzaamheid gaat heel erg over verwachtingen. Eenzaamheid ontstaat als de verwachting die je hebt van het aantal sociale contacten hoger is dan de realiteit. Deze ouderen verwachten in vele gevallen dat de kinderen voor de ouders zorgen, zoals in het land van herkomst gebruikelijk is. En dat gebeurt ook nog wel maar die gewoonte staat onder druk. In Nederland werken zowel man als vrouw vaak. Dus wie gaat die zorgtaken oppakken?
Zijn er nog andere redenen waarom juist ouderen met een migratieachtergrond zich eenzaam voelen?
De migratie zelf is een factor die eenzaamheid in de hand kan werken. Dat is natuurlijk een hele belangrijke gebeurtenis in hun leven. Deze ouderen hebben meestal nog veel familie en vrienden in het land van herkomst. Zij hadden de hoop om ooit terug te keren. Maar zij zijn inmiddels tot het besef gekomen dat terugkeer geen optie meer is.
Verder is het inkomen en de ervaren gezondheid van deze ouderen een stuk minder dan ouderen die in Nederland zijn geboren. Dat betekent dat je sneller afhankelijk bent van iemand anders om sociale relaties aan te gaan. Stel, je bent niet mobiel en wilt een oude vriendin bezoeken. Dan moet een van je kinderen of een ander familielid eerst tijd hebben om jou daar naar toe te brengen.
Waarom is er een andere aanpak voor deze ouderen nodig?
Waar ik achter kwam in mijn onderzoek, is dat eenzaamheid bij deze groep vooral verweduwde vrouwen treft. In Marokkaanse kringen was het leeftijdsverschil, zeker in die generatie, best groot tussen huwelijkspartners. Nu is de tijd dat veel van die mannen komen te overlijden. Bij de vrouwen die achterblijven, zie je veel emotionele eenzaamheid. Ze hebben het gevoel dat ze er alleen voor staan. Dat is anders dan sociale eenzaamheid waarbij je al snel denkt: ga bij een hobby club of een sportvereniging.
Voor veel ouderen zijn dit soort activiteiten niet echt geschikt. Ze zijn er niet bekend mee. Spelletjes doen, dat vinden ze iets voor kinderen. Yoga in het park, past ook niet bij ze vanwege het publieke karakter, ze zouden zich bekeken voelen.
Bovendien ervaren ze ook meer drempels dan Nederlandse ouderen. Als jij een bus moet nemen om ergens te komen en je kunt niet lezen of schrijven dan is dat best lastig. Dat geldt ook voor als je de Nederlandse taal niet goed spreekt.
Waar moeten hulpverleners op letten als ze in gesprek gaan met deze groep?
Bij deze ouderen heerst veelal een taboe op klagen. Als je vraagt: “Hoe gaat het met u?” Dan moet je alert zijn bij een antwoord als: “Het gaat een beetje goed.” Mensen zijn vaak geneigd om het minder erg te maken dan het is. Of sociaal wenselijke antwoorden te geven. Dus je moet altijd doorvragen.
Deze ouderen zullen ook niet snel spreken over gevoelens van eenzaamheid. Waar ze wel gemakkelijker over spreken zijn gevoelens van el kant. Er is geen goede vertaling van dit woord, het kan betekenen dat je je verveelt. Maar ook dat je je eenzaam voelt. Of dat je je geestelijk benauwd voelt, wat ook weer kan betekenen dat je je eenzaam voelt. En alles daar tussenin.
Wat zijn wel geschikte interventies voor deze groep?
Laagdrempeligheid en een passend aanbod zijn heel belangrijk. De ouderen die ik heb geïnterviewd noemden samen koken, samen boodschappen doen of samen wandelen. Binnen het sociaal domein en het overige hulpverlenerscircuit zouden die signalen doorgegeven moeten worden als er ergens activiteiten zijn voor deze groep ouderen. Wellicht zul je ook wat meer via de kinderen of de mantelzorger moeten doen dan dat je bij in Nederland geboren ouderen doet. Dat je samen kijkt naar wat bij diegene past. Er is nog veel meer over te zeggen. Op het Cultuursensitieve Zorg congres zal ik dit verder toelichten.