Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Boulimia nervosa

fediverbeek
Boulimia nervosa is een complexe eetstoornis die vaak onopgemerkt blijft. Dit artikel biedt huisartsen een helder overzicht van de symptomen, diagnostiek, gevolgen en behandelopties, met aandacht voor klinisch beeld en comorbiditeit.

Wat is boulimia nervosa?

Boulimia nervosa is een psychische aandoening binnen het spectrum van voedings- en eetstoornissen. De kern wordt gevormd door terugkerende periodes van overmatige voedselinname (eetbuien), gevolgd door compenserend gedrag zoals zelfopgewekt braken, laxatiegebruik, vasten of overmatige fysieke inspanning. Patiënten verliezen tijdens een eetbui het gevoel van controle en ervaren vaak intense schaamte of schuld achteraf.

 

Klinisch beeld

Kenmerken

  • Herhaaldelijke eetbuien (minimaal eenmaal per week gedurende drie maanden)
  • Compenserend gedrag gericht op gewichtscontrole
  • Verstoord zelfbeeld dat sterk afhankelijk is van lichaamsgewicht en -vorm
  • Frequent schommelend lichaamsgewicht, meestal binnen de norm

Tijdens lichamelijk onderzoek kunnen tekenen van frequent braken zichtbaar zijn, zoals vergrote speekselklieren, tanderosie en littekens op de knokkels door zelfinductie van braken.

 

Ernstgradaties volgens DSM-5

  • Mild: 1–3 episodes per week
  • Matig: 4–7 episodes per week
  • Ernstig: 8–13 episodes per week
  • Zeer ernstig: 14 of meer episodes per week

Oorzaken en risicofactoren

De etiologie van boulimia nervosa is multifactorieel. Er is geen eenduidige oorzaak aan te wijzen, maar diverse factoren spelen een rol:

  • Genetische aanleg: Familiegeschiedenis van eetstoornissen verhoogt het risico
  • Psychologische factoren: Laag zelfbeeld, perfectionisme, gevoeligheid voor kritiek
  • Socioculturele invloeden: Slankheidsidealen, media en dieetcultuur
  • Levensfase: Start vaak in adolescentie of jongvolwassenheid

Symptomen en signalering

Gedragspatronen

  • Oncontroleerbare eetbuien, vaak in het geheim
  • Gebrek aan verzadigingsgevoel
  • Compensatie via braken, laxatie, diëten of overmatige beweging
  • Obsessieve preoccupatie met gewicht en lichaamsbeeld
  • Schuldgevoelens en somberheid na eetbuien

Lichamelijke klachten

  • Maag- en darmproblemen, waaronder buikpijn en krampen
  • Glazuurverlies door maagzuur
  • Menstruatiestoornissen of -uitval
  • Elektrolytenstoornissen met risico op hartritmestoornissen
  • Haaruitval en algemene vermoeidheid

Diagnostiek

Diagnose vindt plaats op basis van criteria uit de DSM-5. Naast klinische observatie en lichamelijk onderzoek wordt gebruikgemaakt van instrumenten zoals:

  • EDE-Q / Ch-EDE: Semigestructureerde interviews voor eetstoornisdiagnostiek
  • SCOFF en ESP: Screeningstools voor de eerstelijnszorg
  • LAV: Vragenlijst voor lichaamsattitude

Aanvullend lichamelijk onderzoek en bloedonderzoek (elektrolyten, ijzer, ECG) zijn aanbevolen om lichamelijke schade vast te stellen of uit te sluiten.

Comorbiditeit

Bij boulimia nervosa is comorbiditeit eerder regel dan uitzondering. Veelvoorkomende bijkomende aandoeningen zijn:

  • Depressieve stoornissen
  • Angststoornissen
  • Obsessieve-compulsieve kenmerken
  • Persoonlijkheidsstoornissen, met name borderline trekken

In de behandeling is het belangrijk om de relatie tussen comorbide klachten en de eetstoornis goed in kaart te brengen. Sommige klachten verbeteren mee zodra het eetgedrag gestabiliseerd is.

Behandeling

Richtlijnen en behandelvormen

De behandeling van boulimia nervosa is bij voorkeur multidisciplinair en afgestemd op de ernst en duur van de stoornis. Hoofdzakelijk wordt gekozen voor cognitieve gedragstherapie (CGT). In de behandeling wordt gewerkt aan:

  • Herstellen van een regelmatig eetpatroon
  • Stoppen met compenserend gedrag
  • Herstructureren van denkpatronen over lichaam en gewicht
  • Vergroten van zelfwaardering en emotieregulatie

Behandeling kan individueel of in groepsverband plaatsvinden. Medicatie, zoals antidepressiva, wordt soms aanvullend ingezet, met name bij hardnekkige comorbide depressieve klachten.

 

Prognose en beloop

De stoornis ontstaat meestal tussen het 15e en 25e levensjaar. De kans op herstel neemt toe naarmate de stoornis langer aanhoudt, wat het belang van vroegsignalering onderstreept. Herstel is mogelijk, maar terugval komt frequent voor. In onderzoeken is een herstelpercentage van 40–60% beschreven binnen 2–3 jaar na behandeling, met een terugvalpercentage van circa 30%.

 

Epidemiologie

Volgens schattingen lijden jaarlijks circa 22.300 jonge vrouwen in Nederland aan boulimia nervosa. De prevalentie ligt tussen de 2–4% onder adolescenten en jongvolwassenen. Een gemiddelde huisartsenpraktijk telt ongeveer 18 patiënten met boulimia nervosa, met jaarlijks ongeveer één nieuwe casus per 2000 patiënten.

 

Preventie

Er zijn interventies voor zowel primaire als secundaire preventie. Voorbeelden zijn:

  • Lesprogramma’s op scholen gericht op weerbaarheid en lichaamsbeeld
  • Signaliseringskaarten voor professionals
  • Modules voor zelfreflectie zoals op 99gram.nl

Het accent ligt op vroegtijdige herkenning van risicogedrag en het verlagen van de drempel om hulp te zoeken.

 

Tot slot

Boulimia nervosa is een ernstige maar behandelbare eetstoornis die door de aard van de symptomen vaak onzichtbaar blijft voor de omgeving. Als huisarts is het van belang alert te zijn op signalen en patiënten actief te verwijzen naar gespecialiseerde zorg. Vroegtijdige herkenning vergroot de kans op herstel aanzienlijk. Structurele samenwerking met GGZ-partners en betrokkenheid van het systeem rondom de patiënt zijn essentieel voor duurzame verbetering.