Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Angststoornissen

fediverbeek
Angststoornissen zijn veelvoorkomende psychische aandoeningen die het dagelijks leven sterk kunnen belemmeren. Lees hier hoe u als huisarts angststoornissen kunt herkennen, diagnosticeren en behandelen.

Wat is een angststoornis?

Angst is een normale, gezonde reactie op een dreigende situatie en helpt ons alert te zijn. Het wordt echter problematisch wanneer de angst niet meer in verhouding staat tot de situatie of wanneer deze angst zo hevig is dat het dagelijkse functioneren belemmerd wordt. In dat geval spreken we van een angststoornis. Angststoornissen kunnen zich op verschillende manieren uiten, zoals sociale angst, paniekaanvallen, of specifieke fobieën. Voor huisartsen is het belangrijk om deze stoornissen tijdig te herkennen en een passende behandeling in te zetten.

 

Soorten angststoornissen

1. Paniekstoornis

Bij een paniekstoornis treden plotselinge en intense paniekaanvallen op. Patiënten ervaren symptomen zoals hartkloppingen, ademnood en een gevoel van naderend onheil. Een paniekaanval kan zo hevig zijn dat de patiënt bang is flauw te vallen of zelfs te sterven. Als huisarts is het belangrijk om de patiënt gerust te stellen en, indien nodig, door te verwijzen voor psychologische behandeling.

2. Agorafobie (Plein- of straatvrees)

Agorafobie kenmerkt zich door angst voor situaties buitenshuis, zoals openbaar vervoer of drukke ruimtes. Patiënten vermijden deze situaties uit angst voor paniekaanvallen, wat kan leiden tot ernstige beperkingen in hun sociale leven. Een gedetailleerde anamnese kan helpen om deze angststoornis te onderscheiden van andere vormen van angst.

3. Sociale fobie (Sociale angststoornis)

Sociale angststoornissen worden gekenmerkt door een intense angst om negatief beoordeeld te worden door anderen. Patiënten vermijden sociale situaties en kunnen klachten ontwikkelen zoals zweten, trillen of hartkloppingen. Het bespreekbaar maken van deze klachten in de huisartsenpraktijk kan patiënten motiveren om hulp te zoeken.

4. Gegeneraliseerde angststoornis (GAS)

Patiënten met een gegeneraliseerde angststoornis maken zich voortdurend zorgen over alledaagse situaties. Ze hebben vaak last van spanningsklachten, zoals hoofdpijn of maagklachten. Het is belangrijk om lichamelijke oorzaken uit te sluiten alvorens een diagnose te stellen.

5. Obsessieve-compulsieve stoornis (OCD)

Bij OCD hebben patiënten last van dwanggedachten en dwanghandelingen, zoals overmatig handen wassen of controleren. Deze handelingen kunnen veel tijd in beslag nemen en het dagelijks functioneren sterk belemmeren. Psychotherapie, zoals cognitieve gedragstherapie (CGT), kan helpen om deze klachten te verminderen.

Symptomen van een angststoornis

De symptomen van angststoornissen variëren, maar kunnen onder meer de volgende klachten omvatten:

  • Intense angst of bezorgdheid zonder duidelijke aanleiding.
  • Lichamelijke klachten zoals hartkloppingen, zweten, beven of een beklemd gevoel op de borst.
  • Vermijding van situaties die de angst kunnen uitlokken.
  • Concentratieproblemen, prikkelbaarheid en slaapproblemen.

Diagnose in de huisartsenpraktijk

Bij vermoeden van een angststoornis is het belangrijk om een uitgebreide anamnese af te nemen. Stel vragen over de aard, duur en intensiteit van de angstklachten, en onderzoek of er sprake is van vermijding van bepaalde situaties. Een screeningsinstrument zoals de GAD-7 of de Beck Anxiety Inventory kan helpen om de ernst van de klachten in te schatten.

Daarnaast is het van belang om lichamelijke oorzaken, zoals schildklieraandoeningen of bijwerkingen van medicatie, uit te sluiten. Indien de klachten aanhouden of ernstig zijn, kan doorverwijzing naar de specialistische GGZ nodig zijn.

Behandelopties voor angststoornissen

1. Psychologische behandeling

Cognitieve gedragstherapie (CGT) is de eerste keus behandeling bij angststoornissen. Hierbij leert de patiënt negatieve gedachten en gedragspatronen te herkennen en te veranderen. CGT kan individueel of in groepsverband worden aangeboden, afhankelijk van de voorkeur van de patiënt.

2. Medicatie

Als psychologische behandeling onvoldoende effect heeft, kan farmacotherapie worden overwogen. Selectieve serotonine-heropnameremmers (SSRI’s) en serotonine-noradrenaline-heropnameremmers (SNRI’s) zijn vaak effectief bij angststoornissen. Let op mogelijke bijwerkingen en bespreek deze met de patiënt.

3. Leefstijladviezen

Adviezen over een gezonde leefstijl, zoals voldoende beweging, regelmatige slaap en het verminderen van cafeïne en alcohol, kunnen bijdragen aan het verminderen van angstklachten. Het bespreken van leefstijlfactoren in de consultkamer kan een goede aanvulling zijn op andere behandelvormen.

 

Veelgestelde vragen

1. Hoe kan ik als huisarts onderscheid maken tussen een normale angstreactie en een angststoornis?

Normale angstreacties zijn kortdurend en in verhouding tot de situatie. Bij een angststoornis is de angst vaak langdurig, buiten proportie en belemmert deze het dagelijks functioneren. Een uitgebreide anamnese helpt om dit onderscheid te maken.

2. Wanneer moet ik een patiënt met angstklachten doorverwijzen?

Doorverwijzing is aangewezen wanneer de angstklachten ernstig zijn, het dagelijks leven van de patiënt sterk beïnvloeden, of wanneer eerdere behandelingen onvoldoende effect hebben gehad.

3. Welke medicatie is het meest geschikt voor de behandeling van angststoornissen?

SSRI’s en SNRI’s zijn vaak de eerste keus. Overweeg medicatie als aanvulling op psychotherapie, vooral wanneer de klachten ernstig zijn of de patiënt niet goed op therapie reageert.