Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

ADHD en de rol van vetzuren

fediverbeek
Omega-3-vetzuren spelen een rol bij ADHD. Dit artikel biedt huisartsen inzicht in de link tussen vetzuurbalans, hersenwerking en behandelmogelijkheden met visolie en voedingsadvies.

ADHD wordt steeds vaker benaderd als een neurobiologische aandoening met meerdere beïnvloedbare factoren. Naast medicatie en gedragsinterventies komt voeding steeds nadrukkelijker in beeld. Eén voedingscomponent die in het bijzonder aandacht krijgt, zijn de omega-3-vetzuren. In dit artikel bespreken we wat omega-3 doet in het lichaam, waarom de balans met omega-6 belangrijk is, en hoe huisartsen dit kunnen meenemen in hun consultvoering bij patiënten met ADHD.

 

Vet als bouwstof voor het brein

Waarom vetten belangrijk zijn

Het menselijk brein bestaat voor een groot deel uit vet: zo’n 60%. Vet is dus niet alleen een brandstof, maar ook een bouwstof. De hersenen hebben specifieke vetzuren nodig om goed te kunnen functioneren. Essentiële vetzuren, zoals omega-3 en omega-6, moeten via voeding of supplementen worden ingenomen, omdat het lichaam deze zelf niet kan aanmaken.

 

Verschillende soorten vetten

  • Verzadigde vetten: aanwezig in dierlijke producten en sommige plantaardige oliën zoals kokosolie.
  • Onverzadigde vetten: te verdelen in omega-3, -6 en -9. Waar omega-9 in principe door het lichaam zelf wordt aangemaakt, zijn omega-3 en -6 essentieel.

De meeste mensen in Nederland krijgen te veel omega-6 en te weinig omega-3 binnen. Deze disbalans heeft effect op ontstekingsprocessen en hersenfunctie, wat juist bij ADHD van belang is.

 

Omega-3 en ADHD: wat zegt het onderzoek?

Verlaagde omega-3-waarden bij kinderen met ADHD

Kinderen met ADHD hebben gemiddeld lagere bloedwaarden van omega-3-vetzuren, met name DHA en EPA. Verschillende studies tonen aan dat deze kinderen vaak een slechtere emotieregulatie en meer gedragsproblemen vertonen.

Een meta-analyse van negen studies, uitgevoerd door de Oregon Health & Science University, toonde aan dat het gehalte omega-3 in het bloed bij kinderen met ADHD gemiddeld 38% lager ligt. In een grootschalige studie onder 493 schoolkinderen bleek dat lagere DHA-waarden samenhangen met meer gedragsproblemen, zoals opstandig gedrag, stemmingswisselingen en leerproblemen. Daarnaast werd in Brits onderzoek vastgesteld dat kinderen met ADHD en een tekort aan omega-3 moeite hebben met het verwerken en reguleren van emoties.

 

Genetische invloed op vetzuurstofwisseling bij ADHD

Sommige kinderen met ADHD hebben genetische varianten die invloed hebben op de omzetting van vetzuren in het lichaam. Dit betekent dat suppletie mogelijk nog belangrijker is bij deze groep.

ADHD is geen gedragsprobleem, maar een neurobiologische aandoening met vaak een genetische basis. Naast bekende verstoringen in de aanmaak van neurotransmitters zoals dopamine, noradrenaline en serotonine, blijkt ook de stofwisseling van vetzuren genetisch beïnvloed te kunnen zijn. Onderzoekers van het MRC Social, Genetic & Developmental Psychiatry Centre in Londen onderzochten of kinderen met ADHD een afwijkend genetisch profiel hebben dat invloed heeft op de verwerking van essentiële vetzuren. Uit hun studie, waarin 180 kinderen met ADHD werden vergeleken met 180 kinderen zonder deze diagnose, bleek dat kinderen met ADHD 60 tot 70 procent vaker een genetische variant hadden die de omzetting van vetzuren in het lichaam bemoeilijkt.

 

Neurologische effecten

Een tekort aan omega-3 leidt tot aantasting van celmembranen, verminderde dopaminereceptoren en minder synaptische verbindingen. Dit beïnvloedt de neurotransmissie en dus ook gedrag, concentratie en stemming.

Verschillende internationale onderzoeken tonen aan dat omega-3-suppletie bij kinderen met ADHD meer doet dan alleen hyperactiviteit verminderen. Australische onderzoekers rapporteerden na vier maanden dagelijkse inname van omega-3 een daling van aandachtsproblemen, impulsiviteit, vijandigheid en ongehoorzaamheid. Ook verbeterde de spelling van de kinderen in deze studie. Duitse wetenschappers zagen daarnaast een positief effect op het werkgeheugen – het vermogen om informatie kort vast te houden, wat essentieel is voor leren en concentratie. Ten slotte bleek uit Israëlisch onderzoek dat een combinatie van omega-3 en omega-6 (waaronder GLA) de slaapkwaliteit van kinderen met ADHD verbeterde. Na tien weken sliepen de kinderen rustiger, waren ze overdag minder vermoeid en werkten ze beter samen met hun omgeving.

Uit een analyse van zestien onderzoeken naar de relatie tussen ADHD en omega-3-vetzuren blijkt dat suppletie met omega-3 leidt tot een meetbare afname van hyperactiviteit bij kinderen met ADHD. Zowel ouders als leerkrachten rapporteerden verbeteringen in gedrag. Op basis van deze bevindingen concludeerden de onderzoekers dat er voldoende wetenschappelijke onderbouwing is om omega-3-vetzuren te overwegen als aanvullende behandeling naast bestaande medicatie en gedragstherapie.

 

Consult en behandeling: praktische aanpak voor de huisarts

Anamnese en voedingsinname

Bij patiënten met ADHD is het zinvol om in de anamnese gericht te vragen naar voedingspatronen, met name de inname van vetzuren. Eet de patiënt regelmatig vette vis? Worden bewerkte voedingsmiddelen veel geconsumeerd? Zijn er tekenen van vetzuurtekorten zoals droge huid, eczeem of concentratieproblemen?

 

Overweging supplementen

Wanneer uit het consult blijkt dat de omega-3-inname laag is, kan een visoliesupplement overwogen worden. Kies bij voorkeur een supplement met een hoge concentratie DHA (bijv. ≥ 500 mg per dag) voor cognitieve ondersteuning. Let op de verhouding EPA/DHA, het productieproces (bijv. CO2-extractie) en certificeringen zoals EMAS.

Een mogelijke dosering is 1 tot 2 gram DHA en EPA per dag, al dan niet aangevuld met GLA. Klinische effecten worden meestal pas na 6 tot 12 weken zichtbaar.

 

Begeleiding en vervolg

Geen snelle oplossing

In tegenstelling tot medicatie zoals methylfenidaat, werkt visolie traag. Het effect bouwt zich geleidelijk op. Dit vraagt uitleg richting patiënt en/of ouders, zodat verwachtingen realistisch blijven.

 

Aanvullende leefstijlinterventies

Naast supplementen is het aanpassen van het voedingspatroon essentieel. Vermijd overmatige omega-6-inname (margarine, zonnebloemolie, bewerkte producten) en stimuleer het gebruik van olijfolie, roomboter en vette vis.

 

Alternatieven voor vegetariërs en veganisten

Dierlijke bronnen van omega-3 bevatten zowel EPA als DHA. Plantaardige bronnen, zoals lijnzaad en walnoten, bevatten alleen ALA, dat het lichaam slechts beperkt omzet naar DHA. Voor vegetariërs of veganisten is algenolie een beter alternatief.

 

Visolie bij kinderen: aandachtspunten

  • Gebruik kindvriendelijke doseringsvormen.
  • Houd rekening met smaak, geur en verteerbaarheid.
  • Let op signalen van overdosering of disbalans, zoals buikklachten of verandering in stemming.

In sommige gevallen kan een eenvoudige vetzuurbalans-test overwogen worden om gerichter te kunnen adviseren.

 

Veelgestelde vragen

1. Is het wetenschappelijk bewezen dat omega-3 werkt bij ADHD?

Er is groeiend bewijs dat omega-3, met name DHA en EPA, bijdraagt aan verbetering van concentratie, impulscontrole en gedrag. Meta-analyses suggereren dat omega-3 als aanvullende behandeling kan dienen, naast medicatie of gedragstherapie. De effecten zijn subtieler en treden trager op dan bij farmacologische middelen.

2. Wanneer raad ik een supplement aan en wanneer niet?

Een supplement is zinvol bij een eenzijdig voedingspatroon, tekenen van vetzuurtekort of als ouders liever natuurlijke behandelopties verkennen. Niet elke patiënt zal baat hebben bij suppletie. Als de inname via voeding al voldoende is of als er geen gedragsverandering wordt waargenomen na enkele maanden gebruik, is heroverweging op zijn plaats.

3. Wat is het verschil tussen visolie, krillolie en algenolie?

  • Visolie bevat zowel EPA als DHA en is meestal het krachtigst.
  • Krillolie wordt beter opgenomen en bevat antioxidanten, maar bevat vaak minder EPA.
  • Algenolie is plantaardig en bevat DHA, maar weinig tot geen EPA. Geschikt voor vegetariërs en veganisten.

De keuze hangt af van de voorkeuren van de patiënt, diëtaire beperkingen en het beoogde effect.