Het aantal meldingen van mazelen blijft toenemen in Nederland. Huisartsen spelen een belangrijke rol in vroege signalering, diagnose en voorlichting. Lees hier de laatste informatie over clusters, consultvoering, vaccinatie en preventie.
Actuele situatie: stijging van mazelenmeldingen in Nederland
Tot en met 26 maart 2025 zijn er 158 gevallen van mazelen gemeld bij het RIVM. In de week voorafgaand aan deze datum kwamen er 50 nieuwe meldingen bij. Hoewel er geen sprake is van een landelijke uitbraak, zijn er duidelijke regionale clusters op basisscholen en binnen gezinnen.
De meeste meldingen komen uit de GGD-regio’s Amsterdam, Brabant-Zuidoost, Haaglanden, Rotterdam-Rijnmond en Flevoland. Hier zijn op vijf basisscholen clusters ontstaan, voornamelijk op scholen met een lage vaccinatiegraad, waaronder openbare, islamitische en antroposofische instellingen.
Verspreiding in gezinnen en op scholen
Clusters op basisscholen
De betreffende scholen hebben een lager dan gemiddelde vaccinatiegraad. De betrokken GGD’en voeren bron- en contactonderzoek uit en adviseren maatregelen om verdere verspreiding te beperken. Huisartsen kunnen benaderd worden door ouders, scholen of GGD voor aanvullende informatie of medische beoordeling.
Gezinsclusters
Er zijn ook meldingen van mazelen binnen gezinnen, vooral bij kinderen jonger dan tien jaar. De verspreiding vindt vooral plaats onder niet-gevaccineerde gezinsleden die de ziekte niet eerder hebben doorgemaakt. Dit benadrukt het belang van bescherming binnen de huiselijke kring.
Reizigers en internationale verspreiding
In 2025 zijn tot nu toe 24 mazelengevallen in Nederland herleid naar besmetting in Marokko, 3 naar Roemenië, en één geval naar respectievelijk Vietnam en België. Ook in andere Europese landen neemt het aantal gevallen toe. Reizigers spelen daarmee een rol in de introductie van het virus in Nederland.
Consult en anamnese in de huisartsenpraktijk
Bij verdenking op mazelen is het van belang om systematisch na te gaan:
- Vaccinatiestatus (BMR-prik)
- Reisgeschiedenis naar risicogebieden
- Contact met bekende mazelengevallen of uitbraaklocaties
- Begin en aard van symptomen (koorts, hoest, conjunctivitis, huiduitslag)
Gebruik bij voorkeur telefonische triage om besmetting in de praktijkruimte te voorkomen. Let op extra kwetsbare groepen: jonge kinderen, zwangeren, immuungecompromitteerden.
Diagnostiek, melding en begeleiding
Diagnose en meldingsplicht
Mazelen is meldingsplichtig (groep B1). Zowel vermoede als bevestigde gevallen moeten worden gemeld bij de GGD. De diagnose is doorgaans klinisch, maar bevestiging via serologisch of PCR-onderzoek kan gewenst zijn bij twijfel of in het kader van bron- en contactonderzoek.
Behandeling
Er is geen specifieke antivirale behandeling voor mazelen. De begeleiding is gericht op klachtenverlichting:
- Paracetamol bij koorts of pijn
- Voldoende hydratatie
- Alertheid op complicaties zoals otitis media, pneumonie of encefalitis
Bij kwetsbare groepen kan profylactische toediening van immunoglobulinen via de GGD worden overwogen.
Voorlichting en gedragsadviezen voor ouders
Huisartsen kunnen ouders het volgende adviseren bij verdenking mazelen:
- Houd het zieke kind thuis tot vier dagen na ontstaan van de huiduitslag
- Laat broertjes en zusjes ook thuisblijven indien zij onbeschermd zijn
- Bezoek geen anderen en ontvang geen bezoek thuis
- Vermijd contact met baby’s, zwangeren en mensen met verminderde afweer
- Bel de huisarts bij verdenking, kom niet onaangekondigd naar de praktijk
Vaccinatie en preventie: rol van de huisarts
BMR-vaccinatie
In Nederland krijgen kinderen de BMR-prik op de leeftijd van 14 maanden en een herhaalprik in het latere basisonderwijs. Na de tweede vaccinatie is bijna iedereen beschermd.
Inhaalvaccinatie en reizen
Bij gemiste vaccinatiemomenten kunnen ouders verwezen worden naar de GGD of het Centrum voor Jeugd en Gezin. Bij reizen naar landen met veel mazelen kunnen kinderen vanaf zes maanden vervroegd gevaccineerd worden. Hiervoor geldt een aparte BMR-landenlijst van het RIVM.
Voor volwassenen geboren na 1965 die niet gevaccineerd zijn, geldt het advies zich alsnog te laten vaccineren bij reizen naar risicogebieden. Dit voorkomt niet alleen besmetting van de reiziger zelf, maar ook verdere verspreiding in Nederland.
Veelgestelde vragen
1. Moet ik elk mazelenvermoeden melden bij de GGD?
Ja, zowel vermoedens als bevestigde gevallen vallen onder de meldingsplicht. Tijdige melding helpt bij bron- en contactonderzoek.
2. Mag ik kinderen onder de 14 maanden eerder vaccineren bij reisplannen?
Ja, bij reizen naar landen met hoge mazelenactiviteit kan de BMR-prik al vanaf zes maanden worden toegediend. Verwijs ouders naar het consultatiebureau of de reizigersgeneeskunde.
3. Wat als ouders de gedragsadviezen niet opvolgen?
Hoewel niet juridisch afdwingbaar, kan de huisarts het belang van thuisblijven en infectiepreventie onderbouwen met richtlijnen van het RIVM. Dit draagt bij aan bewustwording en naleving.