Promotieonderzoek biedt nieuwe kijk op pinda-allergie bij jonge kinderen
Kinderarts-allergoloog Dirk Verhoeven verdedigde op 14 mei 2025 met succes zijn proefschrift “Prevention of Peanut Allergy in the Netherlands: avoid avoidance“ aan het Erasmus MC in Rotterdam. Het onderzoek richt zich op het voorkomen van pinda-allergieën bij baby’s en peuters, met als doel de diagnostiek en behandeling te verbeteren.
Bij de verdediging waren onder meer copromotor Hans de Groot en diverse collega’s aanwezig. Het onderzoek sluit goed aan bij de expertise van het kinderallergologiecentrum van Reinier de Graaf, dat al jaren actief is op het gebied van voedselallergieën bij kinderen.
Vroege signalen niet altijd blijvend
Een van de opvallende bevindingen uit het onderzoek is dat een eerste allergische reactie op pinda niet per se een blijvende allergie hoeft te betekenen. Bij kinderen die vóór hun eerste verjaardag opnieuw pinda kregen na een eerdere milde reactie, bleek tweederde toch geen echte allergie te hebben.
Verhoeven benadrukt dat deze eerste reacties vaak voorlopers zijn van een mogelijke allergie, maar dat er op dat moment nog ruimte is voor verandering. Vroege herintroductie kan dus in veel gevallen voorkomen dat een tijdelijke gevoeligheid zich ontwikkelt tot een blijvende allergie.
Timing van introductie pinda en ei
Het moment waarop kinderen voor het eerst pinda of ei binnenkrijgen, blijkt van invloed op de kans op een allergische reactie. Waar eerder werd gedacht dat deze producten zo vroeg mogelijk moesten worden geïntroduceerd (bijvoorbeeld vanaf vier maanden), laat Verhoevens studie zien dat de kans op een allergie voor pinda vooral toeneemt na de leeftijd van acht maanden. Voor ei ligt deze grens op negen maanden.
Daaruit volgt het advies om beide producten vóór die leeftijden voor het eerst aan te bieden. Deze inzichten kunnen helpen bij het opstellen van voedingsadviezen en protocollen in de eerstelijnszorg.
Praktische toepassingen in de zorg
De bevindingen van het onderzoek zijn al geïntegreerd in de werkwijze van de Preventiepoli van Reinier de Graaf. Bovendien wordt gewerkt aan de vertaling van deze resultaten naar de landelijke richtlijn voor jeugdartsen.
Voor huisartsen kan dit betekenen dat er meer nadruk komt te liggen op tijdige beoordeling bij jonge kinderen met voedselreacties, en op gerichte voorlichting aan ouders over introductiemomenten van potentieel allergene voeding.
