Een verandering van leefstijl vraagt om het ondernemen van acties die doorgaans nog niet uitgevoerd worden. En juist daar zijn we over het algemeen niet zo goed in, vertelt Hermans. ‘Ons leefstijlgedrag is gebaseerd op gewoontes en routines en we zijn ons daar niet zo bewust van. We doen dingen zoals we dat altijd al deden. Verandering is niet heel lekker geprogrammeerd in onze software. De software zegt als het ware: hou alles maar bij het oude, dit gaat prima zo.’
Waarom gedrag veranderen lastig is
‘Verandering gaat samen met gevoelens van verlies of ongemak, en daar hebben we van nature een afkeer van’, legt Hermans uit. ‘Ons systeem wil een beloning op korte termijn. Suiker, vet en energie in voeding zijn bijvoorbeeld van dat soort beloningen. En voor mensen die weinig of niet sporten is op de bank blijven zitten vaak ook belonender dan om in actie te komen. In sigaretten en alcohol zitten zelfs stoffen die die snelle beloning geven. De beloning op de korte termijn is sterker dan wat we ervoor denken terug te krijgen op de lange termijn.’
Gedrag gaat bovendien gepaard met emoties. ‘We versterken of verzachten gevoelens met gedrag. Denk maar aan iets eten als je somber bent, neerslachtig of verdrietig. Of juist als je blij bent, of iets wil vieren. Daar zitten sterke koppelingen in. Hoe sterk die koppelingen zijn is per persoon verschillend en afhankelijk van eerdere ervaringen.’
Gedrag is de kern
Om leefstijl te veranderen moet kennis over en begrip van gedrag de basis zijn van iedere interventie. Hermans: ‘In de kern gaat alles om gedrag en onderliggende patronen. Je moet weten waarom iemand doet wat hij doet en begrijpen waarom de situatie is zoals die is. Er spelen allerlei factoren mee die het gedrag bepalen en waar je alleen achter komt door je in de persoon te verdiepen. We focussen vaak op datgene wat we zien, maar dat is het topje van de ijsberg. Onder het oppervlak zitten diverse voorspellers van gedrag die er gezamenlijk voor zorgen hoe het topje van de ijsberg eruit komt te zien. Denk aan gedachtes, overtuigingen en gevoelens die spelen op het gebied van leefstijl. Hoe denkt iemand over het huidige gedrag, wat levert het op, wat zijn de voor- en nadelen? Maar ook: welke gewoontes en routines heeft iemand?
Tweede knop: omgeving
Naast het individuele aspect speelt ook de omgeving een grote rol. De verleiding ligt altijd op de loer. Dat kan zijn door de sociale omgeving zoals traktaties op het werk of taart eten bij een verjaardag, maar ook door de fysieke omgeving zoals de winkels in je buurt en de inrichting van gebouwen. ‘De omgeving is een van de sterkste triggers van gedrag’, legt Hermans uit. ‘Tegelijkertijd is het niet de meest makkelijke factor om te beïnvloeden, omdat je tegen de grenzen aanloopt van je eigen invloedsfeer. Een supermarkt of de inrichting van een winkelstraat is bijvoorbeeld niet iets wat we zomaar kunnen veranderen. Wat we daarin wel kunnen doen is kijken wat we binnen onze eigen cirkel van invloed kunnen bereiken met coachees of cliënten.’
Roeptoeteren en versterken
Dat is ten eerste dat we ons laten horen over de noodzaak van preventie. Hermans: ‘Als we gezondheid echt hoge prioriteit willen geven, moeten we zorgen dat de randvoorwaarden voor gedragsverandering goed zijn. Dat gesprek komt gelukkig steeds meer op gang en daar worden wel stappen in gezet. Dat zie je bijvoorbeeld aan gezondere scholen, gezonder aanbod in sportkantines en gezondere menu’s in ziekenhuizen. Op dat gebied liggen nog veel meer mogelijkheden en kansen voor verandering.’
Ten tweede kun je inzetten op het vergroten van de copingvaardigheden van mensen. Je kunt iemand bewust maken van hoe de omgeving het gedrag beïnvloedt en kennis en tools geven om daarmee om te gaan. ‘Als je de omgeving niet kan veranderen, kan je mensen wel leren hoe zij beter kunnen omgaan met verleidingen in de directe omgeving.’
Optimale aanpak is een combinatie
De meest optimale aanpak om mensen gezonder te laten leven is door een combinatie van individuele en omgevingsgerichte aanpassingen. ‘Vaak wordt er nog te eenzijdig naar verandering gekeken, waarbij grote partijen zoals de levensmiddelenindustrie alle verantwoordelijkheid bij het individu leggen en deze verantwoordelijkheid gebruiken als excuus om zelf niets te veranderen’, vindt Hermans. ‘Neem bijvoorbeeld een supermarkt die een app ontwikkelt om klanten te helpen met gezonde keuzes. Dat is een mooie stap. Maar als er niets verandert aan de plek waar de meeste klanten daadwerkelijk hun voedselkeuzes maken – namelijk de supermarkt zelf – dan verandert er nog niets in de aankopen. Als je echt iets wil bereiken, moet je aan beide knoppen draaien. Alleen zo heb je maximale impact op het gedrag van mensen.’