Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Ramadan en diabetes

Marjolein Streur-Kranenburg
Op 10 maart 2024 begint de ramadanmaand. Deze vastenperiode heeft risico's voor diabetespatiënten. Hoe om te gaan met medicatie? En hoe de toolkit van de Nederlandse Diabetes Federatie (NDF) te gebruiken?
Maaltijd aan tafel met ramadan
Group of friends gathered around the table with food and drinks, having good time together *** Local Caption *** © rudi_suardi / Getty Images / iStock
De ramadan heeft grote invloed op de dagelijkse routine van deelnemers. Zo veranderen de eettijden, het aantal maaltijden, de hoeveelheid koolhydraten en lichamelijke activiteiten. Voor diabetespatiënten kunnen de veranderingen een ontregelend effect hebben. Zo hebben zij een verhoogd risico op hypoglykemie, hyperglykemie, uitdroging, ketoacidose en naar eigen inzicht aanpassen van medicatie.
In de Koran staat dat mensen die door het vasten gezondheidsproblemen kunnen oplopen zijn vrijgesteld van deelname. Desondanks wordt in Nederland naar schatting jaarlijks gevast door 70.000 mensen die diabetes hebben. Dat zijn gemiddeld 14 mensen per huisartsenpraktijk. Voor zowel de patiënt als behandelaar kan de combinatie van de ramadan en diabetes lastig zijn.

Wie kan vasten en wie beter niet?

Begin de begeleiding drie maanden voor de ramadan (dat was ongeveer bij de spreekuur-controles van december 2023). Sta goed stil bij de wensen van de patiënt, want bij de keuze voor al dan niet vasten wordt een grote mate van autonomie gevoeld. In de 2023-editie van Diabetes en Ramadan schrijft de NDF dat mensen met ongecompliceerde type 2 diabetes kunnen vasten met de juiste voorlichting en begeleiding. In principe moet aan mensen met complexe diabetes geadviseerd worden niet te vasten. Hierbij worden bedoeld: mensen met diabetes type 1, zwangerschap, hypo-unawareness, vasculaire complicaties, ontregeling in de afgelopen drie maanden, eerdere ontregelingen tijdens de ramadan of wanneer er sprake is van een complexe behandeling. Bij hen is het afraden van vasten essentieel om schade te beperken. Toch blijkt uit onderzoek dat 76 procent van de patiënten met hoog risico tegen medisch advies in vast. In dat geval zijn voorlichting, medicatie-aanpassing en zo nodig glucosemonitoring de basis van de begeleiding.

Voorlichting bij deelname ramadan

  • Leg nogmaals uit wat hypo- en hyperglykemie is, wanneer deze vooral kunnen optreden en hoe dan te handelen.
  • Benadruk dat bloedafname is toegestaan tijdens het vasten. Glucosemeting breekt het vasten niet.
  • Maak afspraken bij welke glucosewaarden of klachten het vasten direct onderbroken dient te worden en contact moet worden opgenomen. Hierbij adviseert de NDF het vasten te staken bij glucosewaarden van <3,5 en >15 mmol/l.
  • Instrueer hoe tijdens de ramadan de glucose- dagcurve het best kan worden uitgevoerd. Bijvoorbeeld voor de ochtendmaaltijd, twee uur na de maaltijd, bij het middaggebed, voor de avondmaaltijd en voor het slapen.
  • Vraag patiënten die de mogelijkheid hebben tot zelfcontrole een dagcurve te maken op de eerste en derde dag. Hierna volstaat eenmaal per week.
  • Adviseer veel te drinken, maar suikerhoudende dranken te vermijden. Kies tijdens de avondmaaltijd voor vezelrijke koolhydraten zoals groente, granen en fruit met schil. Vermijd vezel- arme koolhydraten zoals suiker en honing.
  • Op eetstoplicht.nl/ramadan/ staan eetadvieskaarten met tekeningen die kunnen worden gebruikt bij de voorlichting over de beste voedingsmiddelen, de juiste portiegrootte en een verdeling van de maaltijden.

Medicatie-aanpassingen

Het NDF heeft medicatiekaarten ontwikkeld voor diabetes bij Ramadan. In deze tabellen is te zien welke medicatie moet worden aangepast. Dat kan een dosisaanpassing zijn of het verschuiven van het moment van inname. Diabetespatiënten gebruiken verschillende glucose-verlagende medicijnen. Per medicament wordt bekeken of een aanpassing nodig is.
Gliclazide is op de markt als een middellang werkend tablet (80mg) en tablet met vertraagde afgifte (30mg). Bij scherpe instelling of hypo’s kan het langwerkende tablet beter worden omgezet in een middellang werkend tablet dat dan alleen wordt ingenomen in ochtend (halve dosering) en avond.
SGLT2-remmers verminderen de renale glucose- reabsorptie, zodat glucose wordt uitgescheiden met de urine. Verhoogde glucose-excretie via de urine leidt tot extra waterverlies. Hierdoor hebben patiënten die SGLT2-remmers gebruiken een verhoogde kans op uitdroging. Adviseer patiënten goed te drinken en het gebruik van suikerhoudende producten te vermijden om dehydratie te voorkomen.
Als ook een diureticum wordt gebruikt voor hartfalen, kan de SGLT2- remmer tijdelijk worden gestaakt. Als een diureticum wordt gebruikt als antihypertensivum en de bloeddruk goed gereguleerd is, kan het diureticum worden gestaakt en de SGLT2-remmer worden blijven gebruikt.
Bij nierfalen lijken SGLT2-remmers tijdens de vastenperiode veilig te zijn.

Voor GLP1-agonisten gelden geen aanvullende maatregelen of aanpassingen. Ze kunnen tijdens de ramadan gebruikt worden zoals buiten de vasten- periode wordt gedaan.

Bij insuline moeten de dosering en het toe- dieningsmoment worden aangepast. Langwerkende insuline schuift naar de avondmaaltijd wanneer het niet al op dat moment werd gebruikt. En wanneer het normaal gesproken voor de nacht wordt gebruikt, mag dat zo blijven. Kortwerkende insuline wordt niet gespoten wanneer niet wordt gegeten. Overweeg minder eenheden te spuiten op de eerste dag bij ontbijt en avond en dan opnieuw in te stellen op basis van de meetwaarden. Het combinatiemiddel van insuline en GLP1 volgt het schema van de langwerkende insulinecomponent.

Begeleiding

Zijn er afwijkende glucosewaarden? Of is er twijfel of de adviezen goed worden opgevolgd? Spreek dan een contactmoment af in de eerste week om te beoordelen of het medicatiebeleid moet worden aangepast. Informeer hierbij naar het voedings- patroon, hypoglykemieën en naar het moment van medicatie-inname. Maak in het medisch dossier notities, zodat je die kan gebruiken bij de besluit- vorming het jaar erna.
Instrueer patiënten aan het einde van de ramadan hun oude medicatieschema te hervatten. Bij het verschuiven van het innamemoment moet erop gelet worden dat er geen hogere medicatiedosis per 24 uur ingenomen wordt op de eerste en laatste dag van de ramadan.

Vraag de persoon met diabetes drie dagen na de ramadan weer een dagcurve te maken voor een beoordeling of medicatieaanpassingen nodig zijn. Maak ook een afspraak om samen de ervaringen tijdens ramadan te evalueren voor eventuele herziening van het beleid bij een volgende vasten- periode. Bepaal verder het HbA1c-gehalte en vergelijk dat met de uitslagen van voor ramadan.

Kernpunten

  • De factsheet risico-inschatting kan worden gebruikt om met de patiënt in gesprek te gaan over de wens om mee te doen aan de ramadan. Ga naar diabetesfederatie.nl, zoek op ‘diabetes en ramadan 2023’ en scroll naar de factsheet.
  • Ramadan is belangrijk voor moslims en het is niet ongebruikelijk dat moslims met diabetes en een negatief advies tot vasten toch meedoen aan de ramadan.
  • Wacht niet tot de patiënt zelf begint over deelname aan de ramadan, maar neem als zorgverlener het initiatief tot het gesprek enkele maanden voor de start. Trek samen met je patiënt op bij het besluitvormingsproces.
  • Pas medicatiedosering en innametijdstip aan en maak afspraken over de zelfcontrole en voeding.
  • De NDF heeft de toolkit Diabetes en ramadan gemaakt. Die bevat een medicatiekaart met een overzicht hoe je de medicatie kan aanpassen aan het ramadan-maaltijdschema; de nieuwe middelen zoals GLP1-agonisten en SGLT2-remmers zijn daarin meegenomen. Google op: ’toolkit diabetes en ramadan’.

Dit artikel geschreven door huisarts en kaderarts diabetes Karianne Kuijper-Meier is verschenen in het TvPO.

Wilt u meer weten over cultuursensitieve zorg? Bezoek dan het Cultuursensitieve Zorg congres van 7 juni 2024.