Bij vitiligo is er sprake van scherpbegrensde maculae met depigmentatie, vaak symmetrisch verdeeld over extremiteiten, gelaat, romp en in de lichaamsplooien (oksels en liezen).
Het zou bij 2 tot 10 procent van de patiënten met diabetes type 1 voorkomen tegen ongeveer 0,2 tot 1 procent bij de algemene bevolking. Ook bij patiënten met diabetes type 2 komt vitiligo ongeveer twee keer vaker voor. Vitiligo is een auto-immuunziekte en kan samengaan met andere auto-immuunziekten zoals schildklieraandoeningen.
De melanocyten verdwijnen volledig uit de huid en daarbij lijken zowel humorale als cellulaire factoren een rol te spelen. Meestal is het beloop progressief. Ook hier is de behandeling vaak moeizaam, volledige repigmentatie wordt zelden bereikt. Het meest toegepast zijn lichttherapie (smal spectrum UVB), lokale corticosteroïden en calcineurineremmers.
Vitiligo komt zowel bij diabetes type 1 als bij type 2 vaker voor.
Moet de patiënt worden doorverwezen naar de dermatoloog of is een kleine chirurgische ingreep nodig? Praktische informatie over huidafwijkingen in de huisartsenpraktijk.