Lipoatrofie komt bij minder dan 10 procent van de patiënten met diabetes mellitus type 1 voor en wordt gekenmerkt door verlies van subcutaan vet op de plaats van de insuline-injectie.
Deze aandoening komt vooral voor bij jonge vrouwen, 6 tot 24 maanden na het starten van de behandeling met insuline (afbeelding). De pathogenese van deze complicatie is niet bekend. Spontaan herstel treedt zelden op. Frequent wisselen van injectieplekken is belangrijk. Er zijn twee behandelmogelijkheden die eventueel ook tegelijkertijd kunnen worden toegepast: het wisselen van insulinesoort en het inspuiten van een zeer geringe hoeveelheid dexamethason in de randen van de atrofische plekken. Dit laatste kan echter ook weer glucoseverhogend werken.
Lipoatrofie herstelt zelden spontaan
Uit: TPO De Praktijk 4/2018
di 24 dec 2024 | Algemeen
Prediabetes in Nederland
ma 17 jun 2024 | Achtergrond
Diabetes type 2: een toenemende uitdaging voor huisartsen
Producten
