Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Gordelroosvaccinatie geassocieerd met lagere incidentie van dementie bij ouderen

fediverbeek
Nieuw onderzoek wijst op een mogelijk verband tussen het gordelroosvaccin en een verlaagde kans op dementie. Wat betekent dit voor de dagelijkse praktijk van huisartsen?

Nieuwe inzichten uit bevolkingsonderzoek

Recent onderzoek, gepubliceerd in Nature, toont aan dat ouderen die gevaccineerd zijn tegen gordelroos mogelijk minder vaak dementie ontwikkelen. Deze bevinding is gebaseerd op medische gegevens van meer dan 280.000 mensen in Wales. De studie maakt gebruik van een natuurlijke scheiding op basis van geboortedatum om het effect van het Zostavax-vaccin op het ontstaan van dementie te onderzoeken.

Voor huisartsen roept dit vragen op over de rol van vaccinatie in preventieve ouderenzorg, mogelijke implicaties voor consultvoering, en het informeren van patiënten.

 

Gordelroosvaccinatie: Onderzoek in een natuurlijke setting

Geboortedatum als uitgangspunt

Het vaccinatieprogramma in Wales bood vanaf 2013 het gordelroosvaccin aan mensen geboren op of na 2 september 1933. Hierdoor ontstonden twee groepen die qua leeftijd vrijwel identiek waren, maar verschilden in toegang tot vaccinatie. Dit leverde een unieke onderzoekssituatie op waarin confounders als gezondheidstoestand en leefstijl grotendeels onder controle waren.

 

Resultaten van het onderzoek

Gedurende een periode van zeven jaar werd vastgesteld dat gevaccineerde ouderen 20% minder vaak de diagnose dementie kregen dan hun niet-gevaccineerde leeftijdsgenoten. Van de 282.541 deelnemers kregen 35.307 mensen dementie. De afname in risico betrof 3,5 procentpunt. Deze cijfers geven aanleiding om het verband tussen het vaccin en cognitieve achteruitgang nader te bekijken.

 

Mogelijke verklaringen voor het beschermend effect

Virusreactivatie en ontsteking

Herpesvirussen, waaronder het varicella zoster virus, worden al langer in verband gebracht met het ontstaan van dementie. De reactivatie van het virus op latere leeftijd zou leiden tot ontstekingsprocessen en vasculaire schade die bijdragen aan cognitieve achteruitgang. Het vaccin vermindert de kans op heractivatie, wat een mogelijke verklaring is voor het beschermende effect.

 

Immuunmodulatie

Naast het effect op het herpesvirus zelf, wordt gespeculeerd dat het vaccin het immuunsysteem op bredere wijze beïnvloedt. Er zou sprake kunnen zijn van een algemene verlaging van ontstekingsactiviteit in het lichaam, wat op zijn beurt het risico op neurodegeneratieve ziekten zou kunnen verlagen.

 

Relevantie voor de huisartsenpraktijk

Consultvoering en patiëntvoorlichting

Huisartsen kunnen bij het bespreken van het vaccin tegen gordelroos met patiënten boven de 50 jaar ook het mogelijke voordeel ten aanzien van dementie benoemen. Zeker bij patiënten die bezorgd zijn over cognitieve achteruitgang kan deze extra informatie de bereidheid tot vaccinatie beïnvloeden.

 

Leefstijl, diagnose en behandeling

Hoewel vaccinatie een interessante aanvullende maatregel kan zijn, blijft een gezonde leefstijl (zoals voldoende beweging, niet-roken en gecontroleerde bloeddruk) essentieel in het verlagen van het risico op dementie. De vaccinatie vervangt deze aanpak niet, maar zou deze mogelijk kunnen ondersteunen.

 

Beleid en verwijzing

Op dit moment maakt het gordelroosvaccin geen deel uit van het Rijksvaccinatieprogramma. Huisartsen kunnen patiënten wel informeren over de mogelijkheid van vaccinatie op eigen kosten. Een verwijzing naar het vaccinatiebureau of het uitvoeren van de vaccinatie binnen de praktijk behoort tot de opties, afhankelijk van lokale afspraken.

 

Verschillen tussen mannen en vrouwen

Het beschermend effect van het vaccin was sterker bij vrouwen. Vrouwen hadden meer dan 20% minder kans op dementie na vaccinatie, terwijl dit effect bij mannen nauwelijks werd gezien. Deze bevinding roept vragen op over geslachtsgebonden respons op vaccinatie en mogelijk andere biologische mechanismen bij het ontstaan van dementie. Voor de praktijk betekent dit dat vrouwelijk geslacht mogelijk een extra overweging is bij het bespreken van vaccinatie.

 

Beperkingen van het onderzoek en vervolgvragen

Geen definitief bewijs

Hoewel het onderzoek goed is opgezet en robuust is geanalyseerd, is het geen gerandomiseerde studie. Dat betekent dat er nog geen definitieve conclusies kunnen worden getrokken over causaliteit. Er is aanvullend onderzoek nodig waarbij deelnemers willekeurig worden ingedeeld in vaccinatie- en controlegroepen.

 

Lange termijn effect onbekend

De onderzochte periode besloeg zeven jaar. Of het beschermend effect van de vaccinatie ook op lange termijn blijft bestaan, is nog niet duidelijk. Vervolgonderzoek zou zich kunnen richten op de duurzaamheid van het effect, alsmede op eventuele bijwerkingen of contra-indicaties bij specifieke patiëntgroepen.

 

Situatie in Nederland

In Nederland is het gordelroosvaccin (Zostavax of het nieuwere Shingrix) nog geen onderdeel van het Rijksvaccinatieprogramma. Mensen boven de 50 jaar kunnen het vaccin op eigen initiatief verkrijgen, vaak via hun huisarts of een vaccinatiecentrum. Alzheimer Nederland pleit voor meer onderzoek naar bestaande medicijnen en vaccins die mogelijk bijdragen aan preventie van dementie, waaronder het vaccin tegen gordelroos.

Dementie vormt een groeiend gezondheidsprobleem in Nederland, zowel in omvang als in impact op de volksgezondheid. Volgens cijfers van Alzheimer Nederland krijgt één op de vijf Nederlanders uiteindelijk de diagnose dementie; bij vrouwen is dit zelfs één op de drie. Dit verschil wordt grotendeels verklaard door hun gemiddeld hogere levensverwachting. Dementie is bovendien de meest voorkomende onderliggende doodsoorzaak in ons land. In 2023 overleden meer dan 17.000 mensen aan de directe of indirecte gevolgen van deze aandoening. Deze cijfers onderstrepen de noodzaak van aandacht voor preventieve maatregelen binnen de ouderenzorg, waaronder het mogelijke gebruik van bestaande vaccins.

 

Veelgestelde vragen

1. Moet ik mijn oudere patiënten actief het gordelroosvaccin adviseren vanwege het mogelijke effect op dementie?

Op dit moment is er nog geen officiële richtlijn die dit aanbeveelt. Wel kunt u in overleg met de patiënt het mogelijke bijkomend voordeel op cognitieve gezondheid bespreken, vooral bij vrouwen en patiënten met een verhoogde angst voor dementie.

2. Is het zinvol om patiënten met beginnende cognitieve klachten te vaccineren tegen gordelroos?

Er is op dit moment geen bewijs dat vaccinatie de progressie van bestaande cognitieve klachten vertraagt. Het onderzoek richt zich op preventie. Overleg met de patiënt over verwachtingen en mogelijke voordelen blijft belangrijk.

3. Hoe verhoudt het Zostavax-vaccin zich tot Shingrix in dit verband?

Het huidige onderzoek richtte zich op Zostavax. Andere studies suggereren dat Shingrix mogelijk een sterker immunologisch effect heeft. Er is echter nog onvoldoende onderzoek naar het effect van Shingrix op het risico op dementie.