“Seksueel misbruik is een groot en hardnekkig probleem”, begint Toine Lagro-Janssen. De voormalig huisarts, hoogleraar vrouwenstudies medische wetenschappen Radboudumc, oprichter van het Centrum voor Seksueel Geweld Gelderland-Zuid en-Midden (CSG GZM) en redacteur van het handboek ‘Gendersensitieve Huisartsgeneeskunde’ benadrukt dat wat er in The Voice of Holland gebeurde, niet nieuw is. “Wanneer iemand afhankelijk is van een meerdere, vormt dit een risicovolle factor voor seksueel overschrijdend gedrag. Deze afhankelijkheidsrelatie komt in allerlei organisaties voor, van film tot sport en van kunst tot in de kerk. Ook op de medische vloer is het schering en inslag. ”
Meer dan de helft van de vrouwen krijgt in haar leven te maken met seksueel overschrijdend gedrag, en een op de vijf met seksueel geweld. Onder mannen ligt dit percentage respectievelijk op 19 en vijf. Mensen met een verstandelijke beperking vormt een bijzonder grote risicogroep. Maar liefst 61 procent van de vrouwen en 23 procent van de mannen maakt seksueel misbruik mee.
Welke rol speelt de huisarts in het herkennen van signalen van seksueel misbruik?
“Een hele belangrijke. Als de huisarts iets hoort of merkt van acuut seksueel geweld, kan die onmiddellijk naar een van de 16 regionale Centrum Seksueel Geweld verwijzen. Maar veel vaker zal de huisarts te maken krijgen met klachten die te maken hebben met seksueel misbruik in het verleden, bijvoorbeeld incest of een verkrachting die een patiënt nooit met iemand gedeeld heeft. De patiënt zelf is zich meestal niet bewust van de relatie tussen fysieke en/of mentale klachten en seksueel misbruik. De huisarts kan deze link leggen en adequate hulp aanbieden. Daarbij komt dat veel slachtoffers geen hulp durven of willen zoeken. Slechts twee op de vijf vrouwen en een op de vijf mannen neemt iemand in vertrouwen. Wanneer ze dit wél doen, staat de huisarts hoog genoteerd als persoon om dit aan te vertellen.”
Welke signalen kunnen wijzen op seksueel misbruik?
“Als iemand veel drinkt en veel plast is de huisarts alert of die persoon diabetes heeft. Dezelfde alertheid zou moeten gelden bij aanwijzingen voor seksueel misbruik. De impact van misbruik is enorm, waardoor een patiënt vaak frequent bezoeker is van het spreekuur. Denk aan chronische pijn, aanhoudende lichamelijke klachten (vroeger SOLK geheten), of klachten van een overactieve bekkenbodem. Vrouwen met chronische bekkenpijn hebben bijna drie keer vaker seksueel misbruik meegemaakt vergeleken met vrouwen met een blanco misbruik geschiedenis. Psychische klachten die vaker voorkomen zijn angst- en paniekstoornissen, depressie, suïcidepogingen, eetstoornissen en PTSS. Ook seksuele- en relationele problemen komen vaker voor.”
Waarom worden signalen over het hoofd gezien?
“Er is een evaluatie geweest van het seksueel misbruik bij kinderopvang het Hofnarretje. De vraag die centraal stond was: hoe heeft dit zo lang kunnen voortbestaan? De allerbelangrijkste reden: omdat men het niet wil en kan geloven. Er was wel een keer een signaal geweest, maar iedereen duwde dat signaal heel snel weg. We willen niet geloven in het kwaad. Dit bewustwordingsproces maakte ik zelf lang geleden door toen het met een schok tot me doordrong dat opa, op consult bij mij met zijn kleindochter, haar mogelijk misbruikte. Helaas klopte mijn vermoeden. In de dagelijkse gang van zaken zijn we als huisarts heel alert op bijvoorbeeld kanker, maar we hebben niet dezelfde antenne op het gebied van misbruik en geweld. De dader is immers geen monster, maar iemand die we kennen. Ook die verdient overigens deskundige hulp.”
Hoe kun je zo’n gevoelig onderwerp bespreekbaar maken tijdens een consult?
“Zeg bijvoorbeeld: “Ik weet uit ervaring dat mensen met uw klachten seksueel misbruik hebben meegemaakt. Is dat bij u ook zo?” Bij mensen met een verstandelijke beperking is het belangrijker om meer directe en concrete vragen te stellen, bijvoorbeeld: “Komt iemand aan je terwijl je dat eigenlijk niet wilt?” Ook als een slachtoffer je vraag met ‘nee’ beantwoordt, dan is de deur naar een toekomstig gesprek en eventuele hulp geopend. Onthoud dat slachtoffers een grote drempel ervaren bij het vertellen van hun ervaring, maar wel degelijk op zoek zijn naar een handreiking.
Wat moet een huisarts vooral wel en niet zeggen?
“Wees empathisch, maak duidelijk dat het gesprek vertrouwelijk is, geef aan waarom je de vragen stelt en luister. Een slachtoffer moet absoluut het gevoel hebben dat ze geloofd wordt. Een huisarts doet niet aan waarheidsvinding, dat is voor de zedenpolitie, maar verleent hulp. Iedere vorm van victim blaming moet dan ook vermeden worden. De inmiddels befaamde opmerking van John de Mol is typerend voor hoe weinig we (mannen) bewust zijn van de hoge prevalentie van seksuele intimidatie, de schadelijke gevolgen en hoe op seksueel misbruik gereageerd wordt: waarom melden slachtoffers zich niet of eerder? Die schuldvraag zit al onder de huid van het slachtoffer zelf: Wat als ik dit of als ik dat had gedaan? Waarom heb ik niet geluisterd naar mijn gevoel? Waarom heb ik niet geschreeuwd? Waarom rende ik niet weg?”
“Probeer gevoelens van schaamte en schuld weg te halen, door uit te leggen waarom tijdens seksueel misbruik veelvoorkomende reacties als verstijving/verlamming (50%) bij slachtoffers kunnen optreden, of lubricatie of een erectie(20%). Voor een slachtoffer kan het een grote opluchting zijn om te horen dat een fysiologische genitale respons niet gelijkstaat aan opwinding of instemming, maar een teken van angst is.”
Waarom is het belangrijk dat huisartsen signalen van seksueel misbruik beter en sneller herkennen?
“Bij twee op de drie slachtoffers van acuut seksueel misbruik treedt zonder therapie revictimisatie op. Een tijdige en adequate behandeling in een CSG kan de mentale en fysieke gevolgen van acuut seksueel geweld en de kans op revictimisatie verkleinen. Het succes van een behandeling op termijn hangt samen met een aantal contextuele factoren. Steun van naasten en een goed sociaal netwerk zijn cruciaal. Een goede gezondheid, blanco psychiatrische voorgeschiedenis, baan, een stabiele relatie en geen schulden zijn gunstige herstelfactoren. Ook de ervaren doodsbedreiging van het delict is van belang. Ondersteuning, psychoeducatie en watchfull waiting zijn na een acute verkrachting of aanranding de aangewezen therapie. Die zorg leveren alle CSG’s.
De huisarts is van belang om bij acuut seksueel geweld (< 7dagen geleden) te verwijzen naar een CSG. Cruciaal is de rol van de huisarts om alert te zijn op klachten en signalen van misbruik in de voorgeschiedenis en daar op een deskundige manier naar te vragen. De huisarts heeft bij uitstek de vertrouwenspositie en de competenties om nadelige contextuele factoren in het herstelproces van seksueel geweld aan te pakken”.