Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Verhoogd risico op hart- en vaatziekten bij patiënten met exocriene pancreasinsufficiëntie

fediverbeek
Uit een grote retrospectieve studie blijkt dat patiënten met chronische pancreatitis en exocriene pancreasinsufficiëntie (EPI) vaker hart- en vaatproblemen en een hogere sterfte hebben dan patiënten zonder EPI.

Chronische pancreatitis (CP) is een langdurige ontsteking van de alvleesklier die kan leiden tot een verminderde werking van het orgaan. Wanneer de pancreas onvoldoende spijsverteringsenzymen produceert, ontstaat exocriene pancreasinsufficiëntie (EPI). EPI heeft gevolgen voor de opname van voedingsstoffen en kan daardoor ook de algemene gezondheid beïnvloeden. Recent onderzoek wijst nu op een mogelijk verband tussen EPI en een verhoogd risico op cardiovasculaire aandoeningen.

 

Onderzoek en methode

Onderzoekers van het University Hospitals Cleveland Medical Center voerden een retrospectieve cohortstudie uit op basis van gegevens uit de TriNetX-database. Zij vergeleken patiënten met chronische pancreatitis mét en zonder EPI.

Om vertekening door andere gezondheidsfactoren te beperken, werden beide groepen via propensity score matching afgestemd op leeftijd, geslacht, rook- en alcoholgebruik, aanwezigheid van diabetes, hypertensie, hyperlipidemie en obesitas.

Na matching bestonden beide groepen uit 21.858 patiënten. Personen met een voorgeschiedenis van pancreaskanker werden uitgesloten.

 

Resultaten

Demografische kenmerken vóór matching

Voordat de gegevens werden gecorrigeerd, bleken patiënten met EPI gemiddeld jonger te zijn (55,3 versus 62,0 jaar) en vaker bijkomende risicofactoren te hebben zoals hypertensie, diabetes en alcohol- of tabaksgebruik.

 

Cardiovasculaire uitkomsten

Na matching bleef een klein, maar statistisch significant verschil zichtbaar in het optreden van grote cardiovasculaire gebeurtenissen (MACE).

  • CP+EPI: 20,7%
  • CP zonder EPI: 19,6%
  • Odds ratio (OR): 1,09 (95% BI 1,01–1,13; p = 0,014)

Sterfte

Ook de algehele sterfte lag hoger bij patiënten met EPI:

  • CP+EPI: 16,4%
  • CP zonder EPI: 14,9%
  • OR: 1,12 (95% BI 1,06–1,19; p < 0,001)

Interpretatie van de bevindingen

De onderzoekers concluderen dat patiënten met chronische pancreatitis die EPI ontwikkelen, een iets hoger risico hebben op zowel cardiovasculaire incidenten als sterfte in vergelijking met patiënten zonder EPI. Hoewel de verschillen klein zijn, benadrukken de resultaten het belang van een brede klinische blik bij de follow-up van CP-patiënten.

 

Implicaties voor de huisartsenpraktijk

Voor huisartsen kan deze kennis van belang zijn bij de langdurige begeleiding van patiënten met chronische pancreatitis.

  • Screening: Let op tekenen van voedingsdeficiënties en metabole ontregeling bij patiënten met EPI.
  • Cardiovasculair risicomanagement: Controleer bloeddruk, lipiden en glucosewaarden regelmatig.
  • Samenwerking: Overweeg nauwere afstemming met internist of gastro-enteroloog bij patiënten met bijkomende cardiovasculaire risicofactoren.