Sinds 2020 zijn huisartsenpraktijken verplicht om de patiënten online inzage te geven in hun dossier. In 2020 voldeed 90 procent van de praktijken aan deze eis. In 2022 is dat gestegen naar 98 procent. Praktijken lijken er langzaamaan iets positiever tegenover te staan. Het percentage praktijken dat overwegend negatief was, is gedaald van 11 procent in 2020 naar 8 procent in 2022. Zo’n 46 procent van de respondenten was in 2022 overwegend positief en de overige 46 procent staat er neutraal tegenover.
Inzage leidt tot veranderingen
Steeds meer praktijken zeggen dat door de online inzage het aantal consulten is toegenomen en dan met name het aantal e-consulten. Patiënten stellen meer vragen over uitslagen van diagnostisch onderzoek, episodelijsten en medicatielijsten naar aanleiding van online inzage. Tegelijk is de verandering qua tijdsbelasting in de afgelopen 3 jaar nagenoeg gelijk gebleven. Alleen een klein percentage doktersassistenten zegt dat hun tijdsbelasting wat is afgenomen door de online inzage.
Meer samen met de patiënt
In zowel de dossiers als de consultvoering lijkt in de afgelopen 3 jaar iets meer aandacht te zijn voor de patiënt, mogelijk als effect van de online inzage. Steeds meer huisartsen melden dat ze vaker lekentaal gebruiken in het dossier, dat het medicatieoverzicht vollediger is, dat ze alerter zijn op het actueel houden van de dossiers en dat patiënten hun dossiers beter begrijpen. Ook geven meer praktijken aan dat het samen beslissen met de patiënt is toegenomen, patiënten hun consulten beter voorbereiden, de kwaliteit van de consulten hoger is en dat er meer plezier is in het voeren van de consulten.
Over het onderzoek
Nivel verspreidt sinds 2020 een enquête onder huisartsenpraktijken, om te onderzoeken wat de ervaringen zijn met online inzage in medische dossiers. Jaarlijks reageren tussen de 350 en 500 praktijken.