Artikel bewaren

Je hebt een account nodig om artikelen in je profiel op te slaan

Login of Maak een account aan
Reacties0

Sander de Hosson wil sterven bespreekbaar maken

Het leven is niet maakbaar. En de dood vaak onvermijdelijk. Artsen en patiënten praten er liever niet over. Dat moet anders, aldus longarts Sander de Hosson. “Juist in de palliatieve fase kun je als arts heel veel betekenen voor een patiënt. Maar dan moet je het lastige gesprek wel voeren.” Als Sander de Hosson een patiënt een diagnose uitgezaaide kanker geeft, is de eerste reactie vaak ‘hoe lang nog’ en de tweede ‘wat gaan we eraan doen’. De Hosson: “De aandacht is onrealistisch verdeeld. Die gaat naar het behandelen. Over dood gaan hebben we het liever niet, dat is doodeng. Dat geldt voor de patiënt en de familie, maar ook voor de zorgverlener.”

 

Niet gemakkelijk

“Ik vind het ook niet gemakkelijk om het hierover te hebben. Maar ik heb ook gemerkt dat als je het gesprek eenmaal open gooit, patiënten en hun naasten het er best over willen praten. Het geeft ze rust. Ze willen weten hoe het sterven zal gaan en wat ze kunnen verwachten. Ze gaan het over hun angst hebben. En dan blijkt bijvoorbeeld dat veel patiënten bang zijn om te stikken. Maar daar kunnen we wat aan doen in de allerlaatste fase. Door erover te praten, kun je als arts iets dat heel naar is wat minder naar maken.”

Opleidingen

Het sterven moet een plek krijgen op opleidingen. “Dat roep ik tegen iedereen die het maar wil horen. Wij krijgen als zorgverleners geen tools om dit bespreekbaar te maken. We leren alleen hoe je iemand moet behandelen. En dan nog heel beperkt hoe je moet communiceren over het doodgaan. We leren niet hoe dat doodgaan nu precies gaat. We leren niets over palliatieve zorg. Ik krijg nog steeds coassistenten die niet om weten te gaan met de dood.”

Levensvragen

Leren over de dood heeft twee kanten. Allereerst de technische. “Hoe ziet een stervend iemand eruit? Waar moet ik op letten? Waar kan iemand die sterft last van krijgen en hoe behandel ik dat?” Maar naast die technische kant is er nog de existentiële die minstens even belangrijk is. “Bijna iedereen die ongeneeslijk ziek is, krijgt te maken met levensvragen. Mensen vragen zich af hoe ze nog kleur kunnen geven aan hun leven en hoe ze met hun angst kunnen omgaan. Zorgverleners zijn er totaal niet in geoefend om daar vragen over te stellen. Dat maakt het lijden van patiënten en hun naasten alleen maar groter.”

Holistische bril

De palliatieve zorg is volgens De Hosson te veel ingedeeld in domeinen. “Het gaat om lichamelijk, psychisch, existentieel en sociaal lijden. Van oudsher keken wij als oncologen naar het lichamelijk lijden. Daar konden we wat mee. De rest lieten we wel over aan de huisarts.”

“Dat kan niet meer, je moet tegenwoordig een holistisch arts zijn. Als je dat niet bent, ben je niet geschikt voor dit vak. Er zijn nog steeds te veel dokters die die holistische bril thuis laten en alleen naar een tumor kijken. Ze vergeten dat er een mens om die tumor heen zit. Ze behandelen een ziekte en geen zieke. Dat moet en het kan anders.”

(…)

Lees het interview verder op Qruxx >>

 

 

Bron: Qruxx
Beeld: Fotolia


Vaak overbodige medicatie in laatste levensfase